woensdag 30 december 2015

Bekers voor alle wedstrijden graag

Mijn idee is dat ze bij alle judowedstrijden geen medailles meer moeten geven, maar bekers. Grote glimmende bekers, maar liefst ook van dun blik, niet van die halve dumbbells qua gewicht.

Waarom?

Een beker is een moment van bezinning.
Bezinning op hoe flinterdun het goud is.
Bezinning op hoe leeg zo'n beker is.
Letterlijk.
Leeg.
Er zit niks in.

Het nut van de beker is zijn leegheid.... (Bruce Lee)
En Bruce Lee kan het weten.

Shiai

Wedstrijden in judo en andere gevechtswegen hebben namelijk geen ander doel dan een vorm van test, een soort 'proefwerk'. Shiai. 試合 - ik schreef er in 2011 al eens over:
Shiai betekent letterlijk: het testen van de eenheid. En dat zou het nu ook nog moeten betekenen. Daarom is het Engelse woord ‘match’ (niet te verwarren met lucifers) een prima vertaling die zelfs een Duits Kanji-Lexikon daarom gewoon laat staan. ‘Match’ betekent: het komt overeen. ‘Contest’ komt uit het Latijn contestari, en betekent: ‘samen iets laten zien’. Het woord ‘test’ is van dezelfde stam. Een test = laten zien wat je kunt. Het woord ‘contest’ is in de kern dus de meest letterlijke vertaling!

Het competitie-element heeft meer te maken met het tegenovergestelde van beide strijders. Het Latijnse com-petere is zoveel als: ‘samen streven, aanvallen, aanpakken’. Het ‘samen’ van competition en contest is heel verschillend. Maar dat is de oorsprong. Hoe het nu beleefd wordt, is bijna gelijk. Dan zit je, ook als het sportief bedoeld is, in de sfeer van oppositie en rivaliteit.  
Proefwerk van het leven

Net zomin als een proefwerk als doel heeft om de beste van de klas te zijn, heeft een judowedstrijd dat doel. Wél mag het een proeve van bekwaamheid zijn, ofschoon iemand die twee keer verliest zeker niet het gevoel moet hebben een 'onvoldoende' te hebben gehaald. Iemand kan ook of misschien wel juist een voldoende halen als hij geen punten scoort op het scorebord. De sensei/coach geeft zelf wel punten naderhand. Meestal al een voldoende als je er durft te stáán en actief meedoet. De enige onvoldoende haalt de judoka die geen zak uitvoert.

Het gaat uiteindelijk om persoonlijke groei. Richard Riehle schreef er in datzelfde jaar op het toen nog bestaande judoforum over:
Judo is een tocht, niet de eindbestemming. Het is een levenslange tocht, en op die tocht zullen we onszelf af en toe testen door deel te nemen aan een wedstrijd. Of we winnen of verliezen is van geen belang, zeker niet als ze er niet in zouden slagen om ons winnen of verliezen in te passen in onze eigen groei op de weg. Degenen die hun persoonlijke groei in Judo afmeten aan hun overwinningen in de wedstrijden – of anderen de maat nemen aan de hand van wedstrijden, missen een belangrijk punt. Een wedstrijd in Judo, is niet een wedstrijd tegen een andere persoon. Veel meer is het een wedstrijd met jezelf. Een shiai is een razendsnelle gelegenheid om jezelf te testen, de test om je vaardigheid te testen of je in staat bent de geleerde technieken toe te passen in je nastreven van je eigen vooruitgang. Een verlies in een Judo shiai is net zo belangrijk en waardevol als een overwinning. Een verlies ten opzichte van iemand die heeft gewonnen door je met enorme lichamelijk kracht te overwinnen, is van geen enkele betekenis in iemands weg naar vervolmaking door Judo.
Daarom: om te leren relativeren: geef een beker aan elke winnaar. Laat hem er in kijken en inzien dat de inhoud niet in de beker zit, maar in zijn eigen persoon. Als hij de overwinning van de wedstrijd belangrijker vindt dan die van het leven, is hij alsnog gezakt voor de test.

zondag 27 december 2015

Judo als rotsvast anker in woelige tijden

Men zegt in het oude Japan wel eens: "als je een vis in een vijver zet met alleen water, wordt hij lui en raakt hij gedesoriënteerd. Als je er een grote steen in plaatst, gaat hij daar steeds rondom heen zwemmen en wordt hij sterk en energiek."

We hebben in het afgelopen jaar vaker geschreven over de problemen van opvoeding en de jeugd. Maar niet alleen de jeugd heeft het soms moeilijk in een wereld van geweld, zinloosheid, pestgedrag, onzekerheid, angsten en verdriet. We zwemmen allemaal wel eens rond in een vijver (of een viskom als we ons benauwd voelen) en zijn gedesoriënteerd. We missen energie om vooruit te komen.

Daarom heeft elke mens, jong of oud, behoefte aan structuur en bepaalde rituelen. De psychologie leert ons dat. Je hebt een innerlijke structuur in je geest en elke mens heeft behoefte aan bepaalde archetypische elementen in zijn/haar leven die beantwoorden aan die patronen van de geest. Rituelen en vaste gebruiken, als ze corresponderen met die archetypische zielenstructuur, helpen de geest om stabiliteit te vinden en evenwicht. 

Zeer veel mensen - kinderen vaak nog - met problemen, missen die ankerpunten en gaan rondzwemmen, of raken het spoor bijster. Chaos in het leven, chaos in de geest.

Voor sommigen zijn religieuze belevingen een ankerpunt, een rots, wat stabiliteit geeft in een ingewikkeld leven. Jezus, wiens geboorte in deze dagen wordt gevierd. Of God waar men persoonlijk in gelooft.
Voor de velen die niet in een God geloven, is het vinden van zo'n rots ook belangrijk. Iets wat beantwoordt aan de structuur van hun geest. Iets wat bepaalde rituelen heeft, die beantwoorden aan zingeving en levensidealen.

Voor sommigen kan dat ook een oosterse levensweg zijn.
Aikidoka zullen hier gemakkelijk in meegaan, omdat liefde en harmonie, het stromen van positieve energie in de structuur van de weg vervat liggen.
Judoka zullen ook zoiets kunnen vinden. Judo heeft vaste levensidealen, van humaniteit en omgangsvormen, principes van perfectie door wederzijdsheid. Het bouwt een samenleving waarin de mens niet alleen staat en de trainingen in de dojo, de buigingen naar elkaar, kunnen uitdrukking zijn van een oerverlangen naar structuur en samenhang. Het leven van de judoweg, het wekelijks of meerdere keren trainen, de kameraadschap en de vriendschap, bouwen aan een structuur die de rots is voor de zwemmende vis. Het geeft energie en kracht. Het kan een anker zijn in woelige tijden en een woelige geest.

Ik wens alle lezers en judoka een goed en veilig oudjaar en veel geluk en stabiliteit in 2016.

dinsdag 22 december 2015

Als je ouder wordt, dan...

Als je ouder wordt,
gaat de training persoonlijker,
innerlijker
en traditioneler worden....
Is dat zo?
Ik voel me welkom bij de 'oudjes' en nog vele judojaren.  ;)




Ook enorm waar trouwens...

zondag 20 december 2015

Schieten zonder boog en pijlen

De boog is gebroken
Er zijn geen pijlen meer
Op dat ene moment
zet je alle twijfel van je af
en je schiet onmiddellijk.
Een dertiende eeuws spreekwoord uit de Zen-traditie.

Hoe kan dat nou? Geen boog en pijlen meer en toch onmiddellijk schieten?
Ik had al eerder dit najaar (11 oktober jl.) een zen-raadsel over de meerval en de kalebas, naar aanleiding van een oud schilderij.

Wat is de verborgen wijsheid van deze spreuk?

In de aloude Japanse weg van de boog (弓道 Kyūdō) wordt de beoefenaar geleerd dat niet pijl en boog de belangrijkste onderdelen van de weg zijn, maar de boogschutter zelf. Kyudo is mede in het westen niet populair omdat het eindeloos blijft werken aan lichaamshouding, etiquette en het 'één worden met de boog'. Voor wie het kan begrijpen: kyudo wil niet leren met de boog te schieten, maar zelf de boog en de roos te worden. (在的 zaiteki, waar ik op 15 maart van dit jaar over schreef.)

Judo als je zogenaamd niks meer kunt

Judoka kunnen wel iets leren van deze ingewikkelde weg. Met de bovenstaande spreuk in gedachten moet ik denken aan oude sensei die hun hoge dangraad behouden als ze op hoge leeftijd wellicht in een rolstoel zitten en niets meer kunnen. 
Ik denk aan mijn eigen eerste leermeester, Louis Pardoel-sensei (1932-2011), die op het einde van zijn leven geveld was door herseninfarcten. Hij kon geen judo of taekwondo meer doen, maar hij wás zelf deze wegen geworden, totaal één met de weg. 
Ik denk aan Keiko Fukuda (1913-2013, foto hiernaast), de enige vrouwelijke 9e dan judoka en directe leerling van Jigoro Kano. Zij bleef tot haar dood op 99-jarige leeftijd lesgeven in San Francisco waar ze woonde. Zij wás judo, al kon ze echt geen kata meer lopen op eigen kracht. 

Moet je nog wel fysiek kunnen judoën om judoka te zijn? Moet je nog alles kunnen? Het is als met de levensboog waar ik op 10 mei over schreef. Op de levensavond werk je anders dan in je jeugd. 

Positief tot in de kist

Van het zen-spreekwoord en kyudo kunnen wij leren om dat 'anders' ook te zien als een innerlijke eenheid met het judo en het beleven van judo op een niet-fysieke manier. Met heel je levenshouding te werpen, met je beperkingen en je handicaps te controleren, met je krukken en rolstoelen kata te doen, met je verdriet en je tegenslagen randori te doen, en met je gebrokenheid van lichaam, een sterke geest te houden en winnaar te worden van het levenstoernooi. 
Ofwel: hoe judo je altijd positief houdt en je ook zonder 'pijl en boog' kan laten scoren... tot je tussen zes plankjes ligt.
Zet alle twijfel van je af en schiet onmiddellijk...

dinsdag 15 december 2015

Humaan blijven als je hard bent

Als je iemand slaat, blijf menselijk
Het beeld bij de tekst van Shihan Essence is niet een beeld van grote humaniteit/menslievendheid. Eerder van gemeen geweld, pijn doen, vernedering en macht uitoefenen over een ander. Datgene waar heel de wereld vol van lijkt, en waar zo veel mensen slachtoffer van zijn. Hoezo moet je iemand mogen slaan? Waarom zou je? Is de humaniteit uit onze wereld verdwenen?

Enkele weken geleden waren de fans in mijn woonplaats in alle staten van verrukking toen "The Natural" Nieky Holzken zijn wereldtitel kickboksen succesvol verdedigde. Tegelijk is hij ook in zijn eigen soap op tv geweest om aan de wereld te laten zien dat er ook een mens staat en niet alleen een vechtmachine. Met een gezinnetje en een katholieke rozenkrans om zijn hals.

Ook al weten we dat judoka niet slaan, het beeld van 'vechtsporten' is dat van een harde wereld. Zeker voor wedstrijdsport, full contact. Je gaat voor een overwinning, of dat ippon of KO heet. Daar moet de 'tegenstander' dan maar wat voor incasseren. Dat lijkt onmenselijk en wreed. Maar is het dat ook?

Onderdeel van het spel

Het punt is, dat ook harde gevechten en harde klappen een 'spel' kunnen zijn, met wederzijdse instemming, volgens regels, en met mensen die daar op getraind zijn. Een geoefend kickbokser moet mij geen harde dreun op mijn (niet-bestaande) 'sixpack' geven, maar de uitdager van Holzken is daar op getraind. Een geoefend judoka mag mij wél op mijn rug gooien mits goed gecontroleerd. Want daar ben ik op getraind. De nieuwelinge die net weet hoe ze haar witte band kan knopen, is dat niet en wee de judoka die dan keihard gaat gooien met haar. 

Binnen het spel, en binnen de context van de sport, moet er veel kunnen, ook als dat enorm hard lijkt voor anderen. Buiten de specifieke context is een judoka (of vechter) juist géén vechter. En is bij uitdagend gedrag van een andere betrokkene 'nee' ook absoluut 'nee'. Wat over die grens gaat, kán echt niet.

Onderdeel van het spel kan wel degelijk een enorme 'hardheid' zijn, ook op de 'zachte' weg. Om
1) Discipline
2) Doorzettingsvermogen
3) Beheersing
te kweken.
Het laatste punt - beheersing - is het punt van een menselijke beschaving. Trainen als een beest mag wel. Maar een beest (willen) zijn kan niet. Wij zijn geen beesten met primitieve instincten, maar gaan verstandig en gevoelig met medemensen om. Zelfs in een keihard gevecht. Maar zeker buiten die vastomlijnde context van een 'spel', weten juist judoka en vechtsporters exact hoe ver ze kunnen gaan, voelen ze nóg beter aan wat grenzen zijn en hoe je met lichaam en geest van anderen omgaat. Judo vormt karakter. Nobelheid.

Leer te vechten om nooit te vechten
Aan het gedrag buiten de mat of ring, zie je ook veel over het karakter van de ander. Er zijn vele vormen van ongepast geweld en grensoverschrijdend gedrag, zowel fysiek als met woord en gebaar. Vaak voel je in de kleedkamer daarom al met wie je lekker gaat trainen of niet. Een medejudoka die steeds racistische opmerkingen maakt over mensen in zijn straat, of een andere judoka die elke keer zijn 'kickboks-kwaliteit' met harde stompen wil tonen... dat hoort niet bij de zelfbeheersing en beschaving van judoka in woord en daad. Dat ga je merken op de mat en buiten de mat zullen ze niet merken dat die anderen judoka zijn.

Daarom is een programma over het leven van een vechtsporter eigenlijk wel goed. Het kan een beeld scheppen van een mens achter de vechter. Dat het leven meer is dan klappen geven en nemen. Of dat die klappen de mens karakter geven en juist tot een betere mens maken. Want dat zou de bedoeling moeten zijn van alle vechtsporten, wegen, en kunsten. Meer humaniteit. Opvoeding. Beschaving door beheersing. Hardheid die zacht maakt. 

zondag 13 december 2015

Shizen hontai 自然本体

Shizen hontai 自然本体  (of shizen tai) is het Japanse begrip voor de 'natuurlijke houding' die een judoka normaal zo goed mogelijk moet behouden. Natural posture, het wordt ook door de IJF steeds meer gezien als de basis zelfs voor het wedstrijdjudo, tegenover de gebogen houding die men tien jaar geleden nog zo veel zag. Wat is het eigenlijk?

In kata is het 'natuurlijk postuur' uiteraard een onderdeel van het geheel, je kunt geen waardig kata doen als je lichaam als een zak aardappelen beweegt. Eigenlijk is het bewegen en stappen (suri ashi) in het judo onmogelijk te beleven zonder het gevoel van de natuurlijke houding bij het staan.  Ik schreef eerder iets over shizentai toen ik iets zei over shisei. 
  • shizen 自然 = de natuur, het natuurlijke
  • hon 本 = fundamenteel, de grondslag
  • tai 体 = het lichaam
Je mag het denk ik vertalen met de 'fundamentele natuurlijke lichaamshouding'.

Toch zie ik in de beschrijvingen die ik zelf 3,5 jaar geleden in het blog shisei aangaf, vooral veel nadruk op de positie van de voeten. We vinden dat ook terug op "judopedia". Is het van belang in hoeveel graden de voeten staan? Is het wezenlijke dat de voeten ca 30 cm uit elkaar staan (bij breedgeschouderde mensen iets meer)? Is er ook bij mijzelf voortschrijdend inzicht? Jazeker.

Staan vanuit je buik

In het boekje 'tai otoshi' van Tokio Hirano vond ik iets wat waarschijnlijk nóg fundamenteler is:
De romp recht houden, de benen lichtjes geplooid en het gewicht van het lichaam op het voorste gedeelte van de voeten brengen, al de kracht geconcentreerd in de buik. (pagina 4)
Het laatste zinnetje laat zien dat Hirano heel goed wist dat in judo alles uit de hara komt. De natuurlijke lichaamshouding is een kwestie van concentratie. In de buik, de plaats waar alle kracht geboren wordt - adem en balans - en dus niet concentreren op de voeten of de schouders.

Essentieel voor heel de lichamelijke balans is de ademhaling en daarvoor gebruik je de longen, maar de diepte komt van onderen. Ik heb er al vaker over geschreven. Mensen die bezig zijn met ki of stress-therapie weten dat uiteraard allang. Of je staat of (seiza) zit of ligt, of beweegt: het is natuurlijk als de stroom vanuit de 'buik' klopt. En het postuur wat daarmee samenhangt, legt de nadruk dan meer op de heupen dan op de voeten. Hoe het bovenlichaam is - heel breed of heel smal - doet er niet toe. Men kan ook met de armen gespreid of in een halve 'aanvalspositie' (zoals bij karate en andere striking arts) volledig 'natuurlijk staan'. Ook op één been kan men in principe shizen staan - gelukkig maar want anders verloor een judoka zijn natuurlijkheid meteen als hij zijn voet verplaatste! Als we stil staan, op een natuurlijke manier, is dus alleen van belang dat de hara goed zit/staat. Voor de voeten betekent dat bijna altijd, dat - zoals Hirano zegt - het gewicht op de voorkant van de voeten rust en niet op de hielen met gestrekte benen.

Van daaruit is er dus ook zoiets als 'natuurlijk bewegen'. Wie de natuurlijke houding kwijt raakt als hij zijn lichaam beweegt, verliest zijn balans en dan gaan de andere natuurwetten werken, vooral die van de zwaartekracht. Iemand die echt gevorderd is in deze natuurlijkheid, kan bij de kumikata aan de krachtsdosering en beweging voelen of iemand zijn natuurlijke balans mist. Ik stel me voor dat top-aikidoka hier een boekje over kunnen schrijven... zij voelen het al als iemand hun pols aanraakt.

Wie deze principes vergeet, heeft op voorhand verloren van iemand die het wel heeft. Het zou voor judoka op en buiten de mat een tweede natuur moeten zijn. Dan lopen we dus niet in fitness-stand alsof onze oksels ontstoken zijn, maar in rust en waakzaamheid, de benen soepel in plaats van strak, bijna-meditatief één met de natuur, de adem vanuit de buik.



woensdag 9 december 2015

Luiheid maakt alles kapot

Lichamelijke oefening verbetert de gezondheid.
Geestelijke oefening verbetert het welzijn.
Luiheid vernietigt beide.
Laatst sprak ik een jongere die ik al zeker zes jaar ken, en die in veler ogen een 'probleemgeval' is. Hij heeft prikkels en storingen waardoor hij zijn energie niet kwijt kan en soms hyper wordt, of zelfs agressief. Zijn leven is daarom niet bepaald over rozen gegaan. 

Nu kwam ik hem tegen en hij zei dat het nu goed ging. Want hij was nu gaan sporten en had een goede trainer en hij wilde stoppen met roken. Zozo! Zijn gezondheid wordt enorm verbeterd door lichamelijke oefening, en hij moet dan ook heel hard gaan trainen: fitness en (vecht)sport. Ik ben benieuwd hoe hij er over een jaar uitziet.

Tegelijk is zijn fysieke training een enorme geestelijke oefening. Want de jongeman heeft in zijn leven heel wat tegenwind gehad en steeds had hij de gewoonte om de schuld van zijn eigen falen aan anderen te geven. Nu wordt hij geconfronteerd met zichzelf, immers: in een gym kun je op niemand anders boos worden als jezelf als je je doelen niet haalt.

Maar. Wat zijn valkuil gaat worden is zijn gemakzucht. Een ziekte waar heel veel jongeren onder lijden. Lamlendigheid, 'geen zin vandaag'. Niks is zo verleidelijk als een uitvlucht. Bruce Lee heeft gelijk!

Wij zien ze in onze judogroepen allemaal. Mensen die denken dat ze met om-de-andere-week trainen ook hun volgende band wel krijgen. Of mensen die boos zijn als ze na een vakantie geen conditie meer hebben. Jaja de sportscholen zijn soms dicht. Maar om zes weken op je luie **** te gaan zitten is het andere uiterste. 

Ik hoop dat de jongere waar ik aan denk het gaat redden deze keer. Het zou niet de eerste keer zijn dat hij struikelde over zijn gebrek aan discipline en de gemakzucht. Ik wil hem over een jaar opnieuw tegenkomen. Als hij dan nog steeds is blijven trainen, ga ik een pint met hem pakken. Want die heeft hij dan echt verdiend.

zondag 6 december 2015

Ukemi en het principe van jū

Voor een beginneling die een paar lessen neemt, kan ukemi (valbreken) lijken op een soort basisprincipe van netjes vallen als je geworpen wordt, om blessures te voorkomen, en overmatige druk op het lichaam te vermijden. Toch is ukemi meer. Ukemi is een demonstratie van. Ik schreef er over op 23 augustus jl.  maar ik had daarover ook nog een mooie tekst bewaard.
Als een partner je werpt, was zijn techniek goed, je was uit balans en hij werpt je op de juiste manier. Je gaat vallen en dat weet je. In feite hoef je het niet te weten, je lichaam zou het vanzelf moeten voelen. Wat doe je dan? Klamp je je aan tori vast met je hele lichaam om zo je leven te redden? Word je stijf als een stenen beeld zodat je op wonderbaarlijke wijze niet geworpen wordt? Steek je je arm uit naar de tatami en bid je dat je arm sterk genoeg is om het gewicht van je lichaam te weerstaan, in de hoop dat je lichaam de tatami niet zal raken?

Nee! Je moet accepteren dat je wordt geworpen en dat je op de tatami zult vallen, met je hele lichaam en niet alleen met je handen en je voeten. Je moet je ukemi goed nemen en uitvoeren. En dat vraagt vaardigheid, je lichaamspositie, het plaatsen van armen en benen, hoofd en nek en het juiste doen, en vasthouden aan tori's revers om je val te controleren, je lichaam ontspannen, de impact van je val verdelen over je lichaam, niet opgewonden te raken, en dan goed rollen. Er kan nog meer op de lijst staan.

Dat is . Geen weerstand bieden aan de zwaartekracht. De realiteit aanvaarden dat je valt. Maak het beste van je val, een ervaring. Raak je gewond? Heb je pijn? Nee. Weet je hoe je bent geworpen? Wat ging er goed en verkeerd? Wat heb je geleerd van de worp? (...)
Ukemi is een actieve handeling, niet een passieve.

Ik vroeg mijn sensei om dat te tonen. Hij vroeg me een o-goshi te doen op hem. Ik deed het. Ik bewoog hem uit balans naar voren, op zijn tenen. Ik ging de kake in met de klassieke o-goshi vorm. Op dat moment was hij duidelijk in staat van kuzushi en op het punt door mij te worden geworpen. Ik ging door. Toen voelde ik, wat alle judoka zouden moeten herkennen, dat er iets mis ging. Niet dat mijn sensei de worp stopte. Hij liet me doorgaan. Voor ik het echter besefte, drukte er iets op mijn heup zo sterk dat ik zelf viel. Ik keek op en zag mijn sensei nog steeds taan, precies waar hij was toen ik de worp inzette. Wat er gebeurd moest zijn, was een plotselinge verplaatsing van zijn zwaartepunt. Hij verklaarde me dat ukemi niet alleen 'buiten' het lichaam gebeurt, maar ook 'binnen' waar het zwaartepunt is. Het is alsof je zwaartepunt duikelt.

In relatie tot ukemi en , moeten we ook denken het concept van wu-wei 無為 (gewoonlijk letterlijk vertaald met "niets doen". Ukemi is een voorbeeld van actieve wu-wei (een paradox?). In de geschriften van Zhuangzi staat het volgende voorbeeld in verband met ukemi:

"Als een dronkaard valt, kan hij gewond raken, maar niet doodvallen. Zijn botten en ledematen zijn hetzelfde als die van andere mensen, maar de mate waarin hij gewond raakt is anders omdat zijn geest niet verdeeld is. Hij nam niet waar dat hij ging vallen. Het kwam niet in hem op dat hij buitelde, of angst dat hij zou sterven kwam hem niet voor de geest, en daarom bood hij geen weerstand om zich te beschermen toen hij tuimelde. Als eenvoudig wijn drinken als zo'n effect kan hebben, wat dan als iemand onverdeeld uit de hemel valt?"

Natuurlijk hoeft niemand dronken te worden om judo te kunnen doen. Wat deze passage (en andere leringen van het Taoisme) wil aanduiden is, dat de ukemi die we doen, moet zijn dat we ukemi doen zonder dat we denken aan ukemi. Laat ukemi een deel van de natuur zijn. Dat is .

Kaji, Judoforum 16-4-2008

woensdag 2 december 2015

Doelgerichtheid of jezelf kwellen?

waar doe ik het voor...?
Vorige week schreef ik over de JBN en de nieuwe opleidingsstructuur, in verband met het krantenartikel twee weken geleden in de Wegener Pers. Een blog wat fundamentele vragen stelt.

Uiteindelijk is een groot probleem met jongere judoka (of pubers) dat ze nog niet echt geleerd hebben om doelen vast te stellen (waarom doe je het allemaal) en hoe de weg daarheen gepland moet worden. En hoe ze die weg consequent moeten gaan. Moderne jongeren worden op dat punt al totaal overvraagd voor ze zestien zijn. Hun studiekeuze is al meteen na de brugklas gemaakt, met een richtinggevend profiel waar ze in feite de rest van hun leven aan vast zitten. Hoe kan een kind dat beslissen - alle mooie begeleidingsprojecten ten spijt?

In zekere zin geldt dat ook voor judo en andere vormen van (top-)sport. Waarom zou je jezelf kwellen met zoveel inspanning als je niet eens zou weten waarom? Waarom zou je allerlei coaches vertrouwen op hun woord als je niet een hele goede band met ze hebt? Anders ga je toch niet alle plezier van je jonge sociale leven opofferen voor judo? Waarom jezelf zo aftobben?

De kunst van een goede coach, is ergens naar toewerken, maar in de stappen en het tempo die de leerling aankan. Pastoors en dominees probeerden vroeger om mensen - ook kinderen - dingen te laten doen zodat ze later in de hemel zouden komen. Prima perspectief, daar niet van, maar kinderen denken nog niet aan de dood en wat daarna komt, ze moeten eerst gaan ervaren waarom het goed is om nu dingen wel of niet te doen. Zo moeten ook judoleraren en coaches niet de 'wedstrijdhemel' beloven terwijl het kind zo ver nog niet kijken kan, of gaat verdrinken in een Olympische droom waar het de eerste stapjes nog niet van kan bevatten. Jaja, alle jongetjes willen profvoetballer worden voor het salaris van Messi, maar als ze zien hoeveel uur ze moeten hardlopen om in de C1 te komen, is de droom van Messi al voorbij. Zo is het met de judoka in de dop net zo. Discipline is een kwelling als je niet helder hebt waarvoor. En dat kunnen velen nog niet...

Nu zijn deze pedagogische vragen niet nieuw. Het is al weer een tijdje geleden dat ik met citaten van Jigoro Kano kwam aanzetten - en inmiddels ben ik me meer dan ooit bewust dat men alle mooie idealen van de stichter ook met een korreltje zout moet nemen - maar deze woorden klinken nog steeds goed:
Op die manier, als je doel helder wordt, zul je weten dat je je energie op de meest effectieve manier moet toepassen om je doel te bereiken. Maar als je het doel van lichamelijke opvoeding niet hebt vastgesteld, zal het niet duidelijk zijn hoe je je energie op de meest effectieve manier kunt gebruiken. Als je vandaag de dag de landen van de wereld bereist, zul je merken dat de mensen wel een vaag begrip hiervan hebben, maar dat ze nog geen vastgestelde doelen lijken te hebben. Verschillende methoden van lichamelijke opvoeding in de wereld hebben nog geen doel dat volledig wordt begrepen. Zoals ik het zie, is het doel van lichamelijke opvoeding om een sterk en gezond lichaam te ontwikkelen, en dat lichaam zo te trainen dat het van nut is voor de samenleving, terwijl tegelijkertijd de vaardigheid wordt ontwikkeld om het verstand te cultiveren. Ik stel me voor dat de meeste mensen daarmee kunnen instemmen. (Mind over Muscle p. 52-53)

Uiteindelijk moet je je doelen verhelderen. Als die eenmaal zijn verhelderd, moet je al je geestelijke en lichamelijke energie op de meest effectieve manier aanwenden om die doelen te bereiken. Leraren en studenten moeten samen ook een duidelijk streven hebben. Alleen als we heldere, duidelijke doelen hebben, zal intellectuele training betere resultaten voorbrengen dan we heden ten dage zien. Wat ik bedoel met doelen, zijn eigenlijk de fundamentele ‘strevingen’. Jezelf overbelasten met allerlei triviale doelen is contraproductief. Als je niet tot op zekere hoogte helder hebt waar je groter belang aan hecht in je emoties of verstand, en geen helder doel hebt, kun je seiryoku zenyo niet echt in de praktijk brengen. Je moet eerst een doel vaststellen en je energie daar efficiënt op richten; vervolgens zullen de opvoedkundige methoden helder worden vanuit het grote geheel, en zo zal de weg die iedere individuele persoon moet volgen duidelijk zijn. (Mind over Muscle p. 61-62)
De rest is alleen maar jezelf kwellen. Of goedbedoelende judocoaches die hun judoka kwellen door ze zich suf te laten trainen zonder te zien dat de judoka nog niet helder heeft waarom eigenlijk.