woensdag 29 juli 2015

Gouren - nee dit is niet Japans!

Vorige week heb ik mij verheugd in een korte vakantie in Parijs. Uiteraard kan ik 'Eiffeltorenselfies' plaatsen (een leuke toren om te beklimmen hoor) maar te veel egotripperij is niet erg 'judo' dus houd ik me maar bij mijn blogonderwerpen.

mijn fotootje
Een bijzonder museum in Parijs is het Musée d'Orsay. Modernere kunst zullen we maar zeggen, vanaf de tijd voor Van Gogh. Daar trof ik een schilderij aan wat ik meteen interessant vond als judoka. La lutte bretonne van Paul Sérusier (1864-1927), geschilderd rond 1890.

Interessant schilderij, niet alleen uit kunstzinnig oogpunt. Ik dacht: kijk eens aan wat een mooie overname van ko uchi gari door ko soto gake. Met een mooie balansverstoring. Maar het is alleen geen judo maar... Gouren. Ja dat heb ik thuis even opgezocht natuurlijk.

Gouren

Gouren is een Bretonse art martial, die heden ten dage nog vrij actief als wedstrijdsport wordt bedreven, maar die net als het judo hele oude wortels heeft. De Fransen - trots als ze zijn - hebben het over wortels uit de 4e eeuw, maar als ongeharnaste spelmethode is de 16e/17e eeuw een betere indicatie. Het is een vorm van worstelen, maar... qua techniek en wedstrijdverloop wel verrassend verwant aan het judo. En dus interessant!

Allereerst heeft Paul Sérusier op zijn schilderij vrij exact de kleding weergegeven die ook nu nog is voorgeschreven. Blote voeten, een stevige niet te lange Franse broek en een stevig wit (!) hemd, wat zo stevig moet zijn dat men het kan vastpakken bij de mouwen. Om dat hemd wordt een witte band geknoopt.

Verder worden voor en na de wedstrijden enkele traditionele rituele tekenen van respect gegeven aan elkaar.

Wedstrijden zijn bij voorkeur buiten in het mulle zand, begeleid door Bretonse muziek en evt. traditionele rurale rituelen. Maar ook binnen op matten in een sporthal kan.

Trainingen vinden tegenwoordig plaats in... een dojo met tatami en dikke valmatten.

Wedstrijdregels

Bij de wedstrijden is het de bedoeling om de tegenstander vol op zijn rug te gooien. Dat heet Lamm, 6 punten, en net als bij judo is de wedstrijd dan over. Komt iemand niet volledig plat op zijn rug, is dat Kostin, 4 punten - punten die aan het eind opgeteld worden. Een val die niet echt op de rug is, maar wel een technische score, is Kein. Wij herkennen meteen onze ippon, wazari en yuko...
Begaat iemand een overtreding? Gouren kent net als het judo een straffensysteem! Eerste waarschuwing (Diwall) wordt niet opgeteld. Daarna is een overtreding een Fazi (shido bij ons) en daarvan mag je er drie hebben om een Divrud op te lopen, wat wij hansokumake noemen: diskwalificatie. Twee fazi is een poent, wat op het scorebord een kostin wordt.
Grondwerk kent men niet echt, wat voor worstelsporten vrij uitzonderlijk is. Alles is staand werpen. En daarna meteen weer opstaan.

Ook de wedstrijdduur is vergelijkbaar met judo. Kleinsten : 3 minuten ; zeg maar -12: 4 minuten ; -15 : 5 minuten ; -18 : 6 minuten ; volwassenen : 7 minuten. Met verlenging mogelijk van een halve wedstrijdduur. Op de mat/in het zand: een scheidsrechter, twee aan de kant en een scoretafel.

Net judo

Wat ik zie op video's is echt net (wedstrijd-)judo. Alleen heeft men vaak minder mooie controle over het hemd en gaat men dus een andere pakking doen, dichter op elkaars lichaam. Maar wat dan volgt, is balansverstoring en een worp. Er is geen gedoe met afstand houden af pakking willen verbreken, ik vermoed dat zoiets niet mag. Het is dus intensief werken met balans, terwijl de twee beoefenaars elkaar dicht vast hebben. Het betekent natuurlijk wél dat er meer kracht gebruikt wordt, al zie ik op video's dat ook bij Gouren de beweging van de heupen zeker zo belangrijk is als het werken met de armen. Maar ja, is wedstrijdjudo niet hetzelfde geworden? Héél veel kracht?

Wat judo zo uniek maakt is het systeem van opvoeding. De technieken zijn daarvan een uitdrukking. Maar ik ben er zeker van dat Jigoro Kano - als hij op bezoek was geweest in Bretagne -  zich positief zou hebben uitgelaten over Gouren. Want los van het opvoedingselement, heeft ook deze art martial een enorm respect voor elkaar, tradities, eigen taalgebruik (Bretons), en is het geworteld in een hele cultuur. Daarmee overstijgt het een puur sportieve vechtcultuur, en komt het in veel opzichten dichtbij de traditionele Japanse gevechtssystemen.

En verder... Japanners zijn trots op hun tradities, maar Fransen, ehh... pardon, Les Bretons, zijn dat ook. Wat je door één schilderij al niet kunt ontdekken hè... ;)










zondag 26 juli 2015

Confucius (2) ijverig studeren en kata

Het is weliswaar vakantietijd en dus regeert de ontspanning en het niks doen. Voor Confucius is niks doen net zo slecht als voor de conditie van een judoka. Deze zomer gaan we de aan de hand van de oude Meester op zoek naar een wijze les voor onze judotraining...

De prikkel van Confucius' methode
Ik kan niets verhelderen aan degene die niet ijverig is om te leren,
Ik kan niet degene opwinden die niet gespannen probeert
om zelf een antwoord te geven.
Als ik één zijde van een vierkant heb laten zien
en ze kunnen niet bij me terugkomen met de andere drie,
dan ga ik die andere kanten niet vertellen. (Analecta 7,8)
Uiteraard was het voor de Meester niet zo dat iemand die niet slim genoeg was om zelfstandig alle andere facetten van de leer te vinden, niet zou willen helpen. Dat deed hij met geduld en volharding. Niet iedereen heeft dezelfde capaciteiten. Maar zijn leermethode was er wel op gebaseerd om de leerling te prikkelen. Als die prikkel ontbreekt, houdt het voor hem op. De student moet initiatief tonen, actief zijn. Alleen passief luisteren en niet zelfstandig leren onderzoeken en nadenken, is voor de Meester geen 'leren'. En nog veel minder opvoeding, want bij het deugdzaam leven komt het niet alleen aan op kennis, maar vooral op daden. 
De woorden van onze modeltoespraken
kunnen niet in de lucht blijven hangen.
Wat van belang is, is dat we ze tot daden maken.
Voor wie er wel mee instemmen, maar er niets mee doen;
voor wie verstard zijn en niet veranderen,
kan ik niets doen. (Analecta 9,23)
Kortom: in deze denkwijze is het van belang dat de leerling alles op alles zet om zelfstandig te leren, te onderzoeken en te ontdekken zoveel als hij kan, en die kennis gaat toepassen.

Judo volgens deze methode

Vanouds waren de Japanse sensei meesters in deze confucianistische leermethode. Een klassieke sensei zei wel wat de studenten moesten doen, maar legde niet alles compleet uit. Doe maar. Ontdek maar, zoek zelf naar de sleutel. Je gaat binnen door de poort van de doolhof, maar je moet je eigen weg vinden (een zeer Japanse manier van denken...) en leer door vallen en opstaan, telkens opnieuw. Leren door doen.

Het Kodokan judo bracht daar enige verandering in. Jigoro Kano leerde zelf zijn jujutsu zonder leraren die alles uitlegden, maar in de Kodokan werd veel extra les gegeven, en ook met vraag en antwoord (mondo). Dat was nieuw en ongehoord. 

Toch is het de vraag of wij dat wel op de juiste manier begrijpen. Want wij zijn nu gewend om alles van alle kanten te belichten, en doen dan eigenlijk precies het tegenovergestelde van wat Confucius bedoelt met zijn vierkant. Wij kauwen de dingen voor zodat de leerlingen snel begrijpen, maar ontneemt dat niet de prikkel van de ontdekkingstocht? Wij doen wel heel modern en geëmancipeerd, maar zijn veel 'paternalistischer' door het overcomplete onderwijs en kweken we daarmee volwassenheid? Is het betuttelende van poltiek-correcte praat wel vrij? Dat is de vraag... en het is ook de vraag of het Japanse systeem zo was ten tijde van Kano.

Kata

kata als methode voor sankyu..
Daarnaast is het de vraag of de leerling het wel aankan om alles tegelijk te horen. Of het zelf ontdekken van de 'drie andere zijden' van het vierkant ook niet beter past bij zijn ontwikkelingsstadia. Kata is als leermethode een typisch Japans model. Als je kata wil leren, moet dat stap voor stap en de judoka wordt door heel veel 'doen' ingewijd in een ontdekkingstocht van de principes. De sensei kan wel proberen bij kata alles tegelijk te willen vertellen, maar dan overlaadt hij de judoka. En probeert hij hem ook te vertellen wat hij zelf moet gaan ontdekken. Dat werkt niet, en het doodt de liefde voor kata. Dan is het te moeilijk om mee te beginnen, en aangezien de leerling de achterliggende principes tóch niet vat, ook zinloos. Je kunt een spons die al volgezogen is, niet nog meer doordrenken, dan loopt het water er weer uit. Het hoeft niet meteen perfect, het is een lang groeiproces.

Daarnaast is kata een goede manier om de ijver van de studenten te prikkelen. Juist omdat het totaal niet de directe bevrediging geeft van een snel (wedstrijd-)resultaat. Het nodigt meer uit een weg te vinden in een doolhof, dan een rechte lange gang te gaan. Althans... als een student ijverig is. Wie die ijver niet heeft, kan volgens deze methode beter inrukken. Maar die zal volgens Confucius dus ook niets leren, want het moet wel uit de student komen, het is niet alleen de leraar die zijn 'ding' er in pompt.

Mr. Miyagi

Mijn Hollywood-held is de Karate-Kid-sensei mr. Miyagi, voor mij nog steeds de archetypische 'filmsensei'. Kijk zijn rol terug en je vindt er dit confuciantische model. Daniel-San is de leerling wiens ijver enorm wordt beproefd. Geen zin? Dan ga maar naar huis. Maar vertelt mr. Miyagi hem alle geheimen van karate? Nope. Wax on wax off. Ga eerst maar doen en ontdek zelf de zin van de bewegingen. Het geheim leer je zelf, de sensei is de gids, niets meer.  Door dag in dag uit door te ploeteren, wordt de jonge puber volwassen en leert hij de diepte van karate en haalt hij de overwinning (op zichzelf). Dat is opvoeding en leren! Maar met het geduld van de archetypische bonsaiboom en de liefde van de sensei die wél alles geeft aan zijn leerling. 

Voor ons judo...

Wellicht zouden de judo-instructies baat kunnen hebben bij de klassieke Japanse methode en bijvoorbeeld via kata de weg kunnen vinden naar een leerling-model die meer zelf leert ontdekken en voor wie het geheim van het judo zich gaat ontvouwen via een prikkelende methode van ijver en herhaald doen. Het past niet bij de moderne tijd, waarin de judoka weinig geduld hebben, alles willen snappen ook al kunnen ze het nog niet snappen, reden waarom we dus maar met veel half werk genoegen moeten nemen. Een sensei wordt er voor betaald om zó les te geven dat de judoka het leuk vinden, niet te veeleisend, en vooral niet saai. We kijken liever naar films waar het er aan toegaat op zijn Japans dan dat we het doen... terwijl de middelmatigheid waarschijnlijk alleen overwonnen wordt als er ijverig gestudeerd wordt en de judoka geprikkeld worden zelfstandig en volwassen hun weg leren ontdekken. ..

woensdag 22 juli 2015

Koning en pion

na het spel gaan de koning en de pion in hetzelfde doosje
Wie niet schaakt, snapt de clou niet. Maar wie geen levenswijsheid heeft, ook niet.

Na de training of wedstrijd gaan de judoka allemaal dezelfde kleedkamer in (mannen en vrouwen gescheiden, dat wel) en dan gaan ze allemaal weer gewoon naar huis als... mens.

Er zijn mensen die koning op de mat zijn. Er zijn mensen die denken dat ze aan iedereen moeten vertellen dat ze koning denken te zijn. Er zijn stille mensen die nooit iets zeggen en op de mat nergens in uitblinken. 

We zijn allemaal stukken in hetzelfde spel. Niemand is meer dan een ander, niemand hoeft zich iets te verbeelden. En hoe goed of hoe slecht je presteert, of je vooraan of achteraan staat... je bent allemaal maar een gewoon mens. Anderzijds hoeft niemand zich minderwaardig te voelen ten opzichte van de 'koninkjes' en 'koninginnen'. Je bent wie je bent; alle stukken tellen mee, en alle stukken kunnen geslagen worden.

O ja, en daar denken we niet aan natuurlijk... uiteindelijk eindigen alle mensen/judoka ook een keer in een zelfde 'doosje' van zes plankjes met handvaten. Daarin zijn echt alle mensen gelijk en het is het enige wat je zeker weet van ons leven. Wie dat af en toe beseft, heeft meteen een minder grote mond. De échte groten der aarde beseffen hoe klein je bent. Wie is er méér dan een pion...?

Al krijgen sommige koningen wel een mooier graf: ziehier Napoleon (Parijs)

zondag 19 juli 2015

Confucius (1) opvoeding en de rol van de (judo)leraar

Het is zomervakantie en Mitesco heeft een zomerserie over de grote Chinese leraar Confucius en de opvoeding. Vier jaar geleden heb ik geschreven over Confucius en de moraal, de deugden, in een lange serie over de Chinese krijgsmoraal. Voor wie op de lange zomeravonden met de laptop of iPad op schoot een beter mens wil worden (LOL) kan nog eens terugbladeren in de geschiedenis van dit blog. Ik begon destijds met dit stuk over de waarden in het judo, gebaseerd op Confucius. En daarna een serie van tien delen, beginnend hier, met de wil. Van 1 juli 2011 en de hele zomer door. Anno 2015 gaat het meer praktisch over leermethoden...

Confucius (551–479 voor Christus) was - zo zou je mogen zeggen - de eerste humanist. Men zegt wel van hem dat zijn leer een soort 'religie' was, maar dat is zoals wij westerlingen er tegenaan kijken misschien. Er was wel een soort bovennatuurlijkheid in zijn denken (zoals alle oosterlingen dat hebben van nature) maar in zijn denken stond de menselijke beschaving voorop. De deugd en de moraal was dan ook primair gericht op humaniteit en de waardigheid van de menselijke persoon. Zijn tijd zeer vooruit, mag je wel zeggen. En dus nog steeds interessant voor onze tijd want het lijkt soms wel alsof de geschiedenis tussen beschaving en barbarij blijft schommelen, en hoogstaande culturen na enkele eeuwen weer vernietigd (moeten) worden door primitieve stromingen.

Zijn woorden werden postuum opgetekend in de Analecta en zijn nog steeds een bron van wijsheid. Voor de menselijke omgangsvormen hield hij vast aan de 'gouden regel' die ook eeuwen later de basis was van christendom en humanisme in onze streken:
己所不欲,勿施於人。"Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet." en: 子貢問曰:“有一言而可以終身行之者乎”?子曰:“其恕乎!己所不欲、勿施於人。"Zi Gong [een leerling) vroeg: "Is er één woord dat een mens door het leven kan begeleiden?" De Meester antwoordde: "Wat denk je van 'wederzijdsheid'! Leg nooit aan een ander op wat je zelf ook niet zou kiezen." Analecta XV. 24

Studie en opvoeding

In de Analecta komt Confucius naar voren als degene die "overdraagt maar niets zelf bedenkt" en dat wil zeggen: niet de leraar staat centraal, maar de leerling en de lesstof. Daarom is hij ook een nederige leraar, die de leerling zelf laat ontdekken wat in de overlevering van waarde is.  Maar daar moet wel hard voor worden gewerkt, want heel het leven is leren, opgevoed worden, en daarom begint zijn verzameld werk ook met het Chinese karakter voor 'studie' (學).

In deze eerste bijdrage van de zomer wil ik benadrukken wat de houding van de leraar is bij de Confucianistische opvoedings- en studiemethode.

Voor Confucius is de leraar in de eerste plaats dienstbaar aan de ontwikkeling van de leerling. En die ontwikkeling is voor de Meester niet beperkt tot één facet van het leven. Want 'leren' is niet alleen intellectuele kennis er in stampen, maar de hele persoon vormen tot een waardevol individu dat zelfstandig de juiste keuzes maakt om de samenleving te dienen. Dwang en je wil opleggen aan de ander is dan ook zinloos want het overtuigt niet. En wat niet zelf kan worden geïntegreerd in het leven, heeft geen wortel en zal ook niet standhouden. 
Methodisch kiest de leraar dan ook datgene wat van nut is om de leerling te brengen tot de universele ontwikkeling, op een volwassen manier.
Voor Confucius is dat uiteraard geen vrijblijvende zaak, want met luiheid gaat niemand vooruit. Daarop komen we in een tweede blog terug. 
Het modern-klinkende opvoedingssysteem van Confucius is niet modern in de zin dat de vrijheid die wij in de 20e eeuw in het onderwijssysteem hebben ingeweven, voor hem doelloos lijkt. Niet de subjectieve wil en gevoelens van de leerling zijn uiteindelijk het beslissende element van studie en opvoeding, maar de waarden die zijn overgeleverd. Deugd zonder eerbied voor traditie is voor de oosterse denkwijze ondenkbaar. De methode is dus bedoeld om de leerling te overtuigen, maar de 'lesstof' is niet relatief.

Deze methode en judo

Jigoro Kano was in hart en nieren een opvoeder. Het judo was bedoeld om via de technieken te komen tot een hoger doel, een beter menszijn. Het humanisme van Confucius, gecombineerd met westerse ideeën over opvoeding, brachten Kano tot zijn eigen systeem. Maar het is de vraag of wij anno 2015 niet ook voor de judolessen heel veel kunnen leren van de oude Meester uit China. Ik noem enkele punten:
  • Judo nooit verengen tot een technisch verhaal want opvoeding gaat altijd de breedte in, de totale mens/judoka in zijn hele ontwikkeling voorop stellen.
  • Judo nooit verengen tot 'leuk' want ook al staat de leerling centraal, er wordt wel een inhoud overgedragen die een waarde in zich heeft, en die mag niet worden geofferd aan de luiheid of de 'lol'van de judoka, of zijn 'zin'. 
  • De rol van de judoleraar is die van 'coach', zoals ik al eerder de rol van de sensei beschreef. Een berggids, die de judoka zelf leert klimmen en zijn eigen keuzes maken. Dat wil zeggen: technisch en moreel onderwijst de leraar 'op maat' want wat de leerling niet aankan, kan er niet worden ingestampt.
Dit alles gaan we verbreden in de komende weken, in de hoop dat we tijdens de zomer een mooie verdieping kunnen opbouwen voor ons judo-onderricht en onze groei als mens.

Wordt dus vervolgd...

woensdag 15 juli 2015

De laatste les voor de vakantie - maar wel terugkomen hè!

Ik schreef dit weekend over 'doorgaan' en niet stoppen.
Wat velen niet zullen weten is, dat Jigoro Kano in het eerste begin van de Kodokan, zijn judoka een eed in bloed liet zweren, waarvan de eerste regel was: 
"Ik beloof plechtig dat ik zal volharden in judo en nooit zal stoppen met training om enige onverantwoorde reden" (John Stevens, The Way of Judo, p. 22)
Een andere eed was, dat:
"de studenten altijd het nodige respect een aandacht moesten opbrengen voor de leraar, naar elkaar en naar gasten. En ze moesten beloven dat ze niet zouden relaxen en niet dagdromen..." (idem p. 24)
Dat laatste was omdat Kano bekend stond om eindeloze betogen die slaapverwekkend konden zijn, zeker als de judoka dan al die tijd in seiza moesten zitten in soms bloedhete ruimtes, met een kimono en een hakama aan.

Dat waren nog eens tijden zeg! 

Maar ook is bekend dat deze 'Kano academie' in de zomer wel wat vrijheid gaf, om te gaan zwemmen, basketballen en andere lichaamsoefeningen doen. 

Toch sloot deze strenge variant van de Kodokan in 1919. Waarom? Kano merkte op: "de tijden veranderen. Studenten zijn niet zo ijverig als voorheen." Hahaha Kano was toen 59 en al een oude mopperaar geworden. 'Die jeugd van tegenwoordig toch ook...'
"De studenten die ze me tegenwoordig sturen komen meestal uit rijke gezinnen en ze zijn meestal verwend, eigenwijs en lui. Het is dan mijn taak om ze te vormen en dat willen ze dan niet. Ik moest taai voor ze zijn. Anderen kwamen uit echt arme gezinnen en ze waren dankbaar en blij dat ze een dak boven hun hoofd hadden. Deze studenten werkten het hardst en ze klaagden nooit." (idem p. 26-27)
Kunnen we het ons voorstellen? We zijn nu bijna een eeuw verder en wat is er eigenlijk veranderd? 

Judoka zijn nu net zo als toen, denk ik dan. Je moet alle zeilen bijzetten om ze vast te houden. Slechts een enkeling is echt gemotiveerd en dat zijn niet de verwende nesten. Een eed kun je niemand laten zweren, want weg is weg, vrijheid blijheid. Maar ja, was dat in Kano's tijd anders? 




Hoe dan ook. Gisteren hadden we in onze dojo de laatste les voor de zesweekse zomervakantie (die in het Zuiden pas komend weekend begint). Ik hoop zelf in de vakantieperiode toch regelmatig te kunnen trainen, al is het maar in mijn eigen zolderdojo... Als de mussen maar niet van het dak vallen op zo'n dag, is het best te doen met de ventilator aan en de ramen in de tochtstand. De sportschool waar ik train heeft ook geen airco, en dat was wel te merken gisteren... 

Hopelijk komen de judoka die deze week hun bandexamen hebben gedaan, ook allemaal weer terug. Maar ja, er is niets nieuws onder de zon, dus niet iedereen blijft levenslang op de weg.

Iedereen een fijne vakantie!

zondag 12 juli 2015

Niet stoppen na de vakantie: 8 tips om het leuk te houden...

Mijn sensei is een bekende figuur in onze stad. Want als ze hem niet kennen van de school waarop hij jarenlang les gaf in lichamelijke opvoeding, kent men hem wel omdat men zelf of een van de familieleden een tijdlang judo heeft gedaan. Wie heeft er niet eens een paar jaar gejudood?

relax en ga door
Judo is bedoeld om een levenslange toewijding op te roepen, een weg om te blijven gaan. De werkelijkheid is anders. Judoka beginnen enthousiast, vaak in hun jeugdjaren, maar na enkele seizoenen gaat het judopak in de kast en uiteindelijk op Marktplaats. Wie de groene band haalt, is al een volhouder. Het is weer bijna zomervakantie. Wie komen er na de vakantie wel terug en wie niet???

Wat drijft mensen weer de mat af? Ik las eens een aantal praktische tips om het wél vol te houden. Ik wou dat ik ze gekend had toen ik zelf in mijn puberteit met judo stopte - terwijl het virus zo diep in mij was gaan nestelen...
  • Heb geen haast. Judo training is soms saai en de weg naar de zwarte band is lang. Sommige judoka stoppen omdat ze zichzelf niet meer kunnen motiveren door te gaan, ook als het enorm veel geduld vraagt. Streef niet naar een zwarte band, maar alleen om morgen beter te zijn dan vandaag. En laat dat dan genoeg zijn. Leg de lat niet te hoog en ga niet te hard.
  • Integreer het in je dagelijks leven. Wie zo veel traint dat familie en vrienden er over gaan klagen 'je bent ook alleen maar met judo bezig' verliest de support van je omgeving die je nodig hebt. En bouw het judo zó in de agenda in, dat er tijd over is voor andere dingen, en je het niet te druk krijgt om judo er nog bij te hebben.
  • Zorg dat het leuk blijft. Als je gemotiveerd blijft door de leuke sfeer in de club, kun je veel meer opofferen om te blijven trainen. Als het je ergens echt niet aanstaat en je verliest de lol, ga dan ergens anders heen maar stop er niet mee.
  • Durf even een stap terug te zetten. Als je merkt dat het te veel wordt, of dat je het fysiek even niet aankan vanwege een ziekte of blessure, wees eerlijk naar jezelf en luister naar je lichaam. Overleg met je sensei en neem even gas terug. Dan kun je de accu weer opladen om later terug te komen. Zolang dat niet meerdere keren per jaar gebeurt, is er niks aan de hand.
  • Train met mensen die je liggen. Als je geen fijne trainingspartners hebt, wordt judo heel zwaar. Zoek naar vrienden, mensen die ook graag met jou trainen en spreek af wat je samen wil bereiken. Als je een gezamenlijk doel hebt, houd je het veel beter vol. Als je dan eens geen zin hebt, weet je dat je vrienden op je wachten en dan ga je omwille van hen tóch.
  • Vermijd medejudoka die je niet mag. Als je steeds geconfronteerd wordt met judoka die jouw motivatie wegzuigen door een negatieve houding, of die jou storen, kan dat verkeerd uitpakken. Je mag zogenaamd niemand weigeren voor de training, maar als je het kunt uitzoeken...
  • Bouw genoeg rust in je leven in. Overtrain jezelf niet. Hardlopers zijn doodlopers en als je dat een paar keer meemaakt, is de kans dat je stopt veel groter.
  • En: Vergelijk jezelf niet met anderen. Judo is geen competitie. Iedereen mag zijn zoals hij is. Je bent zelf je eigen maatstaf en je sensei zegt je wel als je harder moet werken. Niet je eigen ikje wat zich minder gaat voelen dan anderen en dan vervolgens afknapt.
Er zijn vast nog meer praktische spelregels. Maar laat één ding voorop staan: doe je judo zó dat je niet stopt. Linksom of rechtsom: hou het hoofd koel en ga door. Met frisse moed terugstappen op de mat na de vakantie.

woensdag 8 juli 2015

Ju-no-kata als 'bejaardengym-judo'?

Op een van de judofora stond laatst dat een Jûdô magazine uit de Taisho tijd (1910-1920) iets stelt als: 
"Als iemand van rond de 45 judo wil gaan doen kan hij "Jû no Kata doen, misschien andere kata. Randori en shiai zijn voor mannen van 20- en 30-jaar oud."
Huh? Rond 1915? 1915???
ju no kata van Kano

Waarbij opgemerkt moet worden dat in die tijd judo en andere martial arts alleen voor mannen waren. Vrouwen gingen niet in het leger en ook niet de mat op. Judo als 'kindersport' zoals nu bestond ook niet. Dat wij in de clubs 90% kinderen hebben, was toen ondenkbaar.
Ja, zeker zal het judo in die dagen wel harder zijn geweest. Zeker in Japan. Ukemi was daar ook zeker pijnlijker dan nu - men had harde stromatten. Wij zijn watjes vergeleken met een eeuw geleden. Goed. De gemiddelde leeftijd was ook lager. Hoewel Japanners met vis eten altijd al wat ouder werden dan gemiddeld - als ze niet stierven door vechten, harakiri en/of oorlog. 45 jaar was meer 'bejaard' dan nu. Tot zover de historische context.

Maar verder? Mijn gevoel bij dit artikel is, dat er een eeuw geleden dus al judoka waren die in magazines schreven die niet snapten dat kata niet bedoeld is voor oude mannen - zoals nu ook wel wordt gevonden - of als een soort 'bejaardengym'. Ik word blij als ik zie dat er in ons land ook judoka van 14-15 jaar zijn die prijzen halen bij kata-wedstrijden in de kyu-klasse. Ik volg die jongens graag en geloof dat zij topjudoka zijn met die brede interesse. Want kata is de grammaticale basis, niet het eindstadium, een soort judo voor 'terminale judoka'.

Ik word dit jaar 50. Twee weken geleden heb ik genoten van een les jujutsu, die iets harder was dan een judoles. Ik train graag met judoka die 20-30 jaar jonger zijn. Ook randori. Ik zou dolgraag iets van ju no kata leren, maar ik vrees - haha - dat ik dán pas echt last van mijn lichamelijke stijfheid zou krijgen! Ik durf best te zeggen dat de beste leeftijd voor ju no kata is... als kinderen 7-10 jaar zijn. Als hun ledematen nog 'ju' zijn, soepel als elastiek. Als ze nog aan het begin van hun judo-carrière staan en nog alles moeten leren. Leren bewegen, leren voelen. Wij ouderen hebben niet de souplesse om nu nog ju no kata te leren, en als we het leren kost het veel moeite. Tenzij we altijd kata hebben gedaan, en altijd zo soepel waren... 

Oudere mensen hebben het meeste moeite met veilig vallen. Dát is het echte punt voor de 'bejaarden'. Op de mat en in het echte 'bejaarden-leven'. Maar als ze dat kunnen, kunnen ze volgens mij beter randori-no-kata doen, en als de knieën nog goed zijn, ook katame- en kime- no kata. Prima voor ervarener judoka. (Ook voor jonkies hoor.)

Maar ongelooflijk dat mensen in 1915 er al zo serieus naast konden zitten wat betreft de plaats van kata en het judoën op leeftijd....

zondag 5 juli 2015

Ai-ki. (合氣) Wat is die ki nou eigenlijk?

KI

In de wereld van de vechtsporten zijn enkele takken die het karakter 'ki' (氣) in hun naam hebben. Ai-ki-do en het Koreaanse Hap-ki-do bijvoorbeeld. Feitelijk betekenen die twee taalkundig hetzelfde: het Koreaanse 합기도 wordt vertaald met 合氣道 en dat is exact hetzelfde als 'aikido' en het betekent ook hetzelfde: de weg van het harmoniseren van innerlijke kracht - of hoe men het ook wil vertalen. Want ja, 合= harmonie, eenheid. 道 = de weg, maar 氣, ki, wat is dat nu eigenlijk?

Men kan boeken volschrijven over de mystieke betekenis van het karakter. Aikido-stichter Morihei Ueshiba was zelf nogal een 'mystiek' type en dus mag het niet verbazen dat in aikido-kringen sommige mensen 'met hun buik gaan zweven' als ze gaan interpreteren hoe hara, hun 'centrum' en ki met elkaar verbonden zijn. 

Gelukkig las ik laatst een wat realistischer bijdrage van Haruo Matsuoka (6e dan Aikido) en voor degenen die dat belangijk vinden: hij is een leerling van Seiseki Abe die weer een directe leerling van Ueshiba was. (BlackBelt juni 2014)

(c) BlackBeltMagazine
Matsuoka veegt de vloer aan met de mystieke uitleg van ki: 
"Veel mensen verstaan het woord aiki als harmonieuze ki-energie - zoals chi - maar ik denk dat veel leraren terugvallen op het gebruik van mystieke terminologie, omdat ze wellicht niet goed zijn in het uitleggen in eenvoudiger betekenissen."
Wat is het dan wel?

Een andere vorm van harmonie

In het magazine wordt een uitleg gegeven vanuit een realistische gevechtssituatie tussen twee mensen die helemaal niet even sterk zijn. Als die elkaar vastgrijpen, en de fysiek-zwakkere Matusoka controle wil krijgen, doet men eerst een potje kracht zetten vanuit de arm en de biceps. De sterkere voelt dat de aikidoka er niet meer uitkomt. Tot Matsuoka niet meer alleen zijn arm gebruikt, maar door de subtiele beweging van zijn lichaam de sterkere tegenstander uit balans brengt en de controle overneemt.

Volgens Matsuoka is aikido in een menselijk lichaam wat een team is bij balsporten. Een perfect team is onoverwinnelijk en niet voor niets wordt een coach beoordeeld op de capaciteit om al die individuele toppers sámen te laten scoren. Samen sterk, alleen is het niks.
Kracht-budo is als het ware een solo-actie van twee sterke spelers tegenover elkaar als stieren. Maar bij een teamsport wint niet het team met de sterkste spits, maar het sterkste samenspel.
"Hoe we het lichaam in aikido gebruiken is hetzelfde. De Kokyu of adem waar mensen over spreken, heeft een andere betekenis dan alleen 'adem'. Kokyu awase is in het Japans meer 'teamwork'  en dat is wat o-sensei (Ueshiba) echt bedoelde als hij sprak over kokyu/ki - als meer dan adem, ademhaling en innerlijke energie.'
Een goede techniek met de coördinatie van het hele lichaam produceert een kracht zonder te leunen op hoge niveau's van spanning of inspanning, zei hij. Als we leven of bewegen op een efficiente manier, moeten we al onze lichaamsdelen in synergie gebruiken [eng: synergistically] om een situatie meester te worden zoals een goed-gecoördineerd team dat doet met de bal. Ademhaling wordt dan een manier om kalmte te brengen en de kracht van het hele samenhangende lichaam op te wekken, en coördinatie te bewaren bij stress."
Ki is aldus geen mystiek fenomeen, maar een manier van coördinatie, en aanvoelen van de relatie van alle ledematen bij het uitvoeren van een techniek. Het teamwerk tussen je spieren en lichaamsdelen via de ademhaling. Geen foefje maar een manier van adem en beweging. Meer is het niet...

Geen mystiek maar gewoon efficiënte coördinatie

Nou wordt het ook voor judoka interessant. Want als ik het verhaal van deze aikido-sensei lees, denk ik meteen: dat doen wij ook. Als we het goed doen tenminste. Elke beweging en tai sabaki in het judo zou eigenlijk ook super-efficient moeten zijn (sei-ryoku zen-yo) en daarom pas 'jû'. Pure kracht en ongebalanceerde eenzijdigheid van armen of benen, is geen judo. En geen aikido. En geen karate, geen hapkido, geen jujutsu, taekwondo, geen budo.  Ik denk dat zelfs MMA of andere knock-out gerelateerde sporten niet anders werken, wil de beoefenaar niet totaal uitgeput raken. 

Maar judo. Als wij kijken naar een techniek als tai otoshi, dan zien we bijvoorbeeld dat een Tokio Hirano (die deze worp op wel 100 manieren kon doen) dat doet met dezelfde principes die aikidoka toepassen met 'aiki'. Tai otoshi is sowieso al een techniek die het hele lichaam moet gebruiken in grote harmonie. Als armworp gebruikt het meer dan armen en handen. De hele tai sabaki, balans-houden en balans-verstoren, kent bij Hirano honderden varianten, maar wat je ziet is een technicus die helemaal gecoördineerd is, en reken maar dat hij zijn ademkracht op elk moment juist toepast.

Wij hebben het óók in judo. Ki en aiki. Maar op een hele aardse en bijna wetenschappelijk-onderbouwde manier. Zoals Haruo Matsuoka het uitlegt snap ik het ook voor judo en andere budo.

donderdag 2 juli 2015

Een resolute geest in een gewoon lichaam

Jezelf onderwerpen aan straffe training is meer omwille van het verwerven van een resolute geest dan om een sterk lichaam te ontwikkelen.
Dank u wel, Masutatsu Oyama. U zult het zeker uit ervaring kunnen zeggen. Ik eigenlijk ook wel. Want ik train nu al jaren en jaren elke week in de fitness en als ik nou moet zeggen: hoeveel druk ik nu? Dan is dat.... niet eens wat ik 5 jaar geleden als maximum had. Erg hè?
Nou ja, veel jongelui gaan daar groot op: hoe zwaar, hoe vaak, aargghh... pompen! Voor mij hoeft dat dus niet. Ik kom goed genoeg mee met judo, kan met veel jongere judoka gewoon randori doen zonder me een 'ouwe zak' te voelen, en heb verder geen wedstrijdambities. Wel is mijn lichaam vooruit gegaan. In uithoudingsvermogen, soepelheid (relatief, want ik blijf stijf en kan niet alles meer na mijn ziektes) en balans. Maar sterk? Tsja dat valt dus tegen. Echt geen 100 kilo drukken met één hand. Maar wel makkelijk meer dan een uur judo - en dat kon ik niet toen ik in onze sportschool binnenliep.

Wat is mijn winst? Lichamelijk zeker wel. Maar niet zo sterk. Het is meer het mentale aspect. Met frisse moed steeds weer dezelfde dingen doen, dezelfde oefeningen, dezelfde bewegingen. Week in week uit. Niet opgeven. Tijd maken. Geen smoesjes. Vaste prik. Dat ritme, dat is die resolute geest die me ook de discipline geeft om elke week judo te blijven doen, ondanks mijn zeer drukke baan. Ja ik ga op vakantie. Dat is de enige tijd in het jaar dat ik er niet ben. Verder het hele jaar er elke week zijn. Trouw.

Jarenlange training vormt een geest. Om trouw en loyaal te zijn. Om door te zetten.  Een 'resolute geest'. Daar doe ik het voor.

Sterker willen worden dan alle anderen heeft geen betekenis