zondag 14 juni 2015

Tachi waza: staande blijven

Vorige week schreef ik over de Internationale Judo Federatie (IJF) en de aversie tegen worstelen. Een ander aspect van de regelwijzigingen die de IJF steeds doorvoert, is de nadruk op staand judo (tachi-waza). En dat heeft oudere papieren dan we denken...

China en gewapende gevechten

Zoals bekend bouwt het judo als Japanse gevechtsweg voort op de veel oudere Chinese gevechtskunsten en dat was allemaal ver voordat de (ongewapende) Meiji-tijd in Japan de nieuwe stijlen deed ontstaan. In het oude China en Japan was ongewapend vechten een rariteit. Men vocht met zwaarden, speren en dolken (de wapens die we in het aikido e.a. kunsten nog steeds in houten vormen gebruiken) en de verdediging tegen zulke wapens kon je alleen overleven als je de juiste afstand (ma-ai) kon houden van de tegenstander. Of een harnas draagt. In het aikido en jujutsu zijn de aanvalsvormen die afstammen van de Chinese kunsten beter bewaard dan in het judo, waar de afstand bijna altijd armlengte is, vanuit de kumikata. In die zin is judo meer 'sport/spel' geworden dan andere kunsten die het gevechtselement van aanval en verdediging meer in de oorsprong bewaren.

Grondgevechten?

Bij het traditionele krijgsvechten bestond dan ook nauwelijks een grondgevecht. Logisch eigenlijk De katame-waza op de grond hebben allemaal als doel om een ander ongewapend te controleren en te laten opgeven. Alleen verwurgingen zijn op leven en dood natuurlijk en verder zijn het hooguit breuken van ledematen als een klem erg hard zit. Maar met dolken op de grond spelen? Liever niet. We kennen het in judo en jujitsu (en kime no kata) vooral als een manier om snel de aanvallende tegenstander onder controle te krijgen. Ontwapenen. Het katame-waza (waar Jigoro Kano overigens ook minder interesse in had) is dus een hele andere invloed op het judo dan de traditionele Chinese en Japanse (gewapende) gevechtskunsten.

Met katame-waza kan ook een ippon worden gescoord in een wedstrijd. Als uke opgeeft of buiten bewustzijn raakt, of als de tijd voorbij is. Maar de echte ippon is in het judo uiteraard nog altijd als uke vol op zijn rug gaat. Waarom is dat het volle punt? Ook dat kunnen we het beste verstaan vanuit die traditionele kunsten. Want als iemand zijn evenwicht totaal verloor en op zijn rug landde... dan was hij dood. Dan kwam de verlossende speer/zwaard/dolk er achteraan. Zoals dat in het moderne jujutsu nog wel eens wordt nagespeeld. Een kreet, een stoot en exitus

De echte ippon

Het essentiële van het judo-duel is dus:  staande blijven en niet geworpen worden. Dat spel vinden we in het tachi-waza, en alle technieken zijn er op gericht op één of andere manier door balansverstoring uke te laten 'sterven'. De sutemi-waza zijn daarop een klassieke uitzondering uiteraard. Maar ook daar landt uke op zijn rug en wordt daarmee uitgeschakeld en op afstand gebracht. Dat is de echte ippon. Want wie op zijn rug ligt, is er geweest...

Alleen wie staande blijft, overleeft de strijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten