zaterdag 31 mei 2014

Kodokan kata stage in september

Op 12, 13 en 14 september komt, op uitnodiging van Mas Blonk, Shiro Yamamoto naar Nederland om een driedaagse stage te geven. Yamamoto is in Japan, een autoriteit op het gebied van judo. In de Kodokan bekleedt hij een hoge functie en verzorgt al meer dan 20 jaar stages in o.a. Duitsland, Italië en Frankrijk. Hij heeft met Chiba Midori  sensei de officiële Kodokan dvd’s Koshiki no Kata en het Itsutsu no Kata gemaakt. Verder heeft  hij, als tori voor het tachi­­­waza, meegewerkt aan één van de uitgaven van “Illustrated  Kodokan Judo”. Ook is hij als vaste leraar verbonden aan de Kodokan zomercursus v.w.b de Kodokan kata.
  • 12 september Dordrecht ­­­ Sportschool Muilwijk, Van Neurenburgpad. Van  10.30 tot 13.30 uur. Koshiki no Kata – Kodokan Goshin Jutsu – Itsutsu no kata
  • 13 september Goirle ­­­ Judo Academy Netherlands, Tilvoortsebaan 3. Van 14.30 tot 17,30 uur. Nage no Kata – Kime no Kata – Koshiki no Kata
  • 14 september Lelystad ­­­ Judo Vereniging IJsselmeer, Koploper Badweg 21. Van 10.30 tot 13.30 uur. Nage no Kata – Koshiki no Kata – Ju no Kata
Inlichtingen over opgave en kosten voor deelname bij: Mas Blonk

woensdag 28 mei 2014

De leraar heeft het altijd gedaan

Ja ik zie het probleem. En ik denk dat veel judoleraren het probleem ook zien. Assertieve ouders. Ze willen allemaal het állerbeste voor hun kind. In de schoolklas en op de judoles. Het kind is zó speciaal, het verdient alle aandacht en al het niet goed presteert, dan...

Normaal zou je gewoon moeten zeggen: "tsja, dan heeft het kind niet goed gepresteerd dus." Maar omdat het kind geweldig en speciaal is, kán het gewoon niet aan het kind liggen dat het desondanks toevallig niet gelukt is. En aangezien ouders als opvoeders al evenmin graag de hand in eigen boezem steken, is de zondebok snel gevonden. De leraar. Op school of in de dojo. En wááág het eens om een kind te corrigeren of het niet te 'bemoedigen'. Als het kind faalt, heeft de leraar/sensei gefaald.

Ik was laatst in een klas waar een echte moderne juf een klas echte hedendaagse ettertjes les moest geven. En aan het eind van de les tegen diverse kinderen ging zeggen:  "Ik ben zó trots op jou, want je hebt zó goed je best gedaan!" Wat best een kern van waarheid zal bevatten, maar er aan voorbij gaat dat dezelfde juf na de les zuchtend toegaf dat de leerlingen bijna allemaal een gedragsprobleem hebben. Tsja. Deze juf houdt dat denk ik zo niet vol tot haar 67e. Niet eerlijk tegen de kinderen zeggen wat ze mankeren, maar ze nog meer over de bol aaien? Daarmee de ouders bevestigen in hun 'opvoedingsrol'? Zodat die ouders als je dan helaas wel slechte punten moet geven, of ze er een keer straf moet geven, verhaal kunnen komen halen bij jou. Heel slim. Die lieve woordjes werken dan als een boemerang en als de juf niet van beton is, zit ze na verloop van tijd ziek thuis.

Zo is het in menig dojo ook. Of niet? Ten overstaan van de ouders aan de kant zeggen dat Joeri niet slaagt voor zijn groene slip omdat hij de gevraagde technieken nog steeds laat zien alsof hij een maand op judo zit? Tsja. Wees maar eerlijk, zouden we ook kunnen zeggen. Daar help je een kind meer mee, want daar leert het van. Je kunt dat best bemoedigend en lief zeggen, heus wel. Ook een strengere judoles kan heel leuk zijn. Een sensei die 'het' heeft, en een 'klik' heeft met zijn judoka, kan alles zeggen. Tegen het kind/de judoka.

Alleen, durven we ook nog op te treden tegen ouder(s) die op de stoel van de leraar of sensei willen gaan zitten? Wie neemt de leraar in bescherming tegen het front van leerling en ouder(s) en wie zorgt er voor dat de leraar nog iets kan zeggen tegen een kind wat met de ouder(s) verhaal is komen halen waar het kind bij is? Dat kind kan grijnzen, net als in de cartoon, want vanaf dat moment is de leraar vogelvrij. Kan een sensei optreden tegen ouders die zich met de les willen bemoeien, die de sensei de schuld geven voor een verloren toernooi of een mislukt bandexamen? Of zoeken ze mee naar uitvluchten om de schuld weer door te schuiven naar iets anders?

Bij judo is denk ik juist het leren omgaan met kritiek en tegen je verlies kunnen cruciaal. Wat ik afgelopen zondag schreef: leren. Leren van je fouten. Bereid zijn daarvan te leren. Het op jezelf betrekken en dan weer opstaan na de val. Dat is judo. Het lijkt wel het tegenovergestelde van modern onderwijs...

Opvoeding van je eigen kinderen is een enorme opgave. Maar opvoeden van andermans kinderen nog veel meer. Als je daarbij onvoldoende steun hebt van de rechthebbenden, heb je het als leraar altijd gedaan. Als een leraar zichzelf wil zijn in deze tijd, moet hij - als hij het zich kan permitteren - eigenlijk zulke kinderen definitief verwijderen omwille van die ouders. En dat vind je dan weer zonde voor dat kind met al zijn eventuele (judo)talent... tsja.

zondag 25 mei 2014

Leerbereidheid

Enkele weken geleden schreef ik over dankbaarheid op de mat. Onze medejudoka en sensei leren ons heel veel en de klassieke rituelen voorzien er in dat we dat na een les ook zéggen. 

Waarom zijn we dankbaar? Omdat we van de les veel leren. Dat lijkt heel normaal. We hebben 'les' en dus 'leren' we. Desondanks is het niet altijd de houding waarmee we op de mat staan.

Fouten en mislukking

Leren betekent in de eerste plaats: je mislukking kunnen erkennen. Mensen die denken dat ze nooit iets fout doen, zíen hun fouten dus niet en léren dus niet van hun fouten. Als iemand tijdens randori flink wordt geworpen, kan men daarvoor allerlei redenen buiten zichzelf aanwijzen (velen doen dat) maar ook als er allerlei redenen zouden kunnen bestaan, ben je wel zélf op je rug gegaan. En dan is het alleen leerzaam als je dan naar jezelf kijkt en wijst en niet naar een andere judoka.

Bij wedstrijden zien we dat nog het sterkste. Wie was de reden van je verlies? De scheidsrechter? De ander die je een straf aansmeerde of vuil spel speelde. Zal best. Maar wat deed je zelf? En zelfs áls je zelf echt goed was en kans had op het podium, waarom stond je er dan niet en wat leer je daar dan van voor een volgende keer?

De drift en zelfs woede bij sommige judoka na een verliespotje metselt hen helemaal dicht om er de unieke leer-ervaring uit te halen en dus te groeien. Geef je fout nou toe man, denk ik dan...

Over groeien gesproken. Judo is een , een weg dus. Wie op weg is, is niet op zijn bestemming, zo simpel is dat. Wie op weg is, zegt daarmee: ik heb een weg te gaan. Ik ben er nog niet. Dus... 

Kritiek positief waarderen

Maar goed. In onze tijd is nederigheid niet zo'n deugd meer, en heel veel mensen (judoka niet uitgezonderd) kunnen slecht tegen kritiek. Of het arrogantie of onkunde is, willen we niet weten. Maar als mensen de tegenslagen en kritiek van anderen op hun gedrag niet positief weten te waarderen, missen ze een heel stuk leerbereidheid. Missen ze de waardevolste kansen.

Je partner is je leraar

Die leer-ervaring is trouwens in de eerste plaats iets wat je met de partners en medejudoka leert. De sensei/trainer kan een kei zijn, maar als de rest van de groep zuigt, leer je niks. Een houding dat je van elke andere judoka wat kunt leren, of ze nu hoger gegradueerd zijn of beginners, of ze heel soepel of heel beperkt zijn, is de basis van alles. Je partner is je leraar, zo simpel is het eigenlijk, en hij leert jou het meest door je gigantisch te laten vallen, of enorm te laten aftikken.

Uiteindelijk is leren een kwestie van je eigen mindset. Wil je open staan om van alle kansen iets op te steken? Dan is geen enkele training mislukt. Mis geen enkele les. Als je echt wílt en je bewust bent van al die verschillende momenten dat je kunt groeien, kan judo werkelijk een les voor het leven zijn. Als je er maar voor openstaat.

woensdag 21 mei 2014

De sensei opent de deur maar jij gaat binnen

De titel van dit blogje is de vertaling van het Facebook-plaatje dat Budo Arashi Club in Novi Ligure (IT) gisteren plaatste. Het is een ju-jutsu-club, maar ook daar hebben ze wijsheid om te delen.


Il Maestro apre la porta ma sei tu ad entrare: "de sensei opent de deur maar jij bent degene die binnengaat".
Het is typisch voor de judo-traditie dat grote judoka vermelden 'onder wie' ze getraind hebben in hun leven. Leerlingen van de grote Japanse sensei vertellen met een zekere trots wie hun leermeester was. Soms hebben die grote meesters bijna mythische proporties. Ik ben ook trots op mijn leraren hoor, alle waardering! Maar ik weet van mijn huidige sensei dat hij heel vaak zegt: "Maar je moet het zelf doen!" Hij geeft zijn judoka dan ook op een vriendelijke manier op hun flikker, "want er moet wel gewerkt worden". En dat gaat hij niet voor je doen. Kán hij ook niet.
Wel is waar, wat ook een andere mooie spreuk op dezelfde Italiaanse Facebook-pagina zegt: 



Il vero maestri non insegna il suo sapere, ma l'amore per il sapere: "De ware sensei onderricht niet zijn eigen kennis, maar de liefde voor het kennen". En dat is het geheim van sommige judoclubs. Waarom trekken mensen naar de ene wel en de andere niet? Waarom komen sommige judoka uit de verf bij sensei A en bij sensei B niet op hun top? Waarom kan de ene sensei alles eisen van een judoka, zodat hij héél diep gaat, terwijl de zogenaamde 'topcoach' geen klap bereikt?
Uiteindelijk is het met judo zoals het met zoveel dingen in het leven gaat: het moet liefde worden, passie. Vuur moet er uit spatten anders brandt het niet. Dat hebben muzikanten en kunstenaars, dat hebben judo-sensei. Het papiertje judoleraar A of B is nodig, maar de liefde om te groeien leer je niet op school. Laat staan dat je de perfecte judoka wordt.

Als de sensei je de liefde voor de echte judo-kennis kan overbrengen, kan hij ook de judoka motiveren om "binnen te gaan". Niet hij staat op de mat in jouw plaats, jij doet het, maar hij is degene die je motiveert om er keer op keer te staan. En zo hebben die leerlingen van Hirano en Michigami ook geleerd. Ze zijn trots dat deze mannen ze afgebeuld hebben. Dat ze ondanks de harde lessen in die tijd nu nóg dankbaar zijn, betekent dat ze een gigantische motivatie hebben overgedragen, naast hun sublieme technische kennis.

Laten ook wij dankbaar zijn als we zulke sensei mogen hebben. En laten we in het verlengde daarvan ons toch bezinnen of de weg die tegenwoordig wordt ingeslagen in het 'topjudo' wel de goede weg is.  Je kunt alleen topjudo krijgen, als er een sensei naast staat die de judoka echt weet te motiveren.  Dat kun je niet afdwingen, dat moet een vonk zijn die overslaat. Waar de vonk niet is, komt er geen vuur. En waar geen vuur is, gaat de judoka niet verder door de deur, ontstaat er geen verlangen om te groeien.

In Italië hebben ze iets begrepen van het geheim...

zondag 18 mei 2014

Judo MIND-project (4) ko-ketsu 高潔 en hin-kaku 品格

Enkele weken geleden (20 april) schreef ik over het Judo MIND project, door de All Japan Judo Federation gepromoot. MIND, vier begrippen voor een judo mindset.

Vandaag een laatste deel in deze serie. Twee begrippen die te maken hebben met een deugdzame houding: ko-ketsu 高潔 en hin-kaku 品格.

ko 高 betekent: hoog
ketsu 潔  betekent: reinheid, zuiverheid.
Samen betekent ko-ketsu 高潔 dan ook zoveel als: adelzin, hoogheid, oprechtheid, voornaamheid.

hin 品 betekent: kwaliteit (wordt ook gebruikt voor waren en spullen)
kaku 格 betekent: vast, regel.

Het Japans kent een verwant woord kakugaihin 格外品 wat betekent: buitengewone kwaliteit. (gai = ongewoon) Dat betekent dat hinkaku wijst op een 'gewone' standaard. Zo zou de kwaliteit altijd moeten zijn, een vastheid. Het afgeleide begrip 'waardigheid' duidt dan op het constante, het regelmatige, het 'weten wat je er aan hebt'. 

Ik neem daarom beide woorden ko-ketsu 高潔 en hin-kaku 品格 bij elkaar in dit ene blog over het judo MIND-project. Want ze horen ook bij elkaar. Een judoka is een mens met een hoge standaard. Hij staat voor de principes van het judo en dat betekent: de waardigheid van zichzelf en iedere mens. Hij is daarin ook geen zwalkend figuur die met alle winden meewaait (zie het blog van vorige week). Hij staat voor eerbied-van-binnenuit (reigi). En die kwaliteit is dan een deugd, een constante.

We weten echter allemaal, dat juist dit een groot probleem is bij het hedendaagse judo. Veel mensen beginnen wel aan dingen met de beste bedoelingen, maar na verloop van tijd worden ze zwak en gaan ze toch weer terugvallen in oude (slechte) gewoontes. Het is alsof je moet stoppen met roken en/of drinken. Even gaat het goed, maar hou het maar eens vol! 
En dan komt de kracht van judo-training om de hoek kijken. Judo helpt wel degelijk om deze mentale strijd aan te gaan. Volhouden. Doorgaan. Elke keer weer. Vallen en opstaan. Dat maakt een mens sterk en leidt tot deugd, karakter, ontwikkeling, groei. Het komt niet vanzelf, maar het kán wel. Weg met de slapheid. Hajime voor een sterke persoonlijkheid begint met niet toegeven aan slapheid en onstandvastigheid.

Samenvattend wordt dan ook duidelijk vanuit deze Japanse begrippen waar het M.I.N.D.-project voor staat.




De judoka die hiermee instemt, onderschrijft de betekenis van vaste normen en waarden omwille van de ander (goede manieren, reigi) en staat voor zijn zaak zonder zich van de wijs te laten brengen (zelfstandigheid, ri-ritsu) en deze houding wordt een hoge standaard (zuivere oprechtheid, ko-ketsu) waar een andere van op aan kan, een constante kwaliteit (geestelijke stabiliteit, hin-kaku) en dat alles bij elkaar is MIND, de mindset van de judoka. Sterk en constant, een innerlijke houding van respectvolle manieren waar je van op aan kan.

Is dat niet een heel goede uitgangspunt voor een echte judo-renaissance?
Meneer Yamashita heeft een goed punt met zijn MIND-project.

woensdag 14 mei 2014

Niet bang zijn...

Laatst kwam ik een spreuk tegen. "Angst voorkomt niet dat je sterft, maar voorkomt dat je lééft." En ik dacht daarbij: dus moeten we voorkomen dat we sterven van angst.

Het is echter wel helemaal waar. Er zijn heel veel mensen bang om dood te gaan. Terwijl niets het kan voorkomen, eens gaan we allemaal. Zo zijn heel veel mensen bang voor dingen die ze niet kunnen voorkomen, zoals vallen - een bekend euvel in het judo. Angst die soms ingegeven wordt door ervaringen uit het verleden. Wie slachtoffer is van een misdrijf, krijgt slachtofferhulp, in de eerste plaats om over angsten heen te komen en niet de hele dag te denken dat het opnieuw zal gebeuren. En het zal je ook maar gebeuren, 's avonds brutaal beroofd te worden in de metro. Dan denk je wel drie keer na voor je weer 's avonds de metro in stapt. Terwijl... eigenlijk... je dat zou moeten doen. Ik heb zelf een keer een auto-ongeluk gehad. Het eerste wat een goede vriend zei: "morgen weer gaan rijden hè." Die vriend snapte het. De mens zit gek in elkaar. Elke keer als ik dat kruispunt over rijd denk ik... tsja. En dan gaat het over iets waar geen letsel ontstond. Laat staan als je iets écht vreselijks overkomt.

Toch kun je niet voorkomen dat er akelige dingen gebeuren. Ze gebeuren namelijk. Zomaar. Zonder reden. Lijkt het. Maar je kunt er niks tegen doen. Als je de dingen niet kunt laten komen zoals ze komen, word je helemaal gestoord. Dan ben je de hele dag met je eigen noodlot bezig en leef je niet je leven, maar je lot. Dan haal je het ongeluk wat je vreest naar je toe, dan ben je daar op gefocust, in plaats van het geluk wat je nu kunt hebben, gewoon te léven.

Je moet om gelukkig te zijn in een wereld waarin shit happens, eigenlijk leren om je leven los te laten en je over te geven aan het leven. Je kunt pas vrij worden als je niet bang meer bent voor welk noodlot dan ook, zelfs niet voor de dood. Gek hè... dúrven sterven maakt je onkwetsbaar voor de dood. Wie het niet kan (of wil) sterft al eerder zeven keer of meer. De dood begrenst je leven pas als je er bang voor bent. Als je die angst overwint... no limits anymore.


Dit plaatje past bij mijn verhaaltje. Judo kan ons helpen om over angsten heen te komen en beren te werpen. Ukemi is niet alleen de basis voor veilig judo, maar ook een levenstraining. De 'doodsangst' van een knallende worp, het moment waarop je helemaal overgeleverd bent aan de techniek van je partner, waar je er maar op moet vertrouwen dat hij je niet door de mat heen naar het eeuwig leven smijt, dát moment kun je alleen overleven als je je er aan overgeeft. Wie zich in angst verzet, bezeert zich. Wie het niet wil leren, zal blijven sterven bij elke worp. Wie het wél leert, en er van leert genieten, ontdekt een bepaalde vrijheid. Leerzaam voor meer momenten in je leven dan het uurtje judotraining.

Word vrij. Durf te sterven. Durf te vallen. No fear. No Limits.


zondag 11 mei 2014

Judo MIND project (3) Ji-ritsu 自立 en zelfstandigheid

Enkele weken geleden (20 april) schreef ik over het Judo MIND project, door de All Japan Judo Federation gepromoot. MIND, vier begrippen voor een judo mindset. Vandaag de tweede, na het blog over reigi vorige week.

De I van het M.I.N.D.-project staat voor 'independence' en dat is een (matige) vertaling van het Japanse kanji 自立 wat ji-ritsu is in romaji.

Beide kanji kennen we al als we trouwe bezoekers van dit weblog zijn.
自is 'ji' en dat kennen we van de judo-principes ji-ta kyo-ei en ji-ko no kan-sei. Het betekent: het ik, het zelf, je eigen persoon.
立, ritsu, kennen we van de staande 'rei' die we geven als we de mat betreden of een ander begroeten voor een wedstrijd: ritsurei. (afbeelding) Je ziet als het ware in het kanji een rechtopstaande torso (met een beetje fantasie).

Letterlijk is 自立, ji-ritsu, dus: het ik staat recht overeind. De oorsprong van het woord 'zelfstandigheid' is geboren. Ik ben dan niet gelukkig met het on-Japanse 'independence' wat meer 'onafhankelijkheid' zou kunnen betekenen. Want een judoka is juist nooit 100% onafhankelijk. Jij en ik schitteren altijd sámen, en worden in het judo juist afhankelijk van elkaar, en elkaars energie.

Maar ik snap wat er mee bedoeld wordt. Een judoka is geen meeloper in de verkeerde zin van het woord. Hij staat rechtop, d.w.z. hij weet waarvoor hij staat, durft principes te hebben en daar aan vast te houden. Hij laat zich niet zomaar verleiden om dingen te doen die niet bij de geest van het judo passen. Pesten en intimideren is bijvoorbeeld niet leuk en dat doe je niet al doet iedereen dat. Maar ook andere vormen van lompheid en onbeheerst gedrag doet een judoka niet, al is hij de enige die zich zo 'anders' gedraagt. Zo ben ik de enige in onze groep die consequent zori draagt, buigt naar de tatami en andere vormen van respect betracht. Al weet ik wel dat die zori geen zin hebben als niemand ze draagt en de mat dus vies is, tóch doe ik dat. Omdat ik daar voor sta. En zo zijn er wel meer dingen waarin je keuzes moet durven maken.

Dat geldt nog meer buiten de mat. Daar laat een judoka in zijn hele houding zien dat hij anders wil zijn dan de 'massa'. Wij zijn geen slaven wat anderen vinden. Mijn pagina 'alternatief' (menu rechts) is in dat opzicht een duidelijke stellingname.

We moeten gewoon onszelf kunnen zijn zonder dat het anderen in de weg zit. Want dat is dus wel de grens. Als judoka menen anders te zijn dan anders en het eerste element van het MIND-project uit het oog verliezen, gaat er iets niet goed. De reigi en de houding van eerbied en respect voor anderen, begrenst het 'zelfstandige' van de judoka. Voor een Japanner is dat wellicht heel vanzelfsprekend, maar Westerlingen zijn sneller geneigd dan te denken dat ze lekker zichzelf kunnen zijn ten koste van anderen. Zo is het dus niet bedoeld, althans, zo denk ik dat Yamashita en de anderen die de judo-renaissance promoten er in staan...


dinsdag 6 mei 2014

'Hongaarse truc'

Afgelopen week heb ik met een goede judovriend de techniek van deze video eens geoefend in een privé-training:  de Miklos Ungvari Rollover.
Het is een leuke kanteltechniek en als hij werkt en zit, kun je er prima mee controleren. De clou is wel dat je met de schouder enorm goed duwt, en tegelijkertijd het hoofd van uke goed controleert, om in een soort 'kuzure kami shiho gatame' te komen, want anders blijf je nergens. Ook hier is de juiste balansverstoring van wezenlijk belang - als je uke niet op het juiste moment (debana) duwt met je schouder, of als uke heel sterk is en kan tegenstribbelen of zijn balans herstelt met arm en been, mislukt het faliekant. Zoals wij het oefenden, kun je als uke de kanteling wel tegenhouden als je snel reageert (of weet wat er komt haha). Het juiste effect wordt dus slechts bereikt als je snel bent en uke als het ware overrompelt. Maar dát geldt wel bij meer (kantel)technieken. Ware dat niet zo, was randori (newaza) een eitje, of louter 'winnen' op kracht...


Verder is het zo, dat de techniek afsluit met een soort verwurging als uke wil terugdraaien. Ook die hebben we geoefend, hoewel het soms meer een nekklem lijkt dan een verwurging. Je tikt uiteraard af, en omdat de arm ingesloten is, blijft het 'legaal', maar niet zozeer omdat je stikt, alswel dat je hoofd anders los komt te zitten...

Het was uiteraard wel leuk om dit samen te proberen en ik hoop hem ook tijdens de gewone training eens te kunnen doen! Kijken of er iemand door verrast kan worden...

zondag 4 mei 2014

Judo MIND project (2) Reigi 礼儀 en manieren

Enkele weken geleden (20 april) schreef ik over het Judo MIND project, door de All Japan Judo Federation gepromoot. MIND, vier begrippen voor een judo mindset. Vandaag de eerste, een hele belangrijke.

M van Manners, manieren. ‘Reigi’(礼儀) staat er in het Japans achter. Dat is toch wel wat anders. Het eerste kanji (礼) kennen we wel als we deze pagina vaker hebben gevolgd. Rei. Eerbied. Hoe vrijblijvend zijn goede manieren in relatie tot de veelgenoemde eerbied? Zijn we eerbied verschuldigd (als een plicht) of mogen we dat zelf invullen?
Als we kijken naar het karakter gi (儀), blijkt dat het niet kan worden afgedaan als ‘we doen wel wat we samen afspreken’. Gi (儀) is samengesteld uit 'persoon' (人) en 'rechtschapen' (義) en dat betekent dus dat de eerbied samenhangt met de binnenkant van wie je bent.

Zo is het dus ook met de goede manieren waar Yamashita en het MIND-comité het over hebben. Manieren zijn geen aangeleerde gewoontes die door de dojo of sensei worden opgelegd. Het is iets wat van binnenuit moet komen.

De kern is dan toch weer het woord 'Rei/eerbied'. We geven eer aan een ander dan onszelf. Onze manieren zijn gericht op het welzijn van anderen. Als we in een dojo (en daarbuiten) ons gedragen als judoka zou dat als vanzelfsprekend geprogrammeerd moeten zijn.

Concreet is dit niet alleen in Japan een gigantische uitdaging. Want hoewel ik me goed realiseer dat reigi meer betekent dan goede manieren en etiquette, zie ik wel dat we al heel ver zijn als we daar eens mee beginnen. In de dojo en daarbuiten. Heel vaak zien we dat de manieren (of het gebrek daaraan) van buiten de dojo binnen sluipen. Ik zie het al als ik de kleedkamer binnenkom en de jeugdgroep voor mijn eigen groep nog op de mat staat. In de kleedkamer liggen schoenen en kledingstukken verspreid alsof er net een insluiper geweest is die alles doorwoeld heeft op zoek naar geld en smartphones. Maar nee, dit is zoals de kinderen ze zelf hebben achtergelaten... zo hangen ze ook op de mat bij de instructie (foto rechtsboven), zo gedragen ze zich naar elkaar bij de training, zo zitten ze te kletsen tijdens de les. Eerlijk gezegd: alsof ze ook thuis gewend zijn dat alles kan en mag.

Het zitten in seiza, het gebruik van zori, het stil zitten, maar ook de manier waarop men het judogi verzorgt, de kleedkamer achterlaat, zijn onderdelen van respect. Waarom? Omdat alles maar dan ook alles uitdrukt dat je het doet uit eerbied en respect voor je medejudoka. Jouw les is ook zijn/haar les, hygiëne, kleedkamer, en het judogi wat hij moet vastpakken. 

Ik ben er een groot voorstander van, dat we in een judoclub andere normen durven aanhouden. Niet omdat we ouderwets willen moraliseren, maar omdat het inherent is aan het judo. Judo vraagt een bepaalde geesteshouding, en dat hebben Yamashita en de All Japan Judo Federation goed begrepen. Het respect in de randori en shiai, begint al eerder. Dat kan niet alleen door de fysieke training worden aangeleerd. Het moet duidelijk zijn dat alles geordend is. Elke stap bij het inkomen voor een techniek, heeft zin omdat ze een principe uitdrukt. Geen enkele techniek is "doe maar wat je leuk vindt."

Het ergste vind ik nog wel dat mensen zo snel de mond vol hebben over hoe de samenleving er aan toe is, en hoe slecht het allemaal gaat hier en daar, maar als men zou kunnen nadenken over eigen gedrag en manieren, er dan meteen wordt gedacht aan moralisme en spruitjesgeur. Welnu, het MIND-project laat zien dat men in Japan in ieder geval ziet dat het hoort tot de kernwaarden van het judo. Dat er een gedragscode mag zijn waarop een judoka kan worden aangesproken. Een kwestie van goede opvoeding...