woensdag 31 juli 2013

Judoles van de BJJ-collega's

Ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet zo weg ben van de benamingen die gewoonlijk door de collega's van Grappling en Braziliaans Jiu Jitsu worden gebruikt, en dus vind ik de naam 'guard' voor de positie tussen de benen niet per se mijn ding. Op bijgevoegde video van Matt d'Aquino ('Beyond Grappling') echter, zie ik vijf kansetsu waza vanuit die positie die ik echter wel leuk vind om te delen. En ze hebben voor de verandering ook een Japanse judo-naam. Gewoon prima judo!  Ik neem aan dat de Engeltalige uitleg wel te volgen is voor de gemiddelde judoka... :)


zondag 28 juli 2013

Japan en een judo-renaissance (3)

Twee weken geleden startte ik een nieuwe serie voor de zomervakantie over de Judo-Renaissance-beweging, die enkele jaren geleden in Japan startte vanuit de Kodokan.  Ook vandaag een deel van het stuk wat Gotaro Ogawa op zijn website heeft geschreven.
  • Vandaag deel 3 van een zondagse serie.

Een opvoedende rol op academisch niveau

Ogawa: Een onderdeel van de situatie rond het judo, is de vraag wat de universiteiten zouden kunnen doen, en ik wil enkele gedachten neerleggen. Ik geloof dat het National Institute of Fitness and Sports in Kanoya, wat immers een instituut is van opvoeding en die omwille van lichamelijke opvoeding is opgericht, een belangrijke rol kan spelen.

(1) Deze universiteit kan de leiding nemen in de wederopbouw van goede manieren en zelfbeheersing: op dat terrein is er in het judo een neergang te zien vanwege de internationalisering. Het is mijn hoop dat de universiteiten bij de opleidingen in martial arts zullen terugkeren naar de essentie en het belang onderwijzen van goed gedrag en zelfbeheersing, en de leiding nemen om dit te implementeren en te promoten.

(2) Bijdragen aan de “Judo Renaissance”: De “Judo Renaissance” beweging was opgezet door de All Japan Judo Federation en de Kodokan om hard te werken aan de heropleving van judo’s ethische kant en gedragskwesties, en te midden van de realiteit dat judo tendeert naar een nadruk op competitie, is de rol van deze beweging enorm belangrijk. Er is al veel gedaan, maar ik hoop dat de universiteiten in ons land de handen ineenslaan en samenwerken met de All Japan Judo Federation en de Kodokan om de Renaissance-beweging een duw in de goede richting te geven.

(3) Training van internationaal-denkend personeel: gelet op de gegeven dat het ene na het andere internationale toernooi wordt gehouden en de tendens om te focussen op winnen, is het noodzakelijk dat – om mensen op te voeden in de opvoedende kant van het judo en een gezonde ontwikkeling, dat Japan actief betrokken raakt in het management van het internationale judo. Dat doel vereist een lange-termijn toeleg op de training en ontwikkeling van mensen met kennis van de essentie van het judo en met overtuigingskracht, ook in andere talen. Het is mijn overtuiging dat die rol vooral kan worden vervuld door universiteiten waar de martial arts worden onderricht.
judo in Addis Ababa

(4) Opvoedkundige samenwerking met judo in ontwikkelingslanden; restauratie van goede manieren en zelfbeheersing door samenwerking met internationaal judo: In landen waar judo populair is, het belang van gedrag krijgt daar aandacht op een zeker niveau. In ontwikkelingslanden echter, waar weinig hooggekwalificeerde leraren zijn, is het niet ongebruikelijk dat het judo nog in de kinderschoenen staat op dit punt. Als – met de rugdekking van de Japanse universiteiten – er naar ontwikkelingslanden instructeurs konden worden uitgezonden, of training in Japan aangeboden, zou dat niet alleen bijdragen tot de ontwikkeling van het judo in de betreffende landen, maar ook de kwaliteit van het judo in de hele wereld vooruit helpen.

-----------------------

Commentaar van Mitesco

Het is interessant dat Ogawa het judo ook op een academisch niveau wil tillen. Helaas zien we zeer weinig judoka op een intellectueler niveau bezig met judo, de principes en de verspreiding daarvan. Men zegt wel eens dat ik als blogger in ons land één van de zeldzame voorbeelden ben. Hoe belangrijk het dan ook is voor mij, vanuit Japan klinkt dus het signaal dat dit meer judoka zouden moeten doen en daar echt inspanning in getroosten. Persoonlijk vind ik ook dat de JBN er aan zou moeten werken om daar zich hard voor te maken. Ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen als dat nodig is.

woensdag 24 juli 2013

Japanners redden vrouw onder trein. Mentale of fysieke kracht?

Het zou me benieuwen of het in Nederland zou gebeuren. Een vrouw die tussen het perron en het metrostel valt, de passagiers op het perron die uit hun gedisicplineerde wachtrij stappen en zich als één lange rij langs de perronrand opstellen en het metrostel zo wegduwen dat de vrouw bevrijd kan worden. Applaus van de redders zélf na de heldhaftige operatie, niet voor hun eigen heldendaad maar voor de vrouw die het er zonder kleerscheuren afbrengt. (En dan de metro maar 8 minuten vertraging bovendien) Aldus deze bron.

Zou dit in ons land gebeuren? Nee, ik denk het niet. Want hier zien we in de praktijk dat Japan geen individualistisch land is, en dat mensen als een eenheid onzelfzuchtig kunnen handelen. Dat kennen wij zo niet, denk ik.

Oh ja, wij hebben ook onze 'helden'. Hart van Nederland kan ze portretteren. "Opa redt kind van verdrinkingsdood" of omgekeerd "14-jarige jongen redt vrouw met rollator uit de gracht". Of zoiets. Maar dat zijn individuele acties. Met hooguit enkele omstaanders die meehelpen. En dan bij ons ongetwijfeld meer mensen die het incident met hun smartphones vastleggen dan hulpverleners.

Jita kyoei en mentale kracht

Ook al heeft Japan beslist haar problemen met die enorme collectiviteitsgedachte, en de soms wat overdreven opofferingsgezindheid voor het land - er is daar wel een besef dat je in gezamenlijkheid doelen kunt bereiken die je als mens alleen niet kunt waarmaken. De concrete geest van jita kyoei zie ik weerspiegeld in deze spectaculaire reddingsactie. Samenwerken voor elkaars welzijn. Gelukkig waren de wachtende reizigers fysiek sterk genoeg om dit treinstel enkele centimeters weg te duwen. Dat vraagt ook fysiek beslist een gecoördineerde en beheerste aanpak want zo'n actie kan alleen slagen als je ook echt op één moment, samen vanuit je hara een gigantische kiai-krachtsexplosie geeft. Maar het mentale, de mindset om ook eensgezind, in een fractie van een seconde zo'n actie samen te doen, onder leiding van een conducteur of zo (die dan ook het voortouw mag nemen zonder meteen zijn gezag betwist te zien) is een nog veel grotere kracht. Op zo'n moment handelen mensen dus écht in perfecte harmonie!

Hoe onzelfzuchtig dat allemaal is, zie ik in het applaus voor de geredde vrouw, die in de onderstaande animatie dan ook op een echte Japanse manier haar dank uitdrukt, een gepaste rei...


Ik weet niet of de culturele verschillen daarvoor te groot zijn, maar ik heb dit met open mond zitten bekijken vandaag en dacht bij mezelf: "DIT is wat judo ons zou mogen leren..."

柔道枕 Judomakura

We hebben het op dit weblog al eens gehad over makura kesa gatame, een variatie waarbij uke zijn been gebruikt als een soort kussentje. Oh ja! :)

Daarom trof mij dat woord makura meteen. Een judo-kussen? Wat is dat nu weer?

Nu vind ik me daar een website waarop precies staat wat dat is. En ik vind dat echt geweldig! Het is een soort kussen inderdaad. Van sterke judostof of zwaar linnen lijkt het wel. Die wordt gevuld met zand of iets dergelijks, om er gewicht aan te geven. En dan kun je er allerlei oefeningen mee doen, in beweging, zoals op het videootje wat er uiteraard bij zit.


Het is de vraag of we dat nu massaal moeten gaan bestellen, want iets in mij zegt dat je dit ook goed zelf kunt maken. Maar ik snap wel wat men er bij zegt: dat het een veel natuurlijker oefening kan zijn als werken met gewichten en zo. Waarom? Omdat je op dit kussen dezelfde grip hebt als op een judogi, en het gewicht zich in zo'n zak veel natuurlijker mee-beweegt. En dus is het als training veel gunstiger voor judoka. Je moet er maar opkomen, een judomakura. Geniaal gevonden, en ik ga zeker kijken of ik zoiets kan fabriceren. Al staat er dan niet zo mooi 柔道枕 op gekalligrafeerd misschien.

zondag 21 juli 2013

Japan en een judo-renaissance (2)

Vorige week startte ik een nieuwe serie voor de zomervakantie over de Judo-Renaissance-beweging, die enkele jaren geleden in Japan startte vanuit de Kodokan.  Ook vandaag een deel van het stuk wat Gotaro Ogawa op zijn website heeft geschreven.
  • Vandaag deel 2 van een zondagse serie.
Wat moet Japan doen?

Ogawa: Ten aanzien van deze verschillende uitdagingen en problemen in het judo, is de vraag: wat moet Japan doen?

Er zijn natuurlijk diverse programma’s om judoka met een ippon te laten winnen en een intensieve training te geven om zo een medaille te winnen. Dat is natuurlijk nodig. Van nu af echter, is het punt waar Japan mee moet beginnen is: beginnen intensief inspanningen te doen om terug te keren naar de fundamenten van het judo zoals dat geleerd is door de Grote Meester Kano en de mensen zowel thuis als daarbuiten het judo te laten beoefenen als opvoeding van de geest en het karakter, inclusief goede manieren, respect en zelfbeheersing. In deze tijd, waarin andere naties ook op de proppen komen met grote aantallen sterke spelers, is het niet goed als Japan simpel vasthoudt aan exclusieve competitieve dingen. Aan de andere kant, als het aankomt op manieren en zelfbeheersing, is er geen andere weg om dit aspect werkelijk en grondig te realiseren in de wereld als Japan niet het voortouw neemt. Het is belangrijk dat Japan wedstrijden wint, maar ook dat zij kan fungeren als een rolmodel voor de wereld als het er over gaat om goede manieren in de praktijk te brengen, en dat is dus iets wat ze moet doen.

Om dat te bereiken, moet ze de wereld aankijken en zich uitdrukkelijk uitspreken over het belang van de manieren en zelfbeheersing, en daarvoor een hele waaier middelen aanwenden om daar leiding aan te geven. Eén manier zou kunnen zijn om steeds opnieuw het initiatief te nemen om seminars of lezingen te houden over dat onderwerp, bijvoorbeeld bij gelegenheid van internationale toernooien. Tegelijkertijd moet Japan, om het “echte judo” te bereiken, het voortouw nemen in de aanpassingen van de regels en het management van wedstrijden, zeker op het punt van gedrag en zelfbeheersing. Als Japan in het bereik van het judo, haar zaak steeds met stelligheid en gezag neerzet, zullen er best meerdere landen geneigd zijn daar welwillend naar te luisteren. Judoka in de hele wereld hebben best een sterke interesse in het beoefenen van judo met de waarden van goede manieren en zelfbeheersing. In het grote judoland Frankrijk bijvoorbeeld, maar ook in Korea, Rusland en andere landen, zijn velen die hopen op een heroriëntatie op het “echte judo.” Zelfs in kleine landen als Denemarken en Cambodja, vind je mensen die oprecht werken aan het gedrag en de ethische kant van het judo. Japan mag dat niet vergeten. Als Japan de leiding neemt, als ze het initiatief neemt in internationale uitwisselingen en samenwerkt in teams, is het waarschijnlijk dat andere landen en mensen opstaan en meedoen met deze inspanning. 

-------------------------------

Op de foto: Masato Uchishiba die als meervoudig Olympisch kampioen niet het goede morele voorbeeld gaf... hij bromt nu vijf jaar omdat hij zijn handen niet thuis kon houden en een vrouw verkrachtte.  De oproep tot een moreel reveil komt dus geen dag te laat...

dinsdag 16 juli 2013

Blind randori (2)

Begin van dit jaar schreef ik een blog over blind randori. Ik had daar over gelezen op een van de judoforums, en ik vind het een interessant gegeven.

Gisteren was het dan zo ver dat ik dat zelf heb gedaan.

In deze zomervakantie kan een echte 'judogek' als ik natuurlijk niet zomaar ophouden met trainen. Gelukkig zijn er in onze sportschool nog een paar semi-recratieve judoka (d.w.z. niet de judoka uit de wedstrijdselectie) die het judobloed willen laten kruipen waar het prima gaan kan als je maar wilt. Ik ga met twee judoka eind augustus naar Amsterdam voor het Kodokan Kata weekend, om katame no kata te doen. Deze vakantie wordt er dus ook goed voor geoefend. Afgelopen vrijdag hadden we een fantastische training met Cees die ons judobloed kan laten koken van enthousiasme. Maar deze week is hij er niet, helaas. Dus dan gaan we maar samen aan de slag.

Na enkele gewone randori-newaza-sessies om op te warmen (*dat is bijna onnodig in een snikhete dojo maar goed), deden we een randori tachiwaza oefening waarbij we constant pakking hielden. Behalve als je gaat werpen natuurlijk. Daarbij deden we dan op een gegeven moment de ogen dicht, om te voelen wat de ander gaat doen en daar dan op te reageren.

En toen kwamen de blinddoeken. Je ziet helemaal niks. Daarom ook wilde ik dit ook alleen doen als we minstens met zijn drieën zouden zijn, want je moet iemand hebben die de twee 'blinden' leidt en 'mate' roept als je de muur dreigt te raken.

We hebben gisteren alleen blind randori newaza gedaan. Om te beginnen. Een volgende keer wellicht ook tachiwaza, maar daar moet je echt weten en voelen wat je doet, dat besef ik. En je er veilig bij voelen.

"Hoe voelde het?" zeggen we dan heel vaak als we toch onze ogen open hebben. Nu was het echt alleen voelen.  Het voelt vreemd. Maar ook weer niet. Want de twee medejudoka en ik kennen elkaar heel goed op de mat dus instinctief doe je exact dezelfde technieken als normaal. En dat ging ook goed. Zelfs de verwurgingen en armklemmen hebben we net zo gedaan als anders, en met name een ude garami is best lastig omdat je dan helemaal op de tast de arm van de ander moet pakken. 

Wat heel anders is, is de snelheid. Dat viel me nog het meeste op. Misschien dat het verandert als je het vaker doet, maar we werkten veel langzamer. Logisch eigenlijk. Een blinde loopt meestal ook langzamer dan een ziende in een 'vreemde' situatie. Ook al wil je in een randori alles geven, als je niks ziet en te snel gaat, krijgt je partner al snel onbedoeld 'atemi' te incasseren. Je wilt het blijven controleren! 

Film First of Legend
Wat het leert is: precies wat ik verwachtte. Gevoel. En daarom moeten we het vaker doen. Ik merkte heel duidelijk dat je vaak net een fractie te laat bent met reageren als je het blind doet. Je voelt je partner duwen of trekken, maar normaal zie je dat aankomen. Nu moet je helemaal blind gaan op beweging. Dat heeft ook tot gevolg dat je heel erg hecht aan pakking. Zelfs zo sterk dat je de ander het liefst tegen je aanklemt, want dan voel je meer dan alleen de handen aan de jas. Wat je normaal probeert te vermijden, die intense pakking, zoek je nu op.

Kortom: dit is ontzettend goed voor je judogevoel. Ik hoop dat we nog een paar keer zo kunnen trainen, want hier hebben we echt wat aan. Het is, zoals ik al eerder zei in mijn vorige blog, zeker niet iets wat je in een grotere groep kunt doen. Ik zat nu op een bepaald moment bijna tegen de muur en ik wist echt niet waar ik was op de mat. Het is vreselijk desoriënterend, niks zien... Je kunt dit alleen doen als de twee judoka een heel wedstrijdgedeelte voor zichzelf alleen hebben, want anders krijg je ongelukken. Dat kan in normale groepen niet echt. Daarom is dit een prima activiteit voor in de vakantie. To be continued...

zondag 14 juli 2013

Japan en een judo-renaissance (1)

In  de komende vakantieperiode ga ik de trouwe lezers van dit blog niet vermoeien met mijn doordeweekse belevenissen op de judomat, ofschoon ik met enkele leden van onze groep wel degelijk door-train, voornamelijk kata. Dit mede ter voorbereiding op onze deelname aan het Kodokan Kata Weekend eind augustus. (opgeven kan nog steeds trouwens !)

Gotaro Owaga
Verder wil ik aandacht besteden aan de ideeën die in Japan leven, rondom de zogenaamde 'judo-renaissance'. Daarbij zal ik wat stukken vertalen en becommentariëren van een website die door Gotaro Ogawa wordt gemaakt. Hij is een diplomaat en intellectueel, 6e dan judo en net als ik zeer geboeid door de diepere dimensies van het judo. Hij is geestverwant van Yasuhiro Yamashita, voormalig Olympisch Kampioen en tevens oud-official bij de IJF. Yamashita is ook wereldwijd de aanvuurder van een herstel van het judo naar de oorspronkelijke bedoelingen van de stichter, óók in het wedstrijdjudo.
  • Vandaag deel 1 van een zondagse serie.
Hedendaagse uitdagingen voor het Japanse judo

Owaga: Ik wil drie uitdagingen opwerpen voor de problemen van het hedendaagse Japanse judo.
Allereerst is er de uitdaging van het geïnternationaliseerde judo. Door de Olympics en het steeds meer toenemen van internationale toernooien, en verder ook met de introductie van een ‘ranking system’, zien we een toenemende tendens in het judo om prioriteit te geven aan de competitieve kant, en aan winnen en verliezen. Terwijl we de net zo belangrijke ethische kant vergeten van manieren, respect en zelfbeheersing. Als we tegenwoordig wedstrijden zien en hoe ze eindigen, zien we winnaars die rondspringen met hun vuisten in de lucht, en verliezers die teleurgesteld de mat verlaten voor ze de laatste buiging geven. De winnaar laat in zijn trots een stuitend gebrek aan respect zien voor zijn tegenstander en dat is niet om aan te zien. Maar een verliezer die teleurstelling laat zien en de aanwijzingen van de scheidsrechter niet volgt, toont eveneens geen basis-fatsoen. Het is zeer teleurstellend dat we dit soort gedrag niet alleen zien bij judoka van andere naties, maar ook bij Japanse spelers. Voor Japan, én als land waar judo is begonnen, is dit werkelijk schandalig. Zeker ook bij onze mannen, is het niet alleen veel moeilijker geworden om wedstrijden te winnen, maar dan zijn er ook die dus slechte optredens hebben met betrekking tot manieren en zelfbeheersing. De vouwen daarentegen, die ook steeds meer goede judoka op de mat hebben staan, hebben er meer die gewoon rustig en geconcentreerd blijven of ze nu winnen of verliezen.

Een ander probleem dat me bezighoudt, is dat heel Japan wel lijkt al haar energie te stoppen in het winnen van medailles op internationale toernooien. Laat me het voorlopig noemen: de “doctrine van medailles tegen elke prijs.” Natuurlijk, als Japanner, hoop ik echt dat onze spelers sterk zijn en gouden medailles winnen. Maar de tendens om spelers en coaches te bekritiseren simpelweg omdat ze geen medailles winnen, maakt de “medailles tegen elke prijs” doctrine alleen maar sterker. Het zwakke punt van deze doctrine is echter, dat het zoveel energie absorbeert voor het winnen van medailles, dat het wegvoert van de inspanning die nodig is voor andere belangrijke dingen. Het probleem wat ik net noemde, de afname van de goede manieren en de zelfbeheersing, staat niet los van deze tendens en men kan zich afvragen of het niet zelfs daarmee samenhangt dat we onze invloed verliezen inzake de internationale bewegingen rond de judoregels en hoe wedstrijden worden georganiseerd. (…) Een derde belangrijk probleem is dat in de Japanse judokringen tegenwoordig de wil en de inspanning ontbreekt om deel te nemen aan het internationale management van het judo. In het proces van de verspreiding van judo over de hele wereld, en de enorme toename van internationale toernooien, zijn de regels en de wijze waarop de wedstrijden worden georganiseerd, substantieel gewijzigd. Wedstrijden indelen naar gewichtsklassen werd de norm en een systeem van specifieke puntentelling werd opgezet om de uitkomst vast te stellen, nog los van het feit dat scheidsrechters elke keer “Mate” roepen midden in een wedstrijd met als gevolg dat ze matches verpestten, en de natuurlijke vloeiende beweging en de opeenvolgende technische combinaties afbraken. Om verschillende van deze redenen, is de natuur van het judo vreselijk teloorgegaan. Maar gedurende dat hele proces heeft Japan eigenlijk geen enkele effectieve invloed uitgeoefend. Het heeft geen betekenis om thuis te zitten en te zeuren onder elkaar over al die onwenselijke veranderingen. Japan zou positieve inspanning moeten plegen om zich uit te spreken voor het “echte judo” en betrokken te zijn in zijn internationale management. Het feit dat we nog niets hebben gezien van zo’n standpunt, is extreem ongelukkig.


Wordt vervolgd:
Volgende week: wat moeten we er aan doen?
Over twee weken: een opvoedende rol op academisch niveau.
In augustus: drie bijdragen van judo-grootheid Yamashita over de Judo-Renaissance.
 
Stay tuned!

woensdag 10 juli 2013

Zo vroeg mogelijk beginnen?

Je hebt in alles natuurtalenten. Wellicht ook in het judo. Er zijn kinderen die op jonge leeftijd heel veel judogevoel hebben. Zeker in Japan is dat mogelijk. Maar onderstaande foto (op Facebook gevonden) slaat wel zo ongeveer alles.


Wel moet ik zeggen dat het kindje wat uke mag spelen niet erg blij kijkt, mogelijk ook omdat tori niet echt weet hoe ver hij kan gaan, al ziet iedere kenner natuurlijk wat tori fout doet.
Verder kan ik me goed voorstellen dat er mensen zijn die dit plaatje schokkend vinden. Ik eigenlijk ook wel... Kansetsu waza zijn niet zonder reden voorbehouden aan een bepaalde leeftijd en dat is niet de tijd dat je nog in de luiers zit.

Als de meneer die er naast zit de papa is, dan verdient die mijns inziens streng te worden toegesproken.

zondag 7 juli 2013

Mag judo een morele code voorhouden?

Op de bondsraad-vergadering van de JBN hield ik op 25 mei een vrij duidelijk betoog over wat de oorspronkelijke  judoprincipes zijn en hoe ze de judoka kunnen helpen om daarmee heel concreet een verantwoorde bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving, met zo min mogelijk energie-gebruik. En zo een persoonlijke perfectie te bereiken.

Dat roept bij mensen twee vormen van reacties op.
  • De wat jongere aanwezigen waren over het algemeen heel open en enthousiast. Waarom? Zou daar het gevoel leven dat we in onze samenleving wel erg tolerant zijn geworden en dat juist bij de jeugd allerlei problemen geeft?
  • Een aantal oudere aanwezigen, en ook echte 'oude rotten' was ronduit kritisch. Waarom? Daar leeft een enorme aversie tegen 'moraliseren'. Zeg maar: de geest van de jaren 60 en een extreem moreel liberalisme is zo eigen geworden aan die generatie, dat de oproep tot een ethisch reveil bijna wordt gezien als een soort 'religieuze dimensie' in het judo. Zo van 'Wat Kano allemaal zegt over onzelfzuchtigheid en dienst aan de medemens is bijna net wat Jezus zegt'.  En dat wil de vrijgevochten 'moderne' mens dan niet.
Ik wil deze zomer met name aan deze aspecten van het judo wat aandacht besteden, en daarbij ook aandacht besteden aan een aantal Japanse artikelen die in het kader van de 'Judo Renaissance' daar verschijnen. De dojo is gesloten, maar de judoka in mij blijft actief, ook als het judogi door de omstandigheden even in de kast blijft.

Op Facebook weten ze het al...
Wel roep ik de lezers van dit blog op, om te reageren op mijn stelling dat het judo juist in deze tijd wél zou moeten bijdragen aan het actief ontdekken, promoten van waarden en normen die impliciet in het judo aanwezig zijn. Moet dat? Mag dat? Of moeten we daar mee oppassen omdat de Nederlanders wars zijn van moralisme, zoals Fluitsma en van Tijn zongen in 1996: "15 Miljoen mensen, op dat hele kleine stukje aarde, die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde." Of is het zo dat wij pas onze waarde ontdekken als we ook morele codes hebben? Moet het judo in Nederland daarom (zeker ten overstaan van steeds meer geweldsincidenten in de sport) niet een soort gedragscode hebben?

Reageren op deze vragen kan in de comments (als u een Google-profiel hebt) of op Facebook.