Je kunt in Nederland nog steeds op twee manieren kata beoefenen. De gewone weg is uiteraard de Kodokan - standaard.
Toch heeft de JBN nog geen afscheid genomen van de eigen Nederlandse manier van kata beoefenen. Nóg niet. Want voor de kata-wedstrijden is volgens de website van de JBN de Kodokan-standaard (zoals de IJF die ook aanhoudt) de norm van beoordeling... Wat is die Nederlandse manier dan? Dat is wat Chris de Korte
en Edgar Kruyning 'Busen' noemen, een eigen interpretatie van de kata van de Butokukai/Budosenmon:
"... Een aantal jaren na de oorlog werd het weer
toegestaan om onder streng toezicht van de Japanse overheid het onderwijs van
Budo disciplines en natuurlijk ook Judo wederom op te zetten. Echter Japan was
door de internationale gemeenschap door hun oorlogsverleden aan strenge regels
gebonden.
De Nederlandse judogeschiedenis is ontstaan doordat in de
jaren 50 Japanse leraren uit Japan naar Europa zijn gekomen. Het Nederlandse
Judo heeft vooral veel invloed gehad van leraren die geschoold waren in de
Budosenmon, het opleidingsinstituut van de Dai Nippon Butokukai organisatie te
Kyoto waar de hoofdzetel gevestigd was. Hierdoor heeft Nederland altijd in het
verlengde van de Budosenmon en volgens hun visie de Judo Kata gedoceerd en
uitgevoerd.
In de zestiger jaren en de jaren daarna zijn er enkele
Judoleraren gekomen die zich deze scholing eigen hebben gemaakt in Japan en in
Nederland en hebben zodoende deze Budosenmon methode van Kata onderwijs
voortgezet. Doordat er sinds een paar jaar Judo leraren actief de Kodokan
methode van Kata uitvoering bestuderen is er een vergadering belegd alwaar
beide uitvoering wijze zijn getoond en besproken. Tijdens deze vergadering van
het College Hogere Danhouders Judo, welke door de Commissie Hogere Danhouders
Judo en de leden van de Nationale Graden Commissie Judo op 05 juni 2005 werd
gehouden is – door stemming – besloten dat vwb. de uitvoering van de Judo Kata
een tweesporenbeleid zal worden gevoerd, nl. de zienswijze van de
Budosenmon, en de zienswijze van de Kodokan." (bron: JBN)
Klopt dit? Een bedenking vanuit historisch
standpunt. Het is natuurlijk duidelijk, dat het judo in Nederland sterk
getekend is door de Busen, en in zekere zin ‘anti-Kodokan’ genoemd mag worden.
Michigami was ook al in Geesinks tijd adviseur van de JBN en dat gaf toen al
spanning naar de Kodokan en Japan (zie de geschiedenis van de beroemde Bombshell
Announcement van Michigami).
Wat nu echter doorgaat voor Busen-judo, is in feite niets
anders dan het Busen-judo van vóór 1946, omdat er daarna geen officiele
ontwikkeling meer geweest is. De heroprichting van de Butokukai, en later de
DNBK (Dai Nippon Butoku Kai) als organisatie, is meer een cultureel verband
voor alle gevechtskunsten, dan een judokoepel – daarin kan ze niet tegen de IJF
op. In Nederland is de Busen-lijn sterk bewaard, in Engeland en Italie ook.
Alles wat Europeanen via Abe, Michigano, Kawaishi en Hirano hebben geleerd, is
in elk geval traditioneel judo van voor 1950, qua techniek en uitvoering. Het
is met Busen als met het Hebreeuws in Israel. Het oorspronkelijke Hebreeuws was
alleen in de letters bewaard, maar een dode taal geworden tot 1948. wat men in
Israel nu spreekt is neo-Hebreeuws. Het is het wel en niet. Wat nu in Nederland
voor Busen doorgaat, is een vorm van traditioneel Europees judo met moderne
aanpassingen. Het enige wat zeker klopt, is dat de sensei's in de traditie van
de Butokukai staan...
Niet zo lang gelezen werd ik geconfronteerd met mensen die
claimen de kata te doen volgens de Butokukai standaard en niet die van de
Kôdôkan, en in Holland is het iemand nu toegestaan een van beide te laten zien
bij dan-examens. Een boodschap van die strekking van Holland's kata-specialist
de Korte is te lezen op de website van de JBN. Dit klinkt allemaal goed, maar
in feite is het niets meer dan een hoop onzin. Niemand van de mensen die
claimen de Butokukai jűdô-kata te doen, zijn ooit in de Butokukai geweest, laat
staan dat ze daar jűdô hebben geleerd, en geen van hun eigen senseis. De
Butokukai was gesloten in 1946, wat 60 jaar geleden is. Neem aan dat iemand 18
jaar was toen hij de Butokukai binnenging, wat zou betekenen dat hij nu 78 jaar
oud zou zijn. Nou, bedenk dan dat de Butokukai in Kyôto was en niet in Tôkyô.
Degenen die er geweest zijn of ver weg van Tôkyô kunnen je vertellen dat zelfs
vandaag de kennis van het Engels onder de mensen in Kyôto nog extreem beperkt
is. 78 jaar geleden, zonder TV, video, of misschien een Japanese-Westers
woordenboek, hoeveel mensen zouden in staat zijn om full-time les in het Japans
te volgen? Heel weinig. Maar wat veel belangrijker is: er is niet zoiets als
een Butokukai-stijl nage-no-kata of andere kata. In 1906 werden de standaarden
voor sommige kata overeengekomen, en natuurlijk waren er individuele
verschillen, en natuurlijk was Isogai in Kyôto terwijl Kanô, Nagaoka, en
Yamashita in Tôkyô waren. Maar de boeken van Isogai geven geen andere manieren
van kata dan de boeken van Nagaoka of Yamashita. Het enige verschil is, dat
elke evolutie van kata in de Butokukai ophield aan het einde van de Tweede
Wereldoorlog, terwijl de ontwikkeling in Kyôto doorging. Mensen als Kenshirô
Abe en Tokio Hirano, die zelf in de Busen waren geweest, hadden de meeste van
hun technieken natuurlijk niet geleerd in Tôkyô maar in Kyôto - maar dat was
voor de kata niet zo verschillend. Wat verschillend is, dat toen Hirano en Abe
(Kenshirô) kata-onderricht gaven in Europa, ze doorgaven wat ze jaren geleden
zelf hadden geleerd, dus zonder de updates, dus eerder een kronkelweg. Pas toen
zij weg waren en mensen zelf naar Japan gingen en andere Japanse meesters op
bezoek kwamen, werden deze updates geintroduceerd. Deze geschiedenis is
relevant voor de huidige discussie in termen of het acceptabel is om kata te
beoefenen in een stijl die anders is dan wat de Kôdôkan vraagt?
(Cichorei Kano, Judoforum 18-11-2006)
Wat zou het verschil kunnen zijn tussen de Busen-kata van de
oude meesters als Abe, Michigami en Hirano, vergeleken met de Kodokan-kata? Dezelfde
Chichorei Kano zegt daarover heel kort:
Typerend voor de kata van deze sensei
was, dat ze meer werd bepaald door effectiviteit en realisme, dan door
formaliteiten.
(Cichorei Kano, Judoforum 18-9-2008)
Waarschijnlijk is dat waar en is dat ook het enige wat echt
hout snijdt in de hele discussie. Het verschil tussen levend judo en vormelijk
judo. Een strijd die nu door alle scholen heen loopt, en vandaag de dag dé
uitdaging is voor de Kodokan-kata-experts: hoe houden we kata een levende,
vloeiende beweging, om het met Hirano te zeggen: een nami (golf), uitdrukking
van de diepste principes van 'ju' in kata.
De strijd tussen Kodokan en Butokukai is op die manier
eigenlijk een strijd geworden van het verleden. Er is nu maar één wereldwijd
dominant judo en op wedstrijdniveau is het resultaat belangrijk. Daarin zien we
dat de effectiviteit voorop staat, maar dat ook nu juist vanuit de Kodokan en de IJF ook en vooral gekeken wordt naar judo zoals het bedoeld is en niet alleen 'trekken en sleuren'. In Amerika is het judo sterk door
BJJ beinvloed; in Rusland en Oost-Europa door Sambo en bij ons dus wellicht door de
'Busen'-traditie. Maar... kun je nog wel onderscheid maken tussen de stijlen?
Alleen op het gebied van de kata is het laatste woord helaas
nog niet gezegd. BJJ en Sambo kennen geen kata en kata is sowieso (helaas) iets van de hogere dangraden. Een
strijd op de achtergrond dus.
Wat dus wel op de voorgrond blijft spelen, is de strijd
tussen het dominante 'sportjudo' en het 'traditioneel judo'. In Nederland lijkt
deze strijd niet te bestaan, maar in Engeland en Italie speelt dat heel
duidelijk. Daarbij wordt de budo-filosofie van de Butokukai als breekijzer en
historische legitimatie gebruikt, maar ook hiervoor geldt: welke Butokukai? De
Kyushindo? Dat is dan op zijn zachtst neo-busen. Wie judo beoefent in de lijn
van Abe of Hirano staat in een zekere traditie, maar om dat toe te schrijven
aan de Butokukai of de oorspronkelijke Kodokan, is niet juist. Uiteindelijk is
het zo, wat Hanon-sensei schrijft:
Ik schreef in mijn boodschap over tai otoshi dat elke
hoog-getalenteerde judoka die deze techniek als zijn tokui waza (favoriet)
kiest kleine maar veelbetekende verschillen er in maakt. Dit is niet uniek voor
Hirano sensei of Watanabe Kisaburo sensei, Kaminaga Akio sensei etc, die
allemaal een geweldige tai otoshi hadden. Al deze versies pasten bij hun
lichamelijke gestel, hun psychologie en hun spirit. Niemand kan proberen hun waza
te kopieren en niemand zou dat moeten willen, of je bent geschift. We zijn geen
klonen van onze sensei en iedere leerling die zich ontwikkelt en zelf leraar
wordt, zal een eigen weg hebben om elke waza in de gokyo uit te voeren.
(Mike Hanon, Judoforum 13-7-2008)
En daarom is er nog wel een Busen-traditie, maar bestaat er
geen echte Busen meer.
Om de Busen in de termen van onze tijd te begrijpen zou
onmogelijk zijn. De training en discipline zouden in onze tijd nooit meer
worden getolereerd. De meeste Busen waren afstammelingen van de Samurai. De
bushido-code zal sterven met Awazu Sensei. Het is misschien het beste zo?
(Mike Hanon, Judoforum 18-9-2008)