zondag 26 mei 2013

Jita Kyoei (4): niet verslaan maar verstaan

Jita kyoei - letterlijk betekent het: "jij en ik schitteren samen", "gezamenlijke rijkdom voor u en anderen" Maar wat betekent het in de praktijk?

Vandaag deel 4: Jita Kyoei als JBN?

Dit blog is de tekst van de lezing die ik gisteren heb gehouden voor de Bondsraadvergadering van de JBN in Nieuwegein. Een aantal elementen zijn samengebracht uit eerdere blogs.

------------------------------------------------------------------------------
Niet verslaan maar verstaan



THEORIE




Twee principes?



De twee judoprincipes zijn: 精力善用 en 自他共栄. seiryoku zenyo en jita kyoei.

  • Efficient omgaan van je energie
  • Geluk en welzijn door wederzijdsheid


Vertaal ze met:  de middelen en de richting, jû en dô.



Het doel van judo



Alles wat efficiënt moet zijn, moet doelgericht zijn. Als je niet weet waar je heen wilt, doe je maar wat.

  • Geluk in je leven >> doelen stellen versus leegheid
  • Bedrijven >> targets halen
  • Wat is  het doel van ons judo? Is dat de training? Is dat je lekker voelen? Een wedstrijd winnen? Ippon?
  • Wat is het doel van de JBN???


Welk judo brengt ons eigenlijk samen?

 “We hebben vastgesteld wat de drie aspecten van judo zijn: training voor de verdediging tegen een aanval; cultivering van geest en lichaam, en je energie optimaal gebruiken. We hebben ook vastgesteld dat het hoogste doel van judo is: de perfectie van de eigen persoon, ten bate van de samenleving.” (Jigoro Kano, Mind over Muscle p.95)


Er is volgens de overlevering dus nog een derde principe jiko no kansei ! 自己の完成: “Streef naar perfectie van je hele persoon”.



“Over het algemeen hebben menselijke handelingen een doel. Vaak doen we dingen onbewust, maar in de regel hebben we ook een intentie. Daarbij gaat het er uiteindelijk om: handelen we omwille van ons eigen nut, of voor het nut van de wereld?” (Kano, 1917)



Wat is perfectie?



Jiko no kansei mogen we, zoals Kano in zijn eigen tekst aangeeft, dus uitsluitend uitleggen in relatie tot jita kyoei! Ten bate van de samenleving. Ja, nog wat sterker: het volmaakt worden van de eigen persoon, bestaat alleen als de ander de REI en eerbied krijgt die hem toekomt en het eigen ik loskomt van de egoïstische grondgedachten en zich opent voor de ander, in gezamenlijkheid. Perfectie bestaat niet in opgeslotenheid, maar in openheid. Niet in nemen, maar geven en nemen. Het eigen ik komt niet tot voltooiing tenzij met en in de ander. Wie zichzelf eert, eert niets. Wie de ander eert, eert in het spiegelbeeld dat de ander is, zijn eigen persoon in volmaaktheid. Wij zien wie wij zijn in de ander.



Wij worden gelukkig in wederzijdsheid. Als je voor een ander partner bent, en niet alleen neemt, maar ook geeft…. En daarom zeggen we als het goed is aan het begin van een training: Otagai ni Rei: eer aan de ander. En buigen we naar elkaar.



Harmonie en competitie


Hoe komen we tot jita kyoei (doel/dô) en met welke efficiente middelen (seiryoku zenyo/jû) en welke zijn gepast?

Een judoka kan in zijn zoektocht naar de perfectie van de eigen persoon in relatie tot de samenleving, eigenlijk niet denken vanuit een conflictsituatie, zelfs niet een kunstmatig conflict. Conflicten kosten veel te veel energie! (Seiryoku zenyo!) Als je uitgaat van de energie van de ander, en diens welzijn, gebruik je altijd de juiste hoeveelheid kracht.



Want er is geen werkelijk conflict, slechts een groeiproces naar harmonie. Er is geen concurrentie, maar een gezamenlijk belang.



Maar hoe zit het dan met sport? Wedstrijden? In feite is elke sport altijd een soort competitie… Sport heeft in principe geen ander doel dan de zege in het kunstmatig geschapen conflict. Is dat het doel van judo? Nee… Hoe wordt dat doel dan bereikt in sport en in judo?



Altijd leren



In judo gaat het altijd over opvoeding en leren. We zijn op weg om de perfectie te bereiken. Samen. Dat is eigen aan het begrip van de ‘dô’ in judo. Je bent nooit alleen op weg. Sport en wedstrijden willen de judoka opvoeden  tot harmonie en gezamenlijk belang



In judo spreken we bij wedstrijden over Shiai. 試合 Wat betekent dat?

shi. Shi betekent zoveel als ‘proberen, testen.’ Alle Japanse woorden voor examen en repetities hebben dit kanji in zich.

ai. We kennen dat teken van 合気道 aikidō betekent altijd iets van ‘vereniging, eenheid’.



Shiai werd door Jigoro Kano beschouwd als de ultieme test van een judoka en zijn judo, competitie gaat over winnen. Het Engelse Woord ‘Match’ is de beste vertaling !  En ook die wedstrijd is dus om van te leren!!!



Opvoeding



Judoka worden in de lijn van Jigoro Kano opgevoed op drie verschillende niveau's: 



Lichamelijk

 Niet alleen een sterk en gezond lichaam wat zich niet overtraint of forceert, maar ook:

· Agressie- en geweldbeheersing.
· Weerbaarheid.
· Conflicthantering


Intellectueel

· Kennis opbouwen en kritisch nadenken:
· Vooroordelen, stereotypen en discriminatie
· Praten en luisteren.
· Toepassen.


Moreel



Morele opvoeding betekent dat er niet neutraal wordt gekeken naar hoe de judoka zich gedragen, maar dat er waarden worden overgedragen die in het kader van het judo universeel zijn. Jita kyoei betekent altijd: geluk voor iedereen, door een goede interactie. En nooit tegen het principe van seiryoku zenyo ingaan.

·  De waarde van het anders-zijn.
·  Respect en onderlinge verbondenheid.
·  Rechten en plichten, vrijheden en verantwoordelijkheden.
·  Maatschappij-visie. Judoka mogen zich bewust zijn van de rol die ze hebben in hun omgeving. Een trainer stimuleert betrokkenheid en solidariteit met elkaar en en de rest van de wereld.
· Beheersing in morele zin: Een Judoka ziet in dat woede en opgewondenheid verspilling van energie is. 


 “Een beschaafd mens kent de wetten van de natuurlijke wereld, kan deze daarom beheersen en het geluk van de mensheid vergroten. Tegelijkertijd onderzoekt hij de fenomenen van de geestelijke wereld. Met betrekking tot de geschiedenis van de mensheid ziet hij de sporen van bloei en verval, van oorlog en vrede. Hij begrijpt de menselijke natuur, denkt na over de gebruiken, vormt een staat die op wetten gebaseerd is. Op die manier ontstaat er bloei, voortgang in productie, een paraat leger en maakt de opvoeding vooruitgang.” (Jigoro Kano, 1917)



De judoka maakt dus de keuze om zijn weg (do) ook op een bepaalde manier te gaan, mét en ten dienste van de ander, en dat maakt hem niet egocentrisch en hard, maar zachtmoedig (ju).



Judo is daarom vormend voor het gedrag van een judoka. De totale persoon. Op de mat en daarbuiten. Een FUNDAMENTELE HOUDING / INSTELLING.



c. Het morele stadium van judo



Ik zal nu spreken over het morele stadium van judo. Het is niet mijn bedoeling daarbij te spreken over de morele discipline die we aan de studenten opleggen in de oefenruimte, zoals het nakomen van de normale regels van etiquette, moed, volharding, vriendelijkheid, respekt voor anderen, onpartijdigheid en fair play, wat al zo wordt benadrukt in de athletieksport over de hele wereld. De training van het judo heeft een speciale morele traditie in Japan, omdat judo, samen met andere gevechtsoefeningen, werd beoefend door onze Samurai, die een hoge standaard van eer hooghielden, de geest die ons is doorgegeven door het onderricht in de kunst. In dit verband wil ik u graag uitleggen hoe het principe van maximale efficientie ons helpt bij het bevorderen van moreel gedrag. Soms is iemand heel erg gemakkelijk op te winden en snel kwaad om niks.



Opgewonden raken is een onnodige verspilling van energie, en heeft geen enkel voordeel voor iemand. Het beschadigt jezelf en anderen. Een judoka moet zulk gedrag vermijden.



Iemand kan soms ook helemaal vol zijn van teleurstelling, treurig zijn en geen moed meer hebben om iets te doen. Voor zo iemand kan judo betekenen dat hij gaat zoeken wat het beste is wat hij in de gegeven omstandigheden kan doen. Gek genoeg is zo iemand volgens mij, in dezelfde positie als iemand die op het toppunt van zijn succes is. In beide gevallen is er maar één weg om te gaan, namelijk: wat hij na rijp beraad het beste kan doen op dat moment. Zo kan het leren van judo iemand vanuit de diepste teleurstelling en geestelijke verlamming brengen tot een staat van bruisende activiteit en stralende hoop voor de toekomst.



Hetzelfde geldt voor mensen die ontevreden zijn. Ontevreden mensen raken in een pruilerige en bokkige gemoedstoestand en geven anderen de schuld van hun eigen falen, zonder op te letten op zichzelf. judo laat zulke mensen begrijpen dat zulk gedrag tegen het principe van maximale efficientie is, terwijl de trouwe toewijding aan dat principe ze meer opgewekt maakt. Op die manier is het leren van judo, op heel verschillende manieren, dienstbaar aan de verspreiding van moreel juist gedrag.



"Kwaad worden vreet geestelijke energie. En wat voor voordeel heb je er zelf van, of een ander? Het resultaat van woede is hoe dan ook het uitputten van mentale energie en je gaat er negatief van worden, naar anderen en voor anderen." (Mind over Muscle, p. 85)



Als je het principe van seiryoku zenyo volgt, zal je niet in staat zijn om kwaad te worden. (Mind over Muscle, p. 85)






Judo is een studie en training van geest en lichaam, maar ook het managen van iemands leven en zaken. … zo vormt hetzelfde principe, toegepast op de lichamelijke, mentale en morele cultuur, alsook op de manieren van leven en het zakendoen, de studie van- en training in deze dingen.



Op het moment dat de echte betekenis van dit principe wordt verstaan, kan het worden toegepast op alle stadia van het leven en de activiteiten, en de mens in staat stellen om het hoogste en meest verstandige leven te leiden. Dat ware begrip van het principe wordt niet noodzakelijkerwijs bereikt door de training in de methoden van aanval en verdediging, maar ik kwam zelf wel op het idee door de training van deze methoden. Ik maakte genoemde wedstrijdtraining en de training voor de ontwikkeling van het lichaam tot het normale middel om dit principe te realiseren.



Dit principe van maximale efficientie vraagt, wanneer ze wordt toegepast om het sociaal leven te ontsluiten of te vervolmaken, net als in het geval waarbij het wordt toegepast op de samenhang van geest en lichaam of in de wetenschap van aanval en verdediging, in de eerste plaats orde en harmonie tussen haar leden, en dit kan alleen worden bereikt door wederzijdse hulp en toegeeflijkheid, wat leidt tot wederzijds geluk en welzijn.





Het uiteindelijke doel van het judo is daarom, om in de geest van de mens een geest van respect voor het principe van maximale efficientie en van wederzijds geluk en welvaart in te brengen, wat hem er toe brengt om die zo toe te passen dat de hij individueel en collectief de hoogste staat van volmaaktheid kan bereiken, en tegelijkertijd het lichaam kan ontwikkelen in de kunst van aanval en verdediging.



Als we de huidige situatie van de samenleving in de hele wereld goed bekijken, zien we, ofschoon de moraal in alle vormen (godsdienstig, filosofisch en traditioneel) zou moeten bijdragen aan het gedrag van mensen in de samenleving en de wereld beter zou moeten maken, het tegenovergestelde. We zien afgunst, ruzies, ontevredenheid op alle niveaus, van hoog tot laag. We hebben mensen hygiene geleerd en goede manieren op school, van kindsbeen af, maar we hebben nog steeds niet geleerd wat de regels zijn van schoon en hygiënisch samenleven, van ordelijk leven.



De huidige staat van de samenleving laat zien dat we iets missen, wat, als het aan het licht komt en algemeen wordt erkend, de samenleving opnieuw kan vormen en meer geluk en tevredenheid kan brengen voor de wereld. Dit is het onderricht in de leer van maximale efficientie en van wederzijds geluk en welvaart.



De opvoedkundige krachten van elk land waarin judo een prominente plaats zou kunnen innemen, moeten dat verspreiden.



bijdrage van judo aan de opvoeding. Door Jigoro Kano. 1932



En dat is het doel van de JBN en elke judoka, een nobele taak om daar aan bij te dragen!



“De technieken, oefenmethoden, filosofie en morele basis zijn in overeenstemming met de zoektocht naar zelfinzicht en ontwikkeling van een sterk, individueel karakter. (...) U ontwikkelt kwaliteiten als geduld, doorzettingsvermogen, optimisme, betrouwbaarheid, eerlijkheid, bedachtzaamheid, volharding, aanpassingsvermogen, nederigheid, moed, discipline, zelfredzaamheid, intensiteit, oprechtheid, flexibiliteit en samenwerking. Ook ontwikkelt u zelfrespect, behoedzaamheid, vriendelijkheid, kalmte en zelfbeheersing. Dit komt samen in een van de doelen van judo: jika no kansei, het streven naar perfectie.” (Neil Ohlenkamp, Handboek Judo p. 36)



OP DE MAT



Judo is geen potje knokken en/of pure competitie dus.



Proberen om het eerder genoemde en wijdverbreide misverstand, namelijk dat judo gevaarlijk en gewelddadig is, uit de wereld te helpen, is altijd een enorm probleem voor me geweest. (Jigoro Kano, Judo Memoirs, p. 72)



Grenzen worden bepaald door de ander: Partnerschap

Jigoro Kano zegt:

"bij de training moeten beide partners, terwijl ze zich om het welzijn van de ander bekommeren, ook aan hun eigen welzijn denken. Als een partner echter alleen zijn eigen doelen nastreeft bij de training, zal de ander dat ook doen, en het zal onvermijdelijk tot strijd komen. Vooruitgang is dan niet mogelijk." (Kano 1931, KJT 3, 401)



Daarom buigen we niet alleen naar de sensei, maar ook naar elkaar! Otagai ni rei. Omdat we dat menen!


Is judo dan soft?


Wederzijds welzijn kan echter wél een stevige, ruige behandeling inhouden. Elkaar duwen is onderdeel van het plezier in judo. Die vreugde ontspringt aan de authenticiteit van onze training. Wederzijds welzijn geeft me de ruimte om mijn partner HARD te pakken en soms ook RUIG te zijn, en me helemaal te geven in mijn training. Wederzijds welzijn zegt tegen de partner: "Ik zal je helemaal opjagen tot de lijn, maar als een judoka, dus zal ik je niet over de lijn duwen." De ‘lijn’ is voor iedere judoka verschillend. Daarom is het tori's verantwoordelijkheid om zich bewust te zijn van deze (on)mogelijkheden. Als ik op leven en dood zou vechten, waarbij de grenzen van de ander er niet toe doen, tellen alleen resultaten. Geen regels. Geen welzijn. Geen judo. (bythesea, Makoto 31-10-11)



Krachtig

Heb je bij alles dan geen kracht nodig? Natuurlijk wel. Hamer en spijkers… stevig vast op de juiste plaats – onderaan de steel zodat het gewicht van de hamer het zware werk doet. Zonder kracht komt de spijker er niet in, maar met te veel kracht sla je hem krom. Herken je het judoprincipe? Maar ook dan: niet als een dolle stier staan rammen op een spijker, maar vanuit de pols, sterk en precies. Timmeren is net zo’n kunst als pianospelen. Nooit te veel, nooit te weinig kracht.


Judo op de mat is dus: de ander staat centraal, en we leren met en van elkaar in alle aspecten: lichamelijk, intellectueel en moreel. De perfectie van ons beiden kan dan groeien, samen op weg naar een ippon voor ons allebei



De juiste dosering- kumikata

Hoe doen we dat concreet op de mat? Aanvoelen. Vingeroefeningen om maximaal te voelen terwijl de vingers minimaal kracht zetten. Zo kun je alles vastpakken wat je nodig hebt. Een pen schrijft mooi als hij licht in de hand ligt. Piano spelen is pas mooi als de vingers over de toetsen dansen als een ballerina. Zelfs de grip op een mobieltje bij het whatsappen-en is een kwestie van soepel vasthouden en met je vingers subtiel schuiven en aanraken.

Als je er bij stilstaat, kun je inzien wat je allemaal doet met je vingers, en hoe eigenlijk bijna alles wat je ermee doet, goed gaat als je de kracht doseert. Altijd de juiste energie gebruiken.


Kumikata en randori

Armen, polsen, handen, vingers, samen zijn ze een ontspannen geheel, sterk en subtiel. Randori zou om die reden een feest moeten zijn. Goede pakking is een gevoel. Vingers die sterk zijn en langs de gi glijden alsof ze er helemaal niet zijn. Jij hebt controle en je partner weet niet dat je er bent. Altijd zuinig op de kostbare lichaamsenergie. Dat noem ik: ‘een judoprincipe in de vingers hebben…’


---------------------------------------------------------



Op de bondsraadvergadering van 25 mei heb ik dit voorgehouden aan de leden, als een spiegel om over na te denken. Hoe werken we daarmee binnen de JBN? Hoe passen we dat toe als we samen zijn, en samen werken aan onze doelen? Hebben we geleerd om altijd als echte judoka te zijn….?

donderdag 23 mei 2013

Het draait weer om de centen

Bericht vandaag: "De judoka's uit de nationale selectie zijn niet verplicht tijdens wedstrijden uit te komen in kleding van Green Hill, de sponsor van de Judo Bond Nederland (JBN). Dat heeft de rechter in Amsterdam donderdag bepaald." Aldus de Volkskrant. De JBN en NLSporter stonden daarbij tegenover elkaar. 

Tsja. Dat dit voor de rechter moest komen omdat de JBN en de betreffende judoka er niet uit komen, is op zich natuurlijk al een moeilijk gegeven. Dat men er in overleg niet meer uit kan komen... Dat is van au in het judo waar we natuurlijk altijd samen ons gemeenschappelijk doel zouden moeten kunnen nastreven. Maar conflicten zijn zo oud als het judo en de Kodokan kon er ook wat van altijd, dus ja...

Maar uiteindelijk draait het hier niet meer om judo en idealen, maar alleen om geld. Sponsorgeld, want zonder dat kan de 'sport' niet meer draaien. Geen enkele sport overigens. Judo is maar een kleintje vergeleken bij het voetbal, zoals we weten... Daarom ook dat de IJF de motor is achter alle commercialisering van het judo. Met elk jaar verplichte nieuwe regels voor pakken die alleen goedgekeurd worden als het flink schuift. Daar kan de JBN ook niets aan doen, dat wordt gewoon opgedrongen. De macht van geld...

Er staan twee sponsorbelangen tegenover elkaar. 
-- De JBN is afhankelijk geworden voor haar topsportprogramma van sponsors en Green Hill is een belangrijke speler. Het belang van de JBN in deze is: het wedstrijdjudo kunnen faciliteren en daar hebben de topjudoka zelf ook veel belang bij. Zonder JBN wordt het voor hen ook moeilijk. 
-- De topjudoka is afhankelijk geworden van een eigen sponsortraject. Door nu de eigen sponsors (van de eigen pakken) de strijd te laten winnen, hebben ze voor hun eigen individueel programma gewonnen. En ze kunnen een pak dragen wat misschien lekker zit, maar hmmm... zou dát wel tellen? Als je gesponsord wordt door Adidas, zou je dan durven zeggen dat je hun pak maar beroerd vindt zitten? Dus niet. Het pak van de sponsor is met euro's gevoerd en dús zit dat lekker...

Het gaat dus alleen om geld. Veel geld. De judoka hebben hun indivduele belang laten prevaleren, omdat ze dat individuele sponsorgeld nodig hebben. Zelfs de rechter snapt dat. Het is ook waar. De JBN of een IOC kunnen niet alles voor de judoka betalen. Helder. Als echter de JBN die zelf in zwaar financiëel weer zit, nu op haar beurt ook weer minder kan doen voor de topjudoka, dan is maar de vraag wie er straks blijkt te hebben gewonnen... Wordt het straks in de judowereld nog meer 'ieder voor zich en God voor ons allen'? Is dat de verstandige weg?

Het wordt allemaal weer niet gemakkelijker.  Dat rotgeld ook. Geld is de smeerolie van de hele wereld (economie) maar is soms net alcohol. Het verslaaft en maakt soms ook meer kapot dan je lief is. 

We zullen over een tijd gaan zien of deze strijd überhaupt winnaars heeft. Als GreenHill geen pakken verkoopt, kan ze niet sponsoren. Simpel. Als de andere leveranciers (en sponsors van judoka) geen pakken slijten, idem. Als er geen judoka meer kunnen meedoen aan toptoernooien omdat er geen sponsorgeld is, worden er nog minder pakken verkocht. Als de JBN een topsportprogramma niet meer kan betalen en voorzien, gaat het Nederlands judo nog verder achteruit en zijn er ook weer minder judoka die pakken gaan kopen.

Het judo gaat verliezen van deze zaak. JBN en topjudoka. En uiteindelijk ook degenen die met hun pakken blijven zitten. Hier verdient niemand wat mee dus. Triest.

zondag 19 mei 2013

Jita Kyoei (3) het grote geheel

Jita kyoei - letterlijk betekent het: "jij en ik schitteren samen", "gezamenlijke rijkdom voor u en anderen" Maar wat betekent het in de praktijk?

Vandaag deel 3: Van individu naar het grote geheel

De toepassing van Seiryoku Zenyo en Jita Kyoei werd ook voor Jigoro Kano in de loop van de tijd steeds duidelijker. In 1922 werd de Kodokan Bunkakai (Kodokan Culturele Associatie) opgericht met als doel om de samenleving te dienen door de principes van seiryoku zenyo in de praktijk te brengen in een wereldwijde jita kyoei, wat blijkt uit het volgende manifest:

Deze associatie heeft als ideaal om het doel van de mensheid te bereiken, door de beste toepassing van seiryoku. Gebaseerd op deze leer, zal deze associatie:
  • vastbesloten zijn om ieder en elk lichaam te laten ontwikkelen tot robuuste gezondheid, om ieders kennis en morele kwaliteit te verfijnen, en om een effectief deel van de samenleving te zijn;
  • met betrekking tot de natie: de nationale eenheid respecteren, de geschiedenis hoogachten, en ijverig zijn om te bevorderen wat voor het welzijn van de natie nodig is;
  • met betrekking tot de samenleving: streven naar het bereiken van diepe harmonie door wederzijdse hulp en wederzijds op elkaar afstemmen tussen individuen en groepen;
  • met betrekking tot de wereld als geheel: zichzelf verre houden van raciale vooroordelen en streven om op basis van gelijkheid de cultuur op een hoger niveau te brengen, en het welzijn van de mensheid te zoeken.
Om die reden verkondigt Jigoro Kano overal waar hij komt, dat de doelen van judo veel verder reiken dan de dojo en de Culturele Associatie mag daarbij helpen:
Het is moeilijk om de echte doelen van het judo te bereiken, die nut brengen voor de samenleving, door vooral te wachten tot dingen gebeuren of door vooral judo te boefenen in de dojo. Deze doelen kunnen echter wel volledig worden gerealiseerd door het volgen van de additionele intellectuele onderrichtingen van de Kodokan Culturele Associatie. (Jigoro Kano, Judo Memoirs, p. 126)

Wat daar geleerd wordt, moet worden geleerd op basis van een concrete spiritualiteit van eerbied en respect, maar vooral die levensweg worden van eerbied en respect.
De geest van jita kyoei moet worden gerespecteerd tussen volkeren. Als we kijken naar internationale samenwerking is het zo, dat als landen alleen hun eigen gewin zoeken en neerkijken op andere landen, zullen zij hun echte doelen niet bereiken. Elk land moet principieel werk maken van gezamelijk welzijn en voorspoed, en moet zichzelf vastbesloten gedragen om het beste voor te wereld te doen. (...) Ik geloof dat wereldvrede en het welzijn van de mensheid gerealiseerd moet worden door de geest die judo uitdraagt. (Jigoro Kano, tijdens de Interparlementaire unie in Madrid)
De Internationale Judo Federatie (IJF) probeert dit duidelijk te maken als het judo beschrijft:
Judo is veel meer dan alleen het leren en toepassen van gevechtstechnieken. In zijn totaliteit is het een prachtig systeem van lichamelijke, intellectuele, en morele opvoeding. Judo heeft zijn eigen cultuur, systemen, erfgoed, gebruiken en tradities. Maar belangrijker is, dat de pricipes van zachtheid vanuit het oefenen op de mat worden doorgegeven in het leven van de studenten, in de interactie met hun vrienden, hun familie, werk, collega's en zelfs vreemdelingen. Judo geeft de studenten een ethische code mee, een manier van leven en een manier van zijn. (...)

Buiten de ontwikkeling van lichamelijke krachten en atletische capciteiten, leren judoka nog veel meer. Ze leren hoe ze hun gevoelens, emoties en impulsen kunnen beheersen. Ze leren over de waarden van volharding, respect, loyaliteit en discipline. Judoka ontwikkelen een uitstekend etisch gevoel, alsook belangrijke sociale manieren en etiquette. Ze leren hoe ze angst overwinnen, en moed houden in stress-situaties. Door de competitie en de alledaagse praktijk, leren ze rechtvaardigheid en eerlijkheid. Door hun ervaring leren ze beleefdheid, bescheidenheid en allerlei andere prachtige waarden die bijdragen tot hun ontwikkeling als succesvolle burgers in de samenleving. Als zodanig, maakt judo het mogelijk om belangrijke morele kennis en waarden te ontwikkelen, welke belangrijk zijn om mensen te helpen om een actieve bijdrage te leveren als leden van hun gemeenschappen, naties en de wereld. Op die manier spelen judoka een belangrijke rol on de ontwikkeling van samenlevingen en scheppen ze nieuwe en betere gemeenschappen voor de toekomst.

Judoka leren ook waardevolle sociale vaardigheden, en bouwen aan duurzame en betekenisvolle relaties met anderen. De kameraadschap, en de banden die ontstaan tussen partners die samen de uitdagingen hebben gevoeld van de moeilijke lichamelijke en mentale training, zijn diep. Vaak leggen die ervaringen de basis voor vriendschappen voor het leven. Door judo zijn mensen in staat om vriendschappen te ontwikkelen en sociaal bijna overal te integreren. (...) Judo is niet alleen een lichamelijke activiteit; het is een internationale taal die nationale grenzen, culturele barrieres en taalproblemen overstijgt. Judo verbindt mensen, gemeenschappen en landen. Het speelt een belangrijek rol, niet alleen in onze individuele levens, maar ook in het toekomstig geluk van onze samenlevingen in de hedendaagse onderling afhankelijke wereld.

IJF.ORG, Judo Corner, Introduction
Mitesco heerneemt de algemene principes:
  • Seiryoku zenyo is een principe van evenwicht in de mens - optimaal gebruik van energie om in balans te komen / te blijven.
  • Jita kyoei is een principe van evenwicht in de samenleving en de wereld - alle mensen worden / zijn optimaal in balans.
Het evenwicht tussen seiryoku zen you en jita kyoei is fascinerend. Ze zijn tegengesteld aan elkaar en houden elkaar in evenwicht. Ik denk tot op zekere hoogte dat de geschiedenis van de mensheid het verhaal is van balanceren tussen competitie en coöperatie. Het aan-elkaar-koppelen van seiryoku zenyo en jita kyoei lijkt dat te weerspiegelen. Zonder de matigende factor van jitakyoei is het zoeken naar efficiency een destructieve kracht. Ik denk, als alles te efficient wordt, dat mensen eindigen in verbrandingsovens. Zonder wederzijds welzijn en geluk echter, zonder de geest van streven (naar perfectie) is het individu nikserig en soft. In theorie zijn die doelen van het communisme waarschijnlijk puur jita kyoei, maar wel resulterend in een totaal verlies van motivatie, met frustratie en een economische en landbouwtechnische ineenstorting op de meeste plaatsen waar ze werd toegepast.
Taigyo, JudoForum 27-1-2009
Op die manier komt de judoka vanuit zijn eigen doelstelling tot de bredere doelstelling van harmonie. Hij bouwt mee aan een wereld die moreel goed is, één, waar en schoon - een wereld waarin het algemeen welzijn voor allen zal bestaan.

De leer over jita kyoei is dus niet alleen een vorm van nuttigheidsdenken, het is meer: welzijnsdenken. Jita kyoei wil in dit licht zeggen: algemeen welzijn wordt bereikt als alle mensen samen werken aan welstand voor iedereen, en niet aan zichzelf. In die wereld zal iedereen gelukkig zijn.
Er is geen betere manier voor een natie om tot bloei te komen dan wanneer de autoriteiten hun aandacht richten op de welzijnsontwikkeling van elke inwoner. (Jigoro Kano, Judo Memoirs, p.109)



Vrede en gerechtigheid

Het welzijn van allen wordt bereikt als elke mens over zijn eigen ik heen kan stappen en de ander, de medemens, kan geven waar hij recht op heeft. In dat opzicht wijkt Jigoro Kano af van de ideeën van de Engelse filosofen. Voor Kano is het recht van een mens absoluut, en kan hij nooit alleen maar beschouwd worden als een instrument voor het hogere doel. Je moet een medemens altijd tegemoet komen, om de diepe eenheid die je in de kosmos hebt met elkaar te kunnen delen.

Rechtvaardigheid kan men in het algemeen omschrijven als:
De rechtvaardigheid is de morele deugd die bestaat in de voortdurende en vaste wil om iedereen te geven waar hij recht op heeft. Rechtvaardigheid ten opzichte van de mensen leidt ertoe de rechten van ieder te eerbiedigen en in de menselijke verhoudingen de harmonie tot stand te brengen die de rechtschapenheid bevordert ten opzichte van de personen en het algemeen welzijn.
Door het beleven van echte rechtvaardigheid, wordt een judoka integer. Dat wil zeggen: één geheel met zichzelf en zijn omgeving. Dat is een vaardigheid die noodzakelijk is in het gevecht op de tatami, maar ook in het leven.
Voor een judoka is het niet vreemd om in die geest te zeggen: in die geest van jita kyoei is het gevecht in judo nooit een echt gevecht, en de tegenstander nooit een tegenstander. Alle technieken die bedoeld lijken om iemand te overwinnen, zijn in feite middelen om jezelf te overwinnen. Het gevecht is een uitdrukking van openheid, flexibiliteit en aanpassing aan de ander (ju), en dat resulteert in de bredere zin van iemands persoon in een houding van vrede, zachtmoedigheid, respect (wa). Daarin groeit een mens tot volkomenheid.

Een goed voorbeeld:
Op zaterdag 28.6.08, was de stad Haifa in Israel de gastheer voor het Internationale "Cadets Judo for Peace Tournament". Ik ontmoette en sprak met judo coaches en jonge atleten van over de hele wereld - Jordanie, Palestina, Montenegro, Kosovo en Georgie om er maar een paar te noemen. De atmosfeer was elektrisch-geladen, mensen kwam samen vanuit werelddelen die maar een paar kilometer van elkaar vandaan wonen, maar in werelden die door politici en haatdragende mensen uit elkaar worden gehouden. En in die hal vochten ze, verloren en wonnen er sportief, en schudden handen. Dr. Kano zou trots zijn geweest.

Als judo coach doe ik er alles aan om bij mijn leerlingen integriteit, eer en respect te vestigen voor ieders naaste. dat is, zo voel ik, is belangrijker dan medailles.
T. Baron, Israel
Het is in harmonie met de principes van judo dat er geen conflicten zijn in de ontwikkeling van de wereld, of in de samenlevingen en landen die de mensheid vormt en opbouwt. judo is geëvolueerd tot haar huidige vorm, vanuit de waardering van zuivere rede en ontwikkeling van techniek,  en is nationaal en interntationaal hoog geacht als de meest effectieve methode van lichamelijke en geestelijke zelfdiscipline. judo draagt bij aan de voorspoed van mensen, de ontwikkeling van vrede en het welzijn van de wereld.

Kyuzo Mifune


woensdag 15 mei 2013

Kesa gatame claustrofobie?

In Hessen (Duitsland) werd een buitenlandse gast-judoleraar op zijn vingers getikt omdat hij aan beginners (kinderen) de standaard kesa-gatame had geleerd. Onder de gele band (in Duitsland hebben ze meer kyugraden dan bij ons) mag men niet de gewone kesa-gatame aanleren, alleen de kuzure-versie. Onder de arm door dus, niet om het hoofd.

De reden? Voor kinderen kan de hon-kesa-gatame paniek veroorzaken omdat ze dan claustrofobisch kunnen worden.

Hmmm... is dat in Nederland ook zo?

Ik ben me bewust dat de kinderen van nu allerlei psychische problemen kunnen hebben. ADHD komt veel voor, net als diverse autistische stoornissen. Maar een angstaanval omdat je in een houdgreep tegen de grond wordt gedrukt? Ah komop denk ik dan.

Als ze dat nu zouden zeggen van een kami-shiho-gatame waarbij tori zo laag komt met zijn hara en de jas ook nog los hangt... dan kan ik me voorstellen dat een beginner zich wat onprettig voelt met het gevoel door een buik te worden geplet. Tsja. Maar ook dát is judo... Nadat ik zelf katame no kata heb geoefend, heb ik echt goed begrepen dat osaekomi-waza betekenen: strakke controle en dat betekent: strak immobiliseren met je hele lichaam. Als dat betekent dat iemand volledig wordt ingesloten, hoort dat er juist bij! Vind ik... zelfs bij kami-shiho. Als uke wil ontsnappen en flink worstelt, móet tori reageren door zijn lichaam zo te bewegen dat de ontsnapping mislukt.  Dan gaat tori dus als een huisje over je heen en kun je tegen diens buik komen met je snuit. Zo ook met de 'gewraakte' kesa-gatame. Als uke wil ontsnappen, moet tori nog meer controleren en desnoods zo aan de arm trekken dat de lucht uit zijn arme uke wordt geperst. :)

Nu is het wél waar - en daarin heeft de DJB een punt - dat beginners nogal eens moeilijk begrijpen dat het controleprincipe van elke kesa-gatame is: de arm die dwars over tori's borst wordt getrokken. Alle variaties houden dát principe aan. Beginners kunnen nogal eens denken dat die arm er niet toe doet en dan een soort nekklem leggen. Tsja.

Dan denk ik met mijn boerenverstand: leg dat dan úit! Daar is de les voor. Ban niet een hele techniek omdat je het niet goed kunt uitleggen. Ban niet een hele techniek omdat we tegenwoordig heel veel bange kinderen hebben. We bannen de ukemi ook niet omdat kinderen bang zijn om te vallen...

Maar goed. Zelfs het katame no kata begint met de kuzure-kesa-gatame. Dus Kano heeft blijkbaar ook wel gemeend dat deze 'gebroken' versie de principes goed aanleert. Dat is dus ook zo. Wie als uke in katame no kata in deze houdgreep is beland en een goede tori heeft, ligt volledig klem tegen de mat en ontsnapt nooit meer.  Ik word daar alleen niet claustrofobisch van, maar intens vrolijk.

zondag 12 mei 2013

Jita Kyoei (2) Het kanji 'ei' (栄)

Jita kyoei - letterlijk betekent het: "jij en ik schitteren samen", "gezamenlijke rijkdom voor u en anderen" Maar wat betekent het in de praktijk?

Vandaag deel 2: Het kanji 'ei' () en de betekenis


Ji-ta kyo-ei bevat als laatste het woord 'ei' (). Het betekent zoveel als 'geluk, welvaart, voorspoed, rijkdom.' Maar dat moeten we wel verstaan zoals Kano het zelf verstond:

Het teken voor 'ei' wordt gebruikt in een woord als 'luxe' (eiga), in de betekenis van materiele voorspoed. Maar in het woord 'eer' (eijoku) betekent het roem, als geestelijk welzijn. Ik versta onder 'ei' een ideale toestand, waarin tegelijkertijd de grootste materiële tevredenheid bestaat, en ook, door het bereiken van het hoogste niveau van wijsheid en deugd, de hoogste geestelijke tevredenheid ontstaat.  (Jigoro Kano, 1923.)
Alles bij elkaar is dit geluk de vervolmaking van het zelf. Maar daarbij moeten we niet denken aan de verlichting zoals die bijvoorbeeld door het zen-boeddhisme wordt geleerd. judo is een andere soort gevechtskunst als veel andere oosterse systemen. Bij Kano is volmaaktheid altijd een morele volmaaktheid, waarbij de mens tot een hoger niveau van beschaving wordt gebracht. Ten diepste is beschaving nooit gericht op het individu, want de mens is altijd een sociaal wezen volgens Kano. Vanuit zijn eigen opvoeding (zijn moeder) wist Kano hoe belangrijk het was om altruïstisch te denken, vanuit medemenselijkheid en liefde. Op het niveau van principes en de samenleving betekent dit: ook je eigen ik kunnen loslaten omwille van het geluk van mensen samen. Dat is de basis van de wederzijdsheid in het begrip jita kyo-ei.

Over het algemeen hebben menselijke handelingen een doel. Vaak doen we dingen onbewust, maar in de regel hebben we ook een intentie. Daarbij gaat het er uiteindelijk om: handelen we omwille van ons eigen nut, of voor het nut van de wereld? (Kano, 1917)
Het individu moet er met alles wat er in hem is, naar streven om de volmaaktheid te bereiken in een ideale samenleving:

Oppervlakkige mensen denken dat men zich niet voor de medemens of de staat kan inzetten, omdat je eerst je eigen geluk moet verwezenlijken. Misschien denken ze, dat men andere landen schade mag toebrengen, als men zich voor het eigen land inzet. Maar in werkelijkheid is het zo, dat de intentie om je eigen geluk te realiseren, een weg voor de mens en de staat moet worden. (...) Daarom wil men, bij de ontplooiing van het ik, andere mensen, de samenleving, de overheid en de mensen in andere landen niet tot hinder zijn. En terwijl men naar zelfontplooiing streeft, bezorgt men de ander zoveel mogelijk nut. Dat is de weg die het menselijk leven moet gaan. (Kano, 1931)
Daarom ook de beheersing als zo'n belangrijk element. De mens moet loskomen van oppervlakkige en minderwaardige verlangens, om diepere en hoogwaardiger verlangens op te wekken. De mens is geen slaaf van zijn behoeften, maar een vrij mens die zichzelf in de hand kan houden omwille van hogere doelen.

Moraal is kort gezegd de weg, waarop we harmonie vinden tussen de behoeften van andere mensen, de samenleving, de overheid en de mensheid. Daarom is zedelijke opvoeding een morele opleiding, de inzet om van onaangepast naar volledig aangepast gedrag te geraken. (Kano 1924)

De kern van Jigoro Kano's leer over jita kyoei kan worden samengevat met één woord: onzelfzuchtigheid. Dat had Kano gewoon thuis geleerd van zijn moeder, maar ook in de leer van de Samurai. Dat waren mensen die "onzelfzuchtig handelden, met aandacht voor de grotere samenleving, waar tegenwoordig de ideeën van trouw en integriteit naar de achtergrond zijn gedrongen en mensen algemeen ik-gecentreerd zijn geworden." (Mind over Muscle, p.129)

onzelfzuchtigheid <-> egoïsme

Judo in de geest van Kano is dus: een sociaal systeem waarin de judoka niet egocentrisch mag zijn. Alleen vanuit die houding kan hij het algemeen welzijn dienen, rechtvaardig zijn, eerbied (rei) hebben voor de ander, beschaafd en sportief zijn. Daarom juist die elementen in het menu links. Jita Kyoei betekent dus ook: overwin jezelf ! Het idee van zelf-overwinning en zelf-opoffering ten bate van het algemeen welzijn, had Kano overigens ook uit Engeland gehaald, waar het al langer een sportief en maatschappelijk principe was.

Maar onzelfzuchtigheid is een morele instelling die door meerderen in onze tijd wordt gewaardeerd, tegen de stroom in. Wie denkt dat Kano overdrijft, of ouderwets is, hoeft alleen maar het onderstaande citaat te lezen. Dat is niet van de eerste de beste. En zeer actueel !
"Individualisering die doorslaat naar puur egoïsme doet afbreuk aan het algemeen belang.  Als we het zicht verliezen op wat ons allen tezamen aangaat, ondermijnen wij onze samenleving. Een maatschappij die in zichzelf is gekeerd, sluit ook de ogen voor de wijdere wereld, ontloopt verantwoordelijkheid voor gerechtigheid en miskent de noodzaak tot solidariteit. 
Spanningen en conflicten zullen zich altijd voordoen en kunnen dan ook niet worden ontkend. Maar in plaats van ze  aan te wakkeren, moeten we zoeken naar wegen om ze te beheersen en op te lossen. Over en weer vraagt dat aandacht en begrip voor de angst en onvrede die bij andere maatschappelijke groeperingen kunnen leven. In wat een mens dierbaar is en heilig, ligt zijn grootste kwetsbaarheid. Voorkomen moet worden dat gekwetste gevoelens omslaan in wanhoop en agressie. Waar het op aan komt is dat grieven worden onderkend en ernstig genomen. (...)
Samenlevingsproblemen zijn niet op te lossen met simpele recepten voor een geïntegreerde maatschappij. In elk geval wordt een gemeenschappelijke inspanning gevraagd voor discipline in de omgang tussen mensen, het bijstellen van ongenuanceerde oordelen en het doorbreken van negativisme. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is, kan weerstand toch overwonnen worden door toenadering te zoeken tot mensen uit andere tradities en overtuigingen. Dat vergt een instelling van luisteren en leren. Een dialoog wordt mogelijk als allen daadwerkelijk bereid zijn ook éigen zekerheden in de discussie te betrekken.
Sociale vaardigheden en medemenselijk gedrag kunnen door opvoeding en goede voorbeelden worden overgedragen. Wie van kinds af vertrouwen meekrijgt zal ook eerder wantrouwen kunnen overwinnen en gemakkelijker anderen respecteren en ontzien.  In de dagelijkse omgang vormen het rekening houden met elkaar, het oog hebben voor wat een ander nodig heeft en het aandacht schenken aan mensen met problemen het cement van een leefbare gemeenschap. Door de betrokkenheid van allen kunnen wij kwetsbaarheid omzetten in kracht.
Aan gemeenschapszin bestaat vandaag meer dan ooit behoefte. Dat geldt ook voor de wereld om ons heen die zozeer roept om vrede en gerechtigheid.
“Gerechtigheid groeit waar vrede is, en wie vrede zaait, zal gerechtigheid oogsten.” Dit woord uit de Bijbel is vandaag niet minder actueel dan twee duizend jaar geleden.  Toen werd de boodschap van vrede voor alle mensen op aarde verkondigd. Ook nu vraagt dat de inzet van een ieder. De weg daartoe is die van de naastenliefde."
Uit de Kerstrede 2007 van H.M. Koningin Beatrix, Nederland (© RVD)
 

woensdag 8 mei 2013

Probeer dit maar eens uit (newaza kanteltechnieken)

Het mooie van instructiefilmpjes op het internet is, dat je een heleboel dingen kunt leren zonder leraar. En dat je van de beste leraren 'les' krijgt.

Een van die internetleraren is Kashiwazaki Katsuhiko, een voormalig wedstrijdjudoka. Hij heeft een hele serie newaza-instructies online staan, helaas alleen in het Japans, zodat je de namen van de technieken kunt verstaan, maar niet veel meer. Mooi newaza, en veel kanteltechnieken.

Wel zie je ook precies waarom deze Japanner deze technieken kan toepassen. Hij is watervlug en zijn uke weert zich niet.

En dat is ook exact het probleem waarom de meeste judoka in newaza degene die op handen en knieën of op de buik ligt, niet veel meer te bieden hebben dan flink krachtig duwen en trekken. Ik bewonder de wijze waarop Kashiwazaki in de eerste video hieronder razendsnel zijn been onder zijn uke schuift, maar a) vraagt dat een flinke lenigheid van het been, b) een enorme kracht in beide benen, en c) dat uke zo dom is niet zo te blokkeren dat het been er niet onder kan komen. Dat is hetzelfde met de overbekende 'ebi'-bewegingen om een judoka uit een houdgreep te kantelen (bijvoorbeeld bij yoko shiho gatame). Mooi bedacht, maar in randori moet je timing wel zo goed zijn, anders heeft je partner door zichzelf te bewegen jouw beweging geblokt. Katame no kata is daarin een perfecte oefening om tori's controle te testen.

Kortom. Het is mooi judo. Het gebruikt de wetten van beweging en kracht. Maar zoals wel meer judo wat door Jigoro Kano was bedacht: té statisch. Het werkt, het is leuk om het te oefenen met alle details, maar in randori moet je groot overwicht hebben, want als uke jouw trucjes kent, kan hij zich daar op allerlei manieren tegen verweren en dan moet je weer heel veel kracht gebruiken...



zondag 5 mei 2013

Jita Kyoei (1) Het algemeen nut

Jita kyoei - letterlijk betekent het: "jij en ik schitteren samen", "gezamenlijke rijkdom voor u en anderen" Maar wat betekent het in de praktijk?

Vandaag deel 1: Het algemeen nut.

Het ideaal van jita kyoei is door de principes van Jigoro Kano een hooggegrepen, wereldomvattend doel van vrede en gerechtigheid geworden. Maar wat een groot ethisch ideaal werd, begon voor hem allemaal heel praktisch, vanuit zijn filosofische studies en de ervaringen in de dojo, en natuurlijk de toepassing van het principe van seiryoku zenyo

Seiryoku zenyo, het principe van judo, kan worden toegepast op alle aspecten van het sociale leven. Maar een nieuw probleem, is dit: hóe kan seiryoku zenyo worden toegepast als twee of meer personen een groep vormen? Als mensen alleen zijn, kan het principe van seiryoku zenyo zonder probleem worden toegepast, maar als er een groep van twee of meer personen is, hoeft er maar één persoon aanwezig te zijn die zelfzuchtig handelt om een conflict te hebben. Maar als alle leden van de groep zelfzucht vermijden, en handelen overeenkomstig de noden en omstandigheden van de andere personen in de groep, kan een conflict op een hele natuurlijke manier worden vermeden en harmonie worden bereikt. Conflict schept wederzijdse vernietiging, terwijl harmonie wederzijdse winst oplevert.
Dus, als een groep mensen samenleeft, kan men niet alleen vermijden om tegenover elkaar te komen staan, maar men kan elkaar ook helpen. Er zijn dingen die je niet alleen kunt doen, maar alleen samen met anderen. Voorts kunnen de deugden en sterke kanten van iemand alleen maar andere mensen aanvullen en stimuleren. Aldus brengt die situatie voordeel voor iedereen, iets wat ze alleen niet zouden hebben. Dat noemen we sojo sojou jita kyoei, wat betekent: onderlinge welvaart door wederzijdse hulp en toegeeflijkheid. dat kan worden verkort tot jita kyoei. Om die reden kunnen we zeggen: als alle leden van een groep elkaar helpen en onzelfzuchtig handelen, kan de groep harmonieus zijn en als een eenheid opereren. Zo kan die groep zijn energie optimaal benutten, net als een individu. Dit principe blijft waar, ook in het geval van een complexe samenleving met miljoenen inwoners. Dus, als seiryoku zenyo  en jita kyoei worden gerealiseerd, zal het sociale leven zich natuurlijk blijven ontwikkelen en vooruitgaan, en als leden van die samenleving kan iedereen bereiken waarop ze hopen. (Mind over Muscle, p. 70-71)

Tot zover kan men het principe van jita kyoei misschien nog niet zien als een ethisch ideaal, maar dat is het wel.
Kano geeft hier zijn eigen toepassing van een bepaalde westerse ethiek, het liberale utilitarisme (nuttigheidsethiek) van Herbert Spencer. Spencer adopteerde een utilitaristische standaard van absolute waarde: het grootste geluk van het grootste aantal mensen. De voltooiing van het evolutieproces (Spencer was behalve ethicus en socioloog ook Darwinist en bewonderde ook het principe van 'the survival of the fittest') was de maximalisatie van nut. In de perfecte samenleving zouden individuen niet alleen genot (het hoogste doel van de utilitaristen) ervaren door het uitoefenen van altruïsme ('positieve liefdadigdaad') maar ook proberen te vermijden om anderen leed te doen ('negatieve liefdadigheid.'). Ze zouden zo instinctief de rechten van anderen respecteren, en dat leidt tot het algemeen onderhouden van het principe van gerechtigheid (justice). Spencer had invloed op de Japanse denker Tokutomi Soho, die geloofde dat Japan op het punt stond om van "militaire samenleving" een "industriele samenleving" te worden, en dat het nodig was Westerse ethiek over te nemen. (bron: wikipedia)

Jigoro Kano nam een deel van die redenering over in de beschrijving van de jita kyoei. Je ziet zijn zorgen over de politiek ook terugkomen op dezelfde toon. Wat hij niet overnam van de utilitaristen was het verabsoluteren van genot.

Kano was bovendien te zeer in de spirituele school van de Tao onderwezen om het goddeloze genieten (en verspillen van energie) te kunnen billijken. Hij nam dus de termen en sociale doelen over, en vulde die in met absolute normen van deugd en defenities van goed en kwaad (wat echte utilitaristen niet doen.) Ook putte Kano voor het idee van de onderlinge hulpverlening uit de leer van John Dewey (The School and Society, 1899), en de leer over het 'wederzijds respect' van IOC-oprichter Pierre de Coubertin. Voor Kano is het een heel berekenend idee om met zo min mogelijk energieverspilling doelen te bereiken - eigenlijk nog ongeacht welke. Dat vult hij later wél in. Wie juist op dit punt meer Westerse ideeën in de jita-kyoei-filosofie herkent, heeft gelijk. (Zo beweert ook Niehaus in zijn dissertatie, blz. 172 e.v.)
Nuttigheidsfilosofie (utilitarisme) = een filosofische ethiek die de morele waarde van handelingen afweegt aan het nut (Latijn "utilis") voor het geheel. Normaal betekent dit in dat een utilitarist streeft naar wat bevordelijk is voor het hoogst haalbare geluk van de mensheid.
Daarom zegt hij ook, heel modern aandoend:
Teneinde op een vreedzame manier samen te leven met onze naasten, is een relatie die wederzijdse hulp en samenwerking bevordert, te verkiezen. Dat betekent dat we genegen moeten zijn om aandacht te geven aan de meningen van anderen en moeten laten zien dat we bereid zijn tot compromissen. Dat wil zeggen, dat we de praktijk van het nut verwerven niet alleen op onszelf, maar ook op anderen moeten toepassen. We moeten dus niet een soort passieve burgers zijn, maar ons inspannen om deze manier van sociale interactie te stimuleren en bij te dragen tot de vooruitgang van de samenleving.
Want we moeten bij Jigoro Kano bedenken dat zijn principes zijn voortgekomen uit:
  • een doorgedreven nuttigheidsdenken, overgenomen van de (Engelse) filosoof Herbert Spencer, wat Kano combineerde met de Tao van de Chinese filosofie en de geest van Kito Ryu. (nuttigheidsdenken/versmelting van ideeën) 
  • een moreel idealime, dat geweld en conflicten verafschuwde, gefundeerd in absolute en universele nomen van waarheid, schoonheid, goedheid, en eenheid in alles (holisme/Japanse en Chinese religie en filosofie). 
  •  een sportief ideaal: de filosofie van Pierre de Coubertin en het Internationaal Olympisch denken, waarbij sport als middel werd beschouwd om volken bij elkaar te brengen. 
Bij dit alles moeten we bedenken dat Kano in de tijd kort na de eerste wereldoorlog door Europa had gereisd en in levende lijve de verschrikkingen van de oorlog had gezien. Zowel de onmenselijkheid van de verwoesting, als de manier waarop mensen na de oorlog met bijna niets efficient moesten omgaan om het leven vorm te geven, hadden een diepe indruk op hem gemaakt. Jigoro Kano was ten diepste een syncretist: hij verenigde uit alle ideeën die hij ontmoette de elementen die hem goed leken. Die paste hij toe op zijn judofilosofie.

woensdag 1 mei 2013

Mooi nage no kata (Kenshiro Abbe)

Zo te zien in Nederland opgenomen bij de zomersessies in Well: een prachtige en dynamische uitvoering van het Nage no Kata door de judolegende Kenshiro Abbe. Vloeiende kata guruma en alle worpen vol snelle actie. En zoals een judokenner er over opmerkte: eindelijk een uitvoering waarbij men niet steeds het judogi zit goed te trekken! Kijk en geniet van dit historische materiaal...