zondag 24 februari 2013

Judo geeft Nepalese kinderopvang hoop

Je zult maar in een opvanghuis zitten omdat je vader je moeder heeft vermoord. En je zult maar door andere mensen met de nek worden aangekeken omdat ze je zien als het kind van een crimineel. Vanuit Nepal vond ik via-via een echt succesverhaal, (Lees het, al is het in het Engels!) hoe judo de kinderen zelfvertrouwen en hernieuwd aanzien schenkt. Hoe het judo op een eenvoudige manier bijdraagt tot de integratie van deze onschuldige kinderen in de samenleving. 

Dit verhaal is het summum van judo als opvoedingsmiddel. En tegelijk denk ik, als ik dat lees... wij hebben in onze landen zo veel kinderen die uit gebroken en ontspoorde gezinnen komen. Waarbij pap ook wel eens in de bak zit, maar thuis de kinderen alle zelfrespect en gevoel voor eigenwaarde verliezen, in 'zwakke' sociale omgevingen. We kunnen wat leren van Nepal...

Kinderjudo (2) omstandigheden

Persoonlijke omstandigheden 

Het is van belang om goed te kijken naar de persoonlijke omstandigheden. Moet iedereen wachten zoals de Australische Liam (foto rechts, zie blog vorige week)? Of kun je ook eerder de mat op? Er zijn kinderen die al op jonge leeftijd met de juiste mentaliteit en fysieke instelling aan wedstrijden beginnen, al blijven er algemene bezwaren van kracht . Maar het is waar wat een zekere Judodog zegt op het Judoforum:
De passende beginleeftijd om judo te leren en wedstrijden te doen is echt een individuele zaak, afhankelijk van ieders ontwikkeling. Het is letterlijk onmogelijk om alle leeftijden onder één noemer te vatten en daar alles mee af te meten. Ik heb uitzonderingen gezen op elke regel van allen die er een mening over hebben gegeven. Er zijn zoveel variabelen die men in overweging moeten nemen om de vraagt te beantwoorden. Bijvoorbeeld deze:

* Wat zijn de doelen van het gezin voor hun kind?

* Wat zijn de doelen en de filosofie van de Sensei - we weten allemaal wat dat zou moeten betekenen, maar er zijn nogal wat afwijkingen.

* Leeft het kind in een 'Judo familie'?

* Wat is het kinestetische en ontwikkelingsniveau van het kind m.b.t. het volwassenworden?

* Wat zijn de redenen voor het kind om mee te doen?

* Heb je als leraar een kwalitatieve beschrijving gemaakt van de vaardigheden en bewegingsmogelijkheden van het kind?

etc etc...................
Judodog, JudoForum 15-12-2008

Fysiologische beperkingen

Al die persoonlijke omstandigheden zijn allemaal waar. Toch is het ook niet de hele waarheid. Vanuit fysiologisch en medisch standpunt kan men de ontwikkeling van het kind nooit helemaal sturen. Een kind blijft een kind, en groei is niet iets wat we mentaal kunnen afdwingen. Ook niet binnen een echte judofamilie.
Ik denk dat we in de gaten moeten houden dat kinderen geen kleine volwassenen zijn; ze zijn iets anders. Net als een zesjarige geen kinderen kan verwekken, kunnen ze de meeste dingen die wij kunnen, ook niet, omdat ze 'het' nog niet hebben. Als je bijvoorbeeld een kind laat gewichtheffen, ontwikkelt het geen spieren. Waarom niet? Omdat de androgene secretie niet eerder begint dan in de puberteit. Maakt het gewichtheffen voor aanvang van de puberteit dan overbodig ? Nee, omdat ze er sterker door worden, weliswaar niet door de ontwikkeling van spieren, maar wel door de toename van neurogenic pathways en nerve transmission; zo worden ze  dus sterker zonder spieren te ontwikkelen.

Ter vergelijking: het plaatje is niet zo simpel dat hoe jonger ze zouden beginnen met judo, hoe beter ze zouden worden vanwege de ervaring. Nee. Veel is helemaal geen ervaring. Ze zijn tot op een bepaalde leeftijd niet in staat om judo te leren, omdat ze het biologische en fysiologische raamwerk missen. Vaak kunnen ze niet eens zien en zich realiseren wat ze doen.

Cichorei Kano, Judoforum 15-12-2008
Het eerste (de evenwichtige spierontwikkeling) is hét steekhoudende medisch-fysiologische argument tegen te vroege start met krachttraining. Iets wat veel sportscholen nog maar eens goed zouden mogen overwegen, want veel kinderen zitten al jong aan de apparaten.

Het laatste argument (ervaring en weten wat je doet) is natuurlijk helemaal waar. Kinderen realiseren zich pas wat ze doen als ze een bepaald niveau van abstractie hebben ontwikkeld. Judo is een manier van handelen die voortkomt uit een combinatie van observatie, overweging, en voorstellingsvermogen. Natuurlijk kunnen kinderen leren hoe je een uchimata countert en hoe je bepaalde worpen effectief kunt maken om een ippon te scoren. Leren ze dat op basis van snel imiteren, of weloverwigen handelen? Als het dat eerste is, dan leren ze alleen het truukje. Als het dat laatste is, wordt het judo. Als het bij het eerste blijft, gaat het judo over voor het weloverwogen judo begint. Van kinderen onder de 10-12 jaar kun je vaak nog niet verwachten dat ze al over voldoende intellectuele vaardigheid beschikken, al zijn ze soms nog zo intelligent op andere terreinen...

Het is vergelijkbaar met zingen. Je kunt elk kind leren zingen, en daarvoor hoeven ze geen muzieknoten te kunnen lezen. Zoals veel koorzangers ook alleen nazingen wat de dirigent voorzingt. Maar een echte meester in de zang worden ze pas als ze vanaf het papier de muziek kunnen lezen. Zo is het ook met judo. De briljante judoka doet het niet alleen goed, maar weet ook waarom hij het doet. Bepaald geen kinderspel.

Waarmee maar duidelijk is: judo (en andere sporten) kun je niet volledig beoefenen voordat je lichaam (en geest) daar aan toe is, en in ieder geval moeten jonge judoka goed worden begeleid worden als ze hun stappen zetten op de judoweg. Zomaar een judopak aandoen en ze wat laten ravotten, beantwoordt niet per se aan de doelen van judo en is ook niet per se heilzaam voor het kind. Alleen als een evenwichtige ontwikkeling wordt nagestreefd, kan het kind uiteindelijk judo tot een levensweg laten groeien. Dan is het geen kinderspel...

zaterdag 23 februari 2013

Okano filmpje (2)

Twee weken geleden had ik een mooie verwurgingstechniek van de grote legende Isao Okano. Vandaag een filmpje uit dezelfde serie met eem Ude Gatame techniek.  Let op de details, waar hij de arm pakt en soepel zijn eigen handen vouwt. Het been maakt het af - en dan snappen we weer waar al die ebi-oefeningen goed voor zijn. Eigenlijk heel simpel. Jaja doe het maar eens na bij een uke die tegenspartelt.


woensdag 20 februari 2013

Olympische sporten

Vorige week werd bekend dat zeer waarschijnlijk de oudste Olympische vechtsport, het worstelen, door het IOC wordt geschrapt. Persoonlijk heb ik niks met worstelen. Een judoka doet aan judo, maar uiteraard weet ik ook wel dat met name het newaza in judo meer verwantschap heeft met worstelen dan de puristen willen toegeven.

De argumenten kan ik wel begrijpen:
- geen vrouwen die worstelen;
- weinig deelnemende landen;
- weinig participatie in de landen waar het wordt beoefend;
- twee vormen van worstelen zonder onderlinge overeenstemming;
- te weinig tv stations 'kopen' worstelen, vergeleken met andere sporten;
- lage ticket verkoop;
- geen toonaangevend land dat bakermat is voor worstelen;
- neergang al tientallen jaren zichtbaar.

Toch is het een teken aan de wand. Het IOC is oppermachtig en kan een wedstrijdsport dus maken en breken. Internationale sportcriteria en commerciële belangen tellen zwaarder dan tradities. Worstelen bestond al bij de oude Grieken en dat is dus geen garantie. Laat het judo maar opletten dus. Zorgen dat de IJF zo breed mogelijk kan inzetten en zo commercieel mogelijk bezig is. Dat judo onderscheidend blijft en aantrekkelijk in de media. Anders...

Zei ik dat?

Ja. We kunnen zeggen dat judo puurder zou worden zonder de ballast van Olympische ambities. Dat is waar. Maar als puur judo betekent dat de aantallen piepklein worden, omdat er geen geld meer vrijkomt, nauwelijks meer clubs zijn, geen aandacht in de media is, er geen rolmodellen meer zijn, dan verdwijnt zelfs de puurste weg in de mist. Nu al zien we dat op NK's de aantallen judoka verminderen en dat is niet alleen in Nederland zo. De doorstroming van de jeugd naar de senioren is moeizaam (understatement) en de JBN heeft grote problemen met de aantallen leden. Als het judo niet sterk blijft in de Olympische wereld, kon het voor het judo en de JBN wel eens dezelfde kant op gaan als wereldwijd met het worstelen.  En dan zijn er uiteindelijk ook geen partners meer op de mat voor degenen die wél het echte judo van Jigoro Kano willen beoefenen. Wat een dilemma dus.

zondag 17 februari 2013

Kinderjudo (1) levensfasen

Judo kinderspel?
Ik was graag eerder begonnen met judo, maar mijn vader zei dat ik op de juiste leeftijd begon. Mijn vader nam me niet mee naar een judoles (zelfs niet om te kijken) voor ik 12 werd. Ik wilde vanaf dat moment judo doen, maar het duurde nog 4 maanden voor ik begon te trainen. Ik vroeg me af waarom hij niet met me begon toen ik veel jonger was, vijf of zo, want de meeste jongens van mijn leeftijd die goed zijn, doen al judo sinds ze zeven of acht zijn of soms jonger. Ik dacht dat het een nadeel was om later dan hen te beginnen. Hij zei dat zijn reden was, dat hij zelf begon met zeven en hij wilde dat ik ouder en rijper zou zijn voordat ik iets als judo zou gaan doen. En omdat ik het zelf moest willen, en niet omdat hij wilde dat ik het deed. Het moest iets zijn dat ik wilde doen, méér dan iets anders... Ik denk dat hij zei: "je moet zo graag judo willen doen, dat het alles is waar je aan denkt."
Liam traint in onze dojo
Aldus Liam Yokoyama (Judoforum 15-12-2008) op het moment van schrijven 13 jaar oud. Twee jaar later heeft hij mij bezocht en heb ik hem bezig kunnen zien...

Dit is zeker een grote uitzondering. De indruk kan juist ontstaan dat judo in ons land een kindersport is. Kijk eens in de sportscholen en let op de trainingstijden. Hoeveel groepen voor seniorenjudo zijn er in verhouding tot de jeugdgroepen? Hoeveel toernooien boven 20 jaar zijn er, in verhouding tot toernooien in -12, -15, -17 en -20? Kunnen volwassenen niet meer judoën of is de fut er na de puberteit al uit?
De dagen waarin de leden van een judobond voor 90% volwassenen en voor 10% onder de zestien waren, zijn echt voorbij in de meeste landen die ik bezoek. Judobonden zijn tegenwoordig afhankelijk van de inkomsten van de jonge leden om te kunnen voortbestaan. Kinderen zijn in feite het levensbloed van veel bonden en niet de volwassen leden. Om die reden organiseren de bonden, om inkomsten te hebben, steeds meer kampioenschappen. Niet alleen daarom maar ook omwille van de coaches die daarop aandringen. Dojo zelf zijn ook veranderd. Ik denk dat de dagen waarbij men werkte met gehuurde kerkzaaltjes en andere sportzaaltjes, lang voorbij zijn, speciaal voor kindergroepen. Heel vaak zie ik dat sportclubs met judo afdelingen tegenwoordig hun plaats moeten bevechten en dat de successen en inkomsten van kampioenschappen nodig zijn om hun bestaansrecht te kunnen legitimeren als succesvolle sport.
Mike Hanon, Makoto Judo Forum, 16-12-2008
Het lijkt er dus op dat er ook nog andere redenen zijn dan alleen maar toeval. Toch is judo natuurlijk ontstaan als een ideaal voor volwassenen. De Japanse gevechtskunsten waren veel te hard om geschikt te zijn voor kinderen. Maar daar bracht Jigoro Kano nu juist verandering in. Hij maakte judo minder gevaarlijk en deed er alles aan om judo tot een 'nationale lichamelijke opvoeding' te maken, en dus in het onderwijsprogramma een plaats te laten hebben. En terecht. Judo is een van de beste opvoedkundige hulpmiddelen, voor een evenwichtige fysieke ontwikkeling, en om intellectueel en moreel balans te vinden.
Jigoro Kano stimuleerde dus het jeugdjudo vanuit zijn specifieke doel van lichamelijke opvoeding. Zo deed hij meer dan 'kinderjudo' en werd er ook meteen flink les gegeven in deugden en principes. De Kodokan had bovendien meer een kostschool-atmosfeer, zo streng.
Daarbij moeten we bedenken dat het judo van Kano zich in Japan afspeelde, een land wat overgedisciplineerd is en zeer gezagsgetrouw. Zo voelen de meeste vrijgevochten Nederlandse kinderen het zelf (helaas) niet - kúnnen ze misschien ook niet dankzij de opvoeding thuis en hun fase van ontwikkeling. Toch is jeugdjudo ontzettend goed en belangrijk, al was het maar om orde te scheppen in de chaos van de kinderzielen.

Judo en ontwikkelingsfasen


Wij citeren hier een geweldige bijdrage die verscheen op één van de judofora:

Ik denk dat elke sportieve ontwikkeling altijd moet worden bekeken vanuit een langetermijn perspectief. Ik zou zeggen dat de weg van vooruitgang naar de topvorm kan worden verdeeld in de volgende vier stadia:
1. stadium van het het vertrouwd maken met een sport
2. stadium van de basistraining
3. stadium van de gespecialiseerde training
4. stadium van de top-training
Het laatste stadium kan worden onderverdeeld in twee categorieën:
4.1. stadium van het bereiken van de topvorm (fysiek)
4.2. stadium van de topsportcarrière (Ik geloof dat dit stadium bij judo meer dan een jaar duurt...)
Ik zou denken dat de leeftijd waarop de topvorm bereikt wordt bij mannelijk judo ligt rond 21 – 22 jaar (Ik denk daarbij aan Iliadis, Riner, Yamashita etc.). Ik denk dat deze leeftijd ook correspondeert met de min 23 klasse van de EJU.
De leeftijden kunnen aldus worden toegekend aan de individuele stadia en de doelen voor elk stadium kunnen worden vastgesteld.
1. Het stadium waarbij men vertrouwd wordt gemaakt met judo – 6/7 – 10 jaar
Vooral van 8 tot 11 jaar zijn kinderen extreem capabel om ingewikkelde motorische vaardigheden en snelheid te ontwikkelen. De training zou allereerst plezierig moeten zijn voor de kinderen. De kinderen zouden ook niet alleen moeten focussen op judo. Er is geen reden voor enige stress op die leeftijd. Er is ook geen reden voor enige serieuze competitie op die leeftijd. Ik zou echter toch de mogelijkheid bewaren voor een beperkt aantal kleinere clubtoernooien of mini-regionale toernooien met aangepaste regels ook in dit stadium

2. Het stadium van basistraining – 11 – 14 jaar
Aan het begin van dit stadium zijn de kinderen zeer goed in staat om de complexe motorische vaardigheden als snelheid, flexibiliteit, reactie etc. te ontwikkelen. Pas aan het einde van dit stadium zouden kinderen voorzichtig kunnen beginnen met de systematische ontwikkeling van kracht- en duurtraining. Ik zou willen zeggen dat dit stadium bepalend is voor iemands toekomstige sport judo carrière. De kinderen moeten zich daarbij vertrouwd maken met wedstrijden. Er zijn geen internationale of nationale toernooien voor de categorie min 13. [noot: de schrijver woont niet in Nederland]  Ik heb geen nauw-omschreven opinie over nationale toernooien voor de min 15 categorie. De sport resultaten zijn echter niet zo belangrijk. De sportieve resultaten hangen nogal vaak af van de “biologische” leeftijd van een kind. De coach moet zich bewust zijn van een mogelijke burn-out van de kinderen.
3. Het stadium van gespecialiseerde training – 14 - 17 jaar
De ontwikkeling van kracht en uithoudingsvermogen is gemakkelijk in dit stadium. Samen met de kracht wordt de snelheid ontwikkeld. Het ontwikkelen van flexibiliteit en motorische ontwikkeling d.w.z. het leren van nieuwe vaardigheden is moeilijker in dit stadium. Wedstrijden zijn erg belangrijk aangezien de jonge atleten moeten leren hoe ze omgaan met wedstrijdstress, frustratie van verliezen maar ook hoe ze moeten winnen.
4. Het stadium van top training
Niet van toepassing in dit verband.

Tis, Makoto Judo Forum 3-1-2009

vrijdag 15 februari 2013

Aanpassen, aanpassen, snel!

Het is nu echt snel aanpassen geblazen voor wedstrijdjudoka en scheidsrechters, want binnen een maand zijn de 'nieuwe regels' van de IJF ook in Nederland bindend. Na het NK -15, dus op 10 maart, moet iedereen er klaar voor zijn.

Zijn we er klaar voor?

Een aantal veranderingen zijn eenvoudig te implementeren. De 'buitenspel-regels', het wegvallen van Hantei, de begroetingsregels. Simpel genoeg, eerder een verbetering.

Maar verder zal het gaan over de interpretaties van allerlei moeilijker regels. 
Wanneer verbreekt iemand kumikata? Wanneer vermijdt iemand kumikata? Judowedstrijden spelen zich niet in slow-motion af hoor. Shido op shido op shido stapelen dus? 
Veel erger zijn de nieuwe regels voor het aanraken van het been. Het gaat niet eens over 'beentje pakken'.  De IJF spreekt in haar instructies over 'touching the leg'. En de straf daarvoor is directe hansokumake! Nu is het wel in te zien dat judoka niet alleen bezig moeten zijn met het scheppen van onbalans onder de band door met hun handen daar te grijpen. De onbalans-onder is bedoeld voor het benenwerk. Maar óók bij het overgaan naar newaza is het aanraken van het been verboden. Volgens Neil Adams geldt dat ook de beroemde kanteltechnieken die elke gokyu judoka moet leren! Bij sommige newaza handelingen is het echter onvermijdelijk om het been aan te raken, en zeker voor newaza geldt: probeer dat als scheidsrechter maar eens exact wiskundig-precies waar te nemen... 

Ik geloof niet dat zelfs het ministerie van onderwijs (wat bekend staat om de ene idiote regeling na de ander) dit soort veranderingen in zo'n rap tempo zou durven doorvoeren, zónder voldoende toerusting en uitleg voor zowel toezichthouders, schoolbesturen en leraren, in judotermen: scheidsrechters, coaches en judoka. 

Ik ben benieuwd wat we gaan meemaken de komende maanden. Of er nog veel wedstrijden beslist gaan worden op ippon, waarvan de score-regels ook veranderd zijn. Het beste is, om zo goed te zijn dat je in de eerste 30 seconden de ander meteen zo kunt grijpen dat hij keihard op zijn rug gaat. In één keer goed. Zo niet, zal de judoka met zijn hoofd voortdurend bij de les moeten zijn. "Oh nee, dit niet..." "Oh nee, dat ook al niet..." Het is als een leraar Engels die zijn hele leven Engels schrijft, en nu constant moet nadenken bij elk woord omdat de deskundigen zijn taal veranderd hebben. Een judoka die alles op zijn gevoel doet, kan het vergeten op de wedstrijdmat.

Maar goed, alles past volledig in de dalende lijn van het wedstrijdjudo natuurlijk. Wie het al niet zat was vanwege...
  • verplichte trainingen op allerlei plaatsen behalve bij de eigen sensei...
  • de peperdure judopakken... 
  • andere kosten die de pan uitrijzen, zoals reizen, inschrijfgelden...
  • het gemis van rijke ouders/sponsors of ouders die heel veel tijd hebben voor de hobby van de spruit...
  • de eenzijdige nadruk op spierkracht die heel wat judoka dagelijks het krachthonk injaagt of het blessureleed in...
  • de dingen-des-levens die véél interessanter zijn op de dag na Valentijnsdag...
die kan nu gaan nadenken over zijn/haar judotoekomst omdat de lol er na enkele diskwalificaties volledig af is, en niet meer weet hoe hij bepaalde dingen getraind moet krijgen. Of beter gezegd: wéér opnieuw mag leren judoën...

Keuzes maken, keuzes maken! Ja, zegt het voort, vooral tegen jongeren die gewend zijn meh te zeggen als wat ze doen, blijvend niet leuk is. Dat lukt je niet meer, zonder je eigen vetrouwde sensei, motiverende ouders of vriend(inn)en... want je moet wel érg gemotiveerd zijn om het te blijven zo. MEH en :S !

Hier kan de JBN eens een keer niks aan doen, de regels komen van de IJF. Wat de JBN wél had kunnen bedenken, is een zéér zorgvuldig 'implementatietraject' zoals managers dat plegen te noemen. Tsja.

Gelukkig ziet Neil Adams nog wel licht...



 

maandag 11 februari 2013

Districten, uitslagen en de JBN

foto (C) Eric van den Brink
Het zal allemaal wel onbelangrijk zijn, maar bij het lezen van de uitslagen van het NK -21 dit weekend, viel me op dat de JBN het district Zuid-Holland heeft 'samengevoegd' met club Budokan Rotterdam. Alle uitslagen van Zuid-Holland staan namelijk als 'Budokan Rotterdam' in de PDF's. En dat is meer mensen opgevallen! Leuk voor de sensei die ik aan de kant zie staan en die volgens mij niet allemaal van Budokan zijn - of vergis ik me nou bij het kijken naar dit plaatje? Ik zou namelijk zweren dat dit Henk-Jan de Hek van Slingerland Judo uit Capelle is, met zijn pupil Jelle of Hidde Wolterbeek (sorry dat ik ze niet meteen uit elkaar houd!)

Terwijl verder op de scoreborden uiteraard nog gewoon ZH staat (Zuid Holland) en niet BR (Budokan Rotterdam). Althans, op onderstaande foto was dat zo.

foto (C) judogalery4all
Het kan overkomen als spijkers op laag water zoeken, maar de JBN zou hier zorgvuldiger mee moeten omgaan in officiële stukken. Vind ik. Dit wekt de indruk alsof de JBN niet onafhankelijk is van bepaalde clubs. Dat is dom, als ze moet knokken voor iedere millimeter draagvlak.  Al is het niet zo, wek ook niet die indruk. Je hebt de schijn zo echt tegen hoor!

Dit blog is wel vaker kritisch op de JBN, maar bij dit soort dingen kunnen ze dat niet vaak genoeg horen. Let op uw zaak, mensen! Je hebt mensen eerder van je verwijderd dan terug gewonnen!

zondag 10 februari 2013

Laatste Rei voor Keiko Fukuda

Keiko Fukuda (福田 敬子, Fukuda Keiko), de laatste nog levende student van Jigoro Kano, en de hoogst gegradueerde vrouw in de judowereld, is gisterenmiddag om 14.30 uur plaatselijke tijd overleden op 99-jarige leeftijd. Aldus is bekend gemaakt door de Amerikaanse Judobond USJF.

Een laatste REI voor deze geweldige vrouw !


Is judo sport ?

Deze vraag is fundamenteel. Wie op het Internet de judoforums in Duitsland en Amerika naloopt, vindt daar de meest uiteenlopende theorieën.
het traditioneel judo zegt: judo is geen sport, hoogstens een gevechtskunst (martial art), of zelfs dat niet: alleen een weg.
  • het modern judo zegt: judo is een levensweg, maar ook een sport.
  • het sportjudo zegt: judo is louter sport en sport gaat om winnen.

Wat is nu waar?

Foto: (C) Eric van den Brink
In het kader van dit weblog zou de indruk kunnen ontstaan dat het sportjudo niet favoriet is. Immers, de originele judoprincipes zijn belangrijker dan het resultaat van de wedstrijden. De vraag in hoeverre Jigoro Kano ooit een sportieve variant van het judo heeft gewild, is nooit opgelost. Sommigen zeggen: 'nee, ondanks zijn Olympische inspanningen, wilde Kano van judo geen sport maken.' Dat kan zijn. Het is echter ook waar dat sinds de Tweede Wereldoorlog er wel degelijk een modern, sportief judo bestaat, en de andere, traditionele vormen, een héle kleine minderheid vormen. Zou Kano dat laatste dan gewild hebben? Hij wilde van het judo een volksbeweging voor heel Japan maken, en de hele wereld daarbij betrekken. Zonder sportieve inslag was dat nooit gelukt. Zou de handelsman en utlitarist Kano zijn principes daar niet dienstbaar aan hebben willen maken?

Zelfs het judo wat van de grote tegenpartij van de Kodokan afkomstig is, de Butokukai, is op de meeste plaatsen gewoon aangepast aan de sportieve lijn van het IJF en kleinere verbanden als de JBN. Er zijn nog wel leerlingen van de grote sensei's die zich afzetten tegen judosport, maar als ze in shiai uitkomen, moeten ze gewoon meedoen. Wat win je dan met oude tegenstellingen van sport, martial arts en tradities tegenover elkaar te zetten?

Hoewel veel standpunten van Mitesco heel stellig zijn, neemt hij toch een middenpositie in. Qua moraal, opvoedkundige elementen en wijze van technische uitvoering staat hij aan de zijde van de traditionele judoka; qua toepassing van al deze originele judoprincipes is hij van mening dat deze heel goed kunnen worden geïntegreerd in het bestaande moderne judo. Een losmaken van het judo uit de normale sportverbanden, zoals door sommigen wordt voorgestaan, is niet alleen onzinnig, maar ook niet juist. Het lijkt mij niet wat Kano zou hebben gewild en het dient het judo op geen enkele manier. Het enige waar Kano zich beslist tegen verzet zou hebben, is de derde variant, het loutere sportjudo. judo zonder principes is geen judo.

Haku Michigami (geb.1912) en judoka uit de Butokukai, schreef in 1963:
"We moeten goed nadenken of judo echt een soort sport is. Ja, judo heeft een aantal elementen van sport, maar de mentaliteit van het judo is een 'way of life'. Ik zet mijn zinnen daarom op 'traditioneel judo' wat tot doel heeft om een goede menselijke persoon  te worden door dagelijkse oefening."
Kan dat niet samengaan? 



Goede sport als uitdrukking van Kano's principes


Sommige traditionele judoka die moeite hebben met judo als sport, lijken vooral te kijken naar de praktijk van de hedendaagse competitiesport. De grondhouding tegenover sport als zodanig lijkt ook bijna negatief, alsof sport geen eigen positieve waarden zou hebben. We mogen het ook omdraaien. Wat kan het judo betekenen om de sport van binnenuit een nieuw hart te geven? Jigoro Kano was zelf uiterst bekommerd om de ontwikkeling van de sport in zijn eigen vaderland. Sport, als westers gedachtengoed, was pas in de laatste decennia van de 19e eeuw in Japan binnengekomen, na de openstelling naar het westen in het Meji-tijdperk. Kano was zo handig om de voordelen daarvan meteen in te zien, in tegenstelling tot degenen die zich exclusief wilden vastleggen op de Koryu (traditionele budokunsten) en in zekere zin ook tegenover de Butokukai die vooral bekommerd was om de nationalistisch/militaire inslag en qua aard conservatief was.

Kano zag het dus positiever en was flexibel in het nut van judo voor de lichamelijke opvoeding en omgekeerd. Het paste bij zijn utilitaristisch gedachtengoed. Vraag daarbij niet of hij het judo voor de kar van de lichamelijke opvoeding spande of omgekeerd...  
Jigoro Kano geloofde vast dat – vergeleken met de sporten in andere landen in die tijd – het beoefenen van ju-jitsu een superieure methode was voor mentale en lichamelijke training. Hij stelde vast dat het, gecombineerd met een filosofie die paste bij de moderne samenleving van het Meji-tijdperk (1868-1912), een prima middel van onderwijs zou zijn. Hij stelde als doel voor de judo-oefening dat de judoka zichzelf lichamelijk, geestelijk en moreel zou vervolmaken en deze kracht zou gebruiken voor het welzijn van de samenleving.
Yukimitsu Kano, President Kodokan, Mind over Muscle, inleiding, blz. 7-8
Dit was precies wat Kano beoogde. Hij was in zekere zin alleen principieel in zijn doelen. Maar om dat te bereiken kon sport uitermate nuttig zijn. Sport niet omwille van de sport, maar omwille van de lichamelijke opvoeding. Zomaar sporten vond hij wel zinloos. Maar sport kon een middel zijn. Kano was als vredestichter eigenlijk ook tegen geweld. Toch gebruikte hij een methode die voor aanval en verdediging ontworpen was als middel tot vrede:
Kodokan judo gebruikt een methode waarbij gevecht en training hand in hand gaan. De reden is: als iemand een gevecht oefent is het nodig om blessures te vermijden, terwijl het tegelijkertijd wenselijk is om een sterk lichaam te ontwikkelen. Als je lichamelijke training ondergaat, is het normaal dat je moe wordt van saaie oefeningen (zoals ‘calisthenics’) en ze hebben ook maar weinig geestelijk nut. Maar als je oefent om je tevens te verdedigen tegen een aanval, wordt het leuk en nuttig tegelijk. Daarom probeerde ik die twee elementen zo veel mogelijk te combineren. In sommige gevallen, als iemand iemand het gevecht niet als gevecht oefent en de training niet als training, wordt het moeilijk om beide elementen onder de knie te krijgen. Ik denk dus dat het beste is, om beide elementen te laten samensmelten tot één gevechtstraining en tegelijk verschillende elementen te laten samensmelten tot wat in de eerste plaats lichamelijke oefening is.
Op die manier werd een nieuw type kata gecreërd, als methode om een welgevormd lichaam te ontwikkelen door bewegingen die bedoeld waren voor de verediging tegen een aanval. Als deze twee nieuwe typen kata helemaal klaar zijn, hebben we iets gerealiseerd dat we ‘nationale lichamelijke opvoeding’ kunnen noemen.
Mind over Muscle, blz. 23-24

Het feit dat hij zijn principes niet alleen in randori-vorm goot, maar in de eerste plaats als kata ontwierp, laat zien dat het uiteindelijk gaat om de bewegingen van het lichaam met als doel: ontwikkeling. In alle facetten, lichamelijk en mentaal. In die zin werd judo veel meer dan een gevechtskunst...
Er zijn op dit moment verschillende methoden van lichamelijke opvoeding in de wereld, maar er is nog niets dat al echt een ‘nationale lichamelijke opvoeding’ kan worden genoemd. Hoewel we vandaag de dag vaak horen spreken over verwante uitdrukkingen als ‘nationale oefening’, zijn die termen meer bedoeld voor lichamelijke opvoeding of –oefening voor grote groepen mensen. Er is geen manier van lichamelijke opvoeding of –oefening die systematisch wordt beoefend door de meerderheid van het volk. Zoals ik al eerder heb benadrukt zou lichamelijke opvoeding op basis van de technische training in judo heel breed moeten worden toegepast in families en op het niveau van de samenleving.
Mind over Muscle, blz. 27-28
Daarmee wil hij zeggen dat het judo een technisch middel kan zijn om dit hogere doel te bereiken. In feite is daarmee tevens duidelijk dat het judo niet eens een doel in zichzelf is. Het verabsoluteren van het judo als gevechtskunst zoals de koryu dat zagen, is daarmee ook zinloos. Dat zou immers betekenen, dat men uit de breedte voor het volk zou teruggaan naar de kleinheid van een dojo. Dat het over technische superioriteit zou gaan, jutsu. Dat is het dus niet.

In dat kader spreekt Kano dan ook over sport. Niet om het te veroordelen of af te wijzen, maar het te integreren in zijn lichamelijke opvoedingsconcept, waarvoor het judo een middel is:
Over het algemeen vinden we sport interessant, omdat het sterke punt zit in de competitie. Daarom vinden jonge mensen sport aantrekkelijk. Het voordeel van sport is, dat de waardevolle methode van lichamelijke opvoeding in de praktijk wordt gebracht, anders dient het immers geen enkel doel. Maar, in dit verband zijn er dingen die we ook in de gaten moeten houden.  
Allereerst, zogenaamde 'sporten' zijn niet in het leven geroepen met als doel 'lichamelijke opvoeding'. Men vecht voor een ander doel, namelijk, om te winnen. Zo worden de spieren niet noodzakelijkerwijs ontwikkeld op een evenwichtige manier, en is sommige gevallen wordt het lichaam te ver geforceerd en zelfs verwond. Om die reden (hoewel er geen twijfel bestaat dat sport goed is) moet er goed gekeken worden naar de selectie van sport en de trainingsmethode. Sport mag niet roekeloos zijn, onzorgvuldig, overijverig en onbeheerst. 
Desondanks is het veilig om te zeggen dat wedstrijdsport een vorm van lichamelijke opvoeding is, en moet zij worden gepromoot met dit advies in gedachte. De reden waarom ik er aan heb gewerkt om sport meer dan twintig jaar te bevorderen en dat ik er naar streefde om de Olympische Spelen naar Japan te halen, is omdat ik die positieve kanten totaal inzie. Echter, in tijden als de onze, waarin zoveel mensen enthousiast zijn over sport, zou ik de mensen ook willen herinneren aan de nadelige effecten van sport.  
Ik wil er bij de mensen op aandringen om de doelen van lichamelijke opvoeding voor ogen te houden: om een gezond lichaam te ontwikkelen dat nuttig voor je is in je dagelijks leven, en vergeet vooral niet om te onderscheiden of je methode van training in overeenstemming is met het concept van de seiryoku zenyo. 
Mind over Muscle, blz. 56-57
Voorwaarde is dus, dat de eigenheid van de judoprincipes niet in gevaar komen. Maximaal nuttig gebruik van energie, en het hogere doel van de samenleving, het algemeen nut en welzijn. Deze principes gelden dan voor elke vorm van sportbeoefening. En sport is goed in zichzelf - zegt Kano ! Ofschoon Kano zal menen dat sommige sporten per se niet verenigbaar zijn met de principes - omwille van de wijze waarop ze de energie gebruiken, of zich door hun aggressie of onbeheerstheid keren tegen het welzijn. Waarbij niet gezegd is dat de klassieke gevechtskunsten daaronder moeten worden gerekend:
Er is geen reden om traditionele vormen van oefening te verwerpen. Wie daar plezier aan beleeft, moet dat doen. Mijn leer is heel eenvoudig: ten zeerste aanbevelen zonder de dingen van het verleden te verwerpen. Daarom ben ik ook niet speciaal tegen de conventionele Japanse manieren van lichamelijke opvoeding. Maar ik wil de beste vorm van lichamelijke opvoeding uitvinden en spoor zoveel mogelijk mennsen aan om dat op te pakken, om op die manier een vorm van lichamelijke opvoeding te bereiken die tegelijk doelen bereikt die de moeite waard zijn. Dat betekent: het basisprincipe van judo - seiryoku zenyo - toepassen op lichamelijke opvoeding.
Mind over Muscle, blz. 60. 



Conclusie

Is judo dus een sport? Niet in de zin dat judo veel meer is dan louter sport. Het is een weg en daarmee zijn degenen die judo louter als sport zien bij Kano aan het verkeerde adres. Maar is judo geen sport? Zo absoluut is dat dus niet. Judo is een methode van lichamelijke opvoeding, maar sport is dat ook. In dat kader kunnen judo en sport elkaar raken, verrijken, stimuleren. Waarbij de doelen en de middelen helder worden onderscheiden en gezamenlijk gestreefd wordt. Jigoro Kano was breed genoeg in zijn denken om het nut van de wederzijdse bevruchting onmiddelijk in te zien.

Om die reden lijkt het mij kortzichtig en niet in overeenstemming met de persoon van Kano om te beweren dat hij nooit zou hebben gewild dat 'zijn' judo een (Olympische) sport zou worden. Als Kano daar tegen was geweest, was hij al snel uit het IOC gestapt. Het is ook niet waar te maken dat hij de ontwikkeling na de oorlog zou hebben verfoeid. Wat zeker is, dat hij de oorlogshandelingen van de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog verfoeid zou hebben - zo tegen de jita kyoei ! Zoveel verschrikkingen! Het afschaffen van elke vorm van militaire structuur, ook die van de Butokukai en de Kodokan, zou hij om die reden hebben toegejuicht. Het is speculeren, maar als hij nog had geleefd, zou hij mogelijk samen met generaal McArthur hebben gepoogd om de Kodokan tot een instrument van verbroedering om te vormen. Dat judo daarmee een weg van onschuldige sport zou gaan, zou hij op de eerder genoemde voorwaarden van zijn principes, goed hebben gevonden. Om van de judosport dan een weg te maken naar wereldwijde lichamelijke en morele opvoeding. Net als het Olympisch gedachtengoed van Pierre de Coubertin dat hij zo was toegedaan.

Waarmee uiteraard niet gezegd is, dat álles wat thans door het IJF wordt gedaan en gepromoot zijn zegen zou hebben. Het is niet absoluut voor en absoluut tegen.

Beter is het, om het inhoudelijk te blijven onderscheiden. Als de belangrijkste principes (jita kyoei, seiryoku zenyo en jiko no kansei) worden vastgehouden, is het dwaas om het judo niet als sport te beschouwen. Wie de principes vasthoudt, beoefent judo op de juiste manier. Dan kan daar heel goed een sportief element aan worden toegevoegd. Sport als uitdrukkingsvorm van (levens-)principes.

Judo is in de eerste plaats een levensweg, een basispincipe van menselijk gedrag. Maar hoewel het dus meer is dan sport, kan het dus heel goed óók een sport zijn.

Ik denk dat judo groot genoeg is om in te sluiten, alle mensen die er van houden als een sport, hen die het zien als lichamelijke fitness, and hen die het willen beleven als een 'way of life'. Jigoro Kano heeft niet een ééndimensionaal judo uitgevonden dat alleen aantrekkelijk is voor een kleine elite. (...) Laten we judo liever inclusief maken, dan exclusief.

Neil Ohlenkamp, 26-6-2008



zaterdag 9 februari 2013

Okano filmpje (1)

Altijd mooi om Isao Okano te zien of te horen. Wat een judo-legende! Dit filmpje is weliswaar een oude bekende, maar toch de moeite waard om eens te bekijken. Okuri Eri Jime. Leuk om eens te proberen als jouw uke denkt alleen een bekende kanteltechniek te gaan meemaken. Goed opletten of hij op tijd aftikt...

Kijk met plezier, de uitleg in het Japans moet je maar voor lief nemen, de variaties worden duidelijk genoeg in beeld gebracht.


dinsdag 5 februari 2013

Blind randori

foto (c) edmonton journal
Deze week las ik een artikel over een jongen van twaalf uit Canada die meedoet met judowedstrijden, maar blind is. En dan niet bij het G-judo, maar in de gewone competitie.

Als je dat eerst leest, denk je: óf die jongen is gigantisch goed, óf... 

Hij is niet per se beter dan anderen en wint echt niet alle wedstrijden, maar hij laat in zijn blindheid zien dat judo niet aankomt op kijken, maar voelen. Blinden doen álles op de tast. Hun vingers en andere zintuigen zijn top-ontwikkeld. Daarmee komen ze zeker iets tekort als hun partners op de mat wél zien, maar stel nou eens dat men die een blinddoek zou ombinden? Dan denk ik dat de blindgeboren jongen ze er allemaal vanaf gooit!

Op een van de judoforums is sinds enkele weken een discussie gaande over blind randori. Op sommige plaatsen wordt het gedaan als trainingsmethode voor gevorderden, dat wel. Je moet ook de omstandigheden daarvoor scheppen natuurlijk. Een hele mat vol judoka allemaal blinddoeken en dan hajime roepen is vragen om dezelfde problemen als een verkeersplein vol auto's met beslagen ramen. Toch zeggen bijna alle participanten aan het gesprek dat het een excellente trainingsmethode kan zijn.

Eigenlijk zou ik er zelf ook best eens zin in hebben. Misschien beginnen met randori newaza, en daarna randori waarbij alleen tori een blinddoek voor krijgt. Blind vallen als uke (vanuit tachi waza) is de laatste fase wellicht, dan moet je echt goed gevoel hebben voor de afstand tot de tatami, of in een spel waarin tori geen blinddoek heeft - dat leert hem nog meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn uke !

Idee idee ! Het lijkt me dat het heel zinvol kan zijn om ons judogevoel te versterken.

zondag 3 februari 2013

Kangeiko (寒稽古) en de Kodokan hardheid

Naar aanleiding van de berichten over de mishandeling van judoka door de Japanse Olympische Coach (zie blog van afgelopen vrijdag) heb ik nog eens mijn archief nagezocht en vond dit stukje dat ik eerder eens ergens anders had geschreven over de Kangeiko... niet voor doetjes.

Kangeiko (寒稽古) was een traditie die door Jigoro Kano werd opgenomen in de Kodokan:
Het Kodokan gebruik om jaarlijks een maand lang een mid-winter training (Kangeiko) te doen, was aangevuurd door de Kami Niban-cho dojo. Deze gewoonte, die bestond bij de aanhangers van de oude gevechts- en culturele kunsten, was grotendeels in onbruik geraakt tijdens de Meiji Restauratie. Ik besloot echter deze Kangeiko-traditie weer tot leven te wekken, om bij de studenten een geest van doorzettingsvermogen te cultiveren, zowel lichamelijk als geestelijk, om niet alleen de hardheid van de mid-winter te vedragen, maar ook verder, om ze aan te moedigen dezelfde geest te bewaren als ze met andere moeilijkheden in het leven geconfronteerd worden. Ik hield de Kangeiko voor het ontbijt, van 4 tot 7 uur 's morgens, gedurende een periode van dertig opeenvolgende dagen. (Jigoro Kano: Judo Memoirs, verzameld door Brian Watson,  p. 30)
Dat wilde dus zeggen: judo in de sneeuw. 3 uur per dag, 30 dagen lang. Niets voor watjes. Wij zijn blij dat de sneeuw weer even weg is uit ons land, maar in Japan kan het heel wat kouder zijn dan bij ons. Sommigen doen het nog steeds, die Kangeiko, getuige deze foto van een Spaanse judoclub.  Zij liever dan wij?
In die oude dagen werd van je verlangd dat je na je trainingsarbeid je kletsnatte pak buiten hing, zogenaamd om te... 'drogen'. Je kon het alleen weer binnen brengen als het de hele nacht buiten was gweest en stijf bevroren was. Je werd geacht het te ontdooien door hard te trainen. Nou, dat was leuk. *
*P.S.: ze zeiden er niet bij al die die jongens uiteindelijk arthritis hadden voor ze 50 waren - of erger...
Cichorei Kano, Judoforum 24-11-2008, als antwoord op de jonge judoka Liam Yokoyama die graag eens een Kangeiko in de Kodokan wilde meemaken...
De Kangeiko was een soort symbool voor de ijzeren discipline die in de Kodokan verder ook heel straf was. Buiten de trainingssessies had Kano van het begin af aan een strakke dagorde, die bestond uit vroeg opstaan en vroeg naar bed. En corvee. Het was een echte kostschool. Van de judoka werd verwacht dat ze zelf schoonmaakten. Het enige dat ze niet zelf hoefden te doen, was koken. En verwarming was niet nodig...
Ik geloofde dat een gedisciplineerd regime een uitstekende methode is voor karakterontwikkeling en dat alle regels die ik invoerde een middel waren tot dat doel. De reden voor zo'n spartaanse levensstijl was de volgende. Mijn opa van vaders kant had eens les gegeven aan de hogepriester van Jomyo-In, een boeddhistische tempel in Tokyo. Vanwege die band deed de hogepriester soms een beroep op mijn vader. Ik had bij die gelegenheid ook de kans om Jomyo-In te bezoeken. Daarbij viel me op dat het dagelijks regime van de monniken in de tempel streng was. De monniken mochten maar één maaltijd per dag gebruiken. Ze stonden op om 4 uur elke morgen, om de dagelijkse oefeningen te doen. Dat betekende ook: het schoonmaken van de binnenkant van de tempel, en alle bladeren in de tuin opharken. Dat schoonmaakproces was zo grondig, dat de oude tempel en de voorhoven er altijd schoon en opgeruimd uitzagen, alles wat nodig was, stond ordelijk op zijn plaats, en er werd goed voor gezorgd. Ik realiseerde me al snel welke voordelen dat zou kunnen hebben voor de karakterontwikkeling van mijn studenten en ik nam dezelfde gebruiken van vroeg opstaan en corvee dan ook over. (Judo Memoirs, p.33-34)
Kano gebruikte als inspiratie voor zijn Kodokan dus de spirit van de oorspronkelijke dojo: de boeddhistische kloosterdisciplines. Maar niet omdat hij in het judo een soort boeddhisme wilde promoten. Orde en deugd kan alleen worden gecreëerd door volharding en training. Elke dag opnieuw de juiste keuzes maken. En tegen de eigen neiging tot wanorde en gemakzucht vechten. Opstaan uit een warm bed in een koude zaal is een keuze tegen het comfort van je lichaam en de luiheid. Hard werken voor het huishouden schept orde - en orde is altijd efficiënt. Luiheid en wanorde betekenen dat de mogelijkheden van de dag en het lichaam niet optimaal worden benut en zo wordt energie verspild. Energie die je nodig hebt voor de training...
Iets wat de meeste mensen moeilijk begrijpen is, dat het bereiken van vertrouwen en een geest van tevredenheid - die kan voortkomen uit het beheersen van de judo-vaardigheden - pas bereikt kunnen worden na lange jaren van inspannende oefening tegen sterke tegenstanders. Net als in het geval van traditionele jujutsu-training. Iemand die dat goed wil beheersen moet er op voorbereid zijn om harde training te ondergaan. Ik ondervond zelf zo'n regime tijdens mijn eigen jujutsu-training, en ik denk dat het me beter voorbereidde om les te geven, en mijn eigen leerlingen meer discipline en motivatie bij te brengen in het judo. (Judo Memoirs p. 73)
Maar de de gedisciplineerde oefening heeft ook een sterke psychologische en opvoedkundige waarde. Hoe kan het ook anders:
In mijn manier van denken, zijn de studenten die wat agressief of ruziezoekend van natuur zijn, waardevol als objecten van studie als het gaat over de psychologie van judoka. De studie naar het gedrag van zulke woeste typen is een belangrijk gebied van onderzoek. Verrassend genoeg was het voor mij persoonlijk niet zo'n groot probleem om ze feitelijk meer geneigd te maken zichzelf op te voeden. Aan de andere kant waren er anderen die wat gereserveerd waren, meer studieus, en volhardend in hun judo training, waarbij het niet altijd een gemakkelijke taak was om ze te maken tot goede wedstrijdjudoka.
Als we kijken naar de duizenden die hebben getraind in de Kodokan in al die jaren, zijn er maar een paar die soms gewelddadig of dwars waren, die ook misdaden hebben begaan. De grote meerderheid van de Kodokan leden is samengesteld uit alle geledingen van de samenleving. Daarmee is gezegd, dat als we allen die verkeerde dingen deden zouden hebben weggestuurd van de Kodokan, ze niet blootgesteld waren geweest aan de goede invloeden van de meerderheid van de gezagsgetrouwe leden. Daarom geloof ik dat hun aantal en dus hun illegale activiteiten alleen maar zouden zijn toegenomen. Terwijl deze mannen trainden in de Kodokan, kregen ze niet alleen morele training van hun leraren, maar ook scherpe reprimandes als zij één van de Kodokan regels overtraden. De allerergste schenders van de regels werden ofwel geschorst of weggestuurd van de Kodokan, of ze werden niet meer toegelaten tot promotie-examens. Zulke sancties waren effectief om hun wangedrag te beperken en ik geloof dat deze maatregelen een grote impact hadden om hen te veranderen. Vanwege hun regelmatige contact met de Kodokan leden, kregen deze mannen over het algemeen (of tot op zekere hoogte) minstens adequate begeleiding om een een braaf leven te leiden. (Judo Memoirs p. 73-74)
Het oorspronkelijk judo was een harde leerschool, maar meer om je karakter te vormen en je lichaam sterk te maken. De afranselingen die nu in het nieuws zijn gekomen, passen echter zeker niet in de weg van het Kodokan judo. Integendeel.

vrijdag 1 februari 2013

Japan niet idealiseren...

Echte judoka in hart en nieren houden van Japan. Ook ik vind de Japanse cultuur zeer interessant, sowieso heeft de wijsheid uit het Verre Oosten iets. Kunnen we wat van leren.

Toch is het in Japan ook niet alleen bamboegeur en manenschijn. Japan doet het bovengemiddeld goed bij internationaal wedstrijdjudo, maar nu vandaag blijkt, dat het opvoedingsideaal van Jigoro Kano een béééétje (ahum) op de achtergrond geraakt bij een paar Olympische coaches. 

Met grote schaamte buigt de directeur van de All Japan Judo Federation, Koshi Onozawa, zijn hoofd toen hij moest toegeven dat coach Ryuji Sonoda de Olympische dames niet alleen judotraining gaf, maar ook een pak slaag gaf, soms ook met bamboe zwaarden. Au. 

Nu heeft Japan een andere cultuur als het gaat om fysieke hardheid. Dat kunnen wij westerlingen niet begrijpen. Wij worden al rillerig als we denken aan een echte Kangeiko (midwinter judo training in de sneeuw) en zulke ontberingen waren altijd al onderdeel van het programma. Maar ja, zelfs voor Japanners is het afranselen van vrouwen niet OK. 

We hebben soms iets te veel de prestaties voor ogen bij het moderne judo, en vergeten dat judo niet alleen fysieke training is, maar ook intellectuele en morele opvoeding in de geest van jita kyoei. Waarbij uiteraard fysieke mishandeling en mensen onder druk zetten door geweld, niet aan de orde zou mogen zijn.

Schandalen doen het judo geen goed, maar zoals met alles, moet het judo er van leren. Laten we met dit soort artikelen in de spiegel kijken, en ook voor ons eigen wedstrijdjudo altijd de juiste maat zoeken. Balans. Het is zó judo! Balans in wat we willen bereiken, en de middelen die we mogen toepassen. En de mate waarin we de persoon van de ander centraal kunnen en willen stellen. Zeker in onze landen is een persoon méér dan onderdeel van een systeem. Laten we daarom Japan op die punten niet idealiseren... en alleen datgene navolgen wat leidt tot meer geluk voor allen. Jita Kyoei.