Laatst had ik een gesprek met een mede-judoka en het ging over de gewichtsklassen in het judo. Hij komt uit in een wat lichtere klasse en doet er alles voor om op gewicht te blijven. Wat zou hij doen als er minder gewichtsklassen zouden komen? Een diepe zucht. "Dan kan ik het niet meer".
Nota bene, deze jongeman tilt bij het bankdrukken een veelvoud van wat ik kan, en in ieder geval véél meer dan het gewicht van zijn zwaarste partners op de mat. Waarom kan hij dat dan niet op de mat? Aan loutere spierkracht kan het niet liggen.
Welnu, zijn zwaardere tegenstanders in de wedstrijden zetten natuurlijk al hun gewicht in, terwijl die ijzeren stang maar één ding doet: zwaartekracht. Naar beneden. Ja dat is waar. Ofschoon die ijzeren stang met aan beide kanten 40 kilo, niet zo eenvoudig in balans te houden is, en o wee als je hem niet houdt.
Een van de geheimen van het drukken van zoveel gewicht is dus ook balans. En die vind je in het juiste gebruik van polsen en hand, daarmee speel je. Een verstandig judoka heeft eens gezegd: "probeer maar eens grip te hebben op iemands judogi met een geblesseerde duim!" Toen ik daar over nadacht, realiseerde ik me dat de duim voor grip en 'balans' in de handen is, wat de grote teen is voor de balans op je voeten. Je kunt een beer van een vent zijn, als jouw grote teen niet sterk en stabiel is, ga je op je rug. Je kunt armen als boomstammen hebben, als je duim niet sterk en stabiel is, heeft je hele hand geen controle over je medejudoka.
Nu is het in beide gevallen zo, met teen en duim, dat kracht en souplesse elkaar moeten afwisselen. Het is letterlijk 'Fingerspitzengefühl". Wie alleen maar keihard grijpt, voelt niks in handen en polsen en dan moet je echt vre-se-lijk sterk zijn om nog iemand te werpen.
Uiteindelijk, zo werd mij duidelijk, is het gedoe rond gewichtsklassen een luchtbel. Natuurlijk is het niet zo simpel om een beer te controleren. Maar niet zozeer omdat we zelf te licht zijn, maar omdat onze vingers niet sterk én soepel genoeg zijn. Zoals de fitnesser stang en gewichten op zijn borst krijgt als zijn vingers, handen en polsen de stang niet goed vast hebben, zo krijgt de judoka die veel zwaardere partner over zich heen om dezelfde reden.
Het focussen op gewicht is helaas omgekeerd evenredig aan het focussen op techniek. Ik snap wel waarom Okano pleit voor terugkeer van de open gewichtsklasse. Hij heeft niets te vrezen omdat zijn techniek niet zuigt. Hetzelfde gold voor Hirano en Mifune. Hun grip was als water. Daarmee konden ze beren controleren. Niet op kracht, maar op techniek. En het geheim begint bij een gebalanceerde en soepele basis kumikata...