zondag 25 september 2011

Trainingsmethoden (2) Mitori Geiko 見取稽古

Vorige week gaf ik deel 1 van mijn blog over mitori geiko. Dit tweede deel gaat over wat er nu concreet gebeurt bij mitori geiko, in de praktijk en in je hersenen.

Met dus een stukje neurobiologie, iets wat me toevallig extreem interesseert… Maar eerst een diepgaand stuk met ervaring uit de aikido-wereld:

Een aikidoka schreef eens over Mitori geiko:
“Je kijkt naar de les en probeert je te herinneren wat er gedaan werd die dag. Laat de informatie die van je ogen komt, naar je lichaam gaan en probeer je hersenen er buiten te houden. Belangrijk: wacht niet op de uitleg die al dan niet komt. De volgende les, probeer je oren dicht te houden, en je ogen wijd open. Kijk naar alles wat de sensei doet met ontspannen aandacht en let op de details. Probeer de bewegingen in je spieren te voelen als je ze ziet. Denk niet na, kijk alleen en voel. Als je dat kunt doen, probeer een beeld van de beweging in je hoofd te houden zodat je het kunt reproduceren. Plaats geen woorden in het beeld, hou alleen het beeld vast. Als je daar goed in wordt, wordt het leuk! Stel een vriend laat je een techniek zien die je nooit hebt gezien. Hij demonstreert hem en je zegt: “wow, cool, doe nog eens”. Hij voelt zich veilig, doet het, en dan doe jij het perfect na. Dan spreekt hij een paar dagen niet meer met je!
Er wordt vaak beweerd dat je een gevechtskunst niet kunt leren zonder leraar. Dat je niet kunt leren zonder "kuden," het mondelinge onderricht. Dat kan waar zijn als het gaat over de geschiedenis van de weg, de school, de filosofische betekenis van de beweging of zelfs de reden voor een handomdraai, maar de specifieke lichaamsbewegingen gebeuren voor je ogen om ze te ‘roven’. Dat is de reden waarom veel oude tradities weigerden hun kunst te demonstreren. Iedereen die door te kijken de technieken kon ‘stelen’, kon in principe het volgende gevecht winnen. Tegenwoordig is er weinig betekenis voor dit soort geheimzinnigheid. Dit alles gaat er van uit dat je sensei de bewegingen echt goed kan demonstreren.
Mitori geiko wordt echt belangrijk als je traint met een sensei die alleen Japans spreekt. Je kunt helemaal verloren lopen (en veel geld kwijt zijn) als je afhankelijk wordt van een vertaler die zegt wat de sensei net deed. Vooral als de sensei iets lang voordoet en dan op het eind kort iets zegt. Als je kunt luisteren met je ogen, heb je geen vertaler nodig en ben je in staat een lange en bevredigende conversatie met hem te hebben." (Kim Taylor, EJMAS 2002)
Maar is dit werkelijk het hele plaatje? Wat gebeurt er eigenlijk in je hersenen als je kijkt, observeert en ‘nadoet’? Daarover las ik een interessant artikel: “Mitori geiko in het licht van de neurobiologie” door Giovanni Rossi.
“Mitori-geiko betekent letterlijk: leren door te kijken. Wat is dat voor soort leren? Is het iets van memoriseren van vormen die we later gaan leren als we ze echt gaan doen? Of leren we net zo veel als we kijken en als we doen?
Nee, want als we bepaalde bewegingen doen, of cognitieve activiteiten doen, gebruiken we verschillende anatomische gebieden voor deze functies. Als we kijken naar de aspecten van emotionele participatie, de herinneringen aan ervaringen uit het verleden, culturele voorwaarden etc., dan kunnen we zien dat hersenfunctie veel méér is dan het gelokaliseerde functioneren van bepaalde gebieden.
In Shintaido (…) zijn er verhalen in de mondelinge overleveringen, over arme studenten die hun meester een jaar lang moesten dienen, bij elke les moesten toekijken, maar die niet het recht hadden om de dojo binnen te gaan. Het verhaal gaat, dat zij – toen zij uiteindelijk wél binnen mochten – uitgedaagd werden om de aanvallen te pareren van ervaren studenten, en daar vaardig mee konden omgaan zonder ooit daarin getraind te zijn. Hoe was dat mogelijk? Het antwoord is in traditionele termen mitori-geiko; en in moderne termen: ‘spiegelneuronen’. Wat zijn dat, spiegelneuronen?
Spiegelneuronen zijn onlangs ontdekt. Hier zijn een paar citaten van wikipedia daarover: “Een spiegelneuron of spiegelcel is een neuron dat niet alleen vuurt als een dier een handeling uitvoert, maar ook als het dier een handeling ziet uitvoeren door een ander dier (vooral van dezelfde diersoort). Het neuron weerspiegelt dus als het ware het gedrag van een ander dier en is op dezelfde manier actief als wanneer het dier de handeling zelf uitvoert. Dergelijke neuronen zijn gevonden bij primaten, waaronder de mens, en bij sommige vogels. Bij mensen bevinden ze zich in de premotorische cortex en in de pariëtale kwabben van de hersenen. Sommige wetenschappers beschouwen spiegelneuronen als een van de belangrijkste ontdekkingen in de recente geschiedenis van de neurowetenschap.” (bron: nl.wikipedia.org/wiki/Spiegelneuron)
Imitatie is vaak beschouwd als een soort minderwaardig, relatief kinderlijk of zelfs dom fenomeen. De wetenschap is bezig om te bewijzen dat dit een serieuze misvatting is. Sterker nog, het lijkt er op dat in het licht van recente studies in de cognitieve wetenschappen, imitatie een zeldzame, misschien zelfs unieke menselijke capaciteit is, bepalend voor het menselijk leren, de intelligentie, het verstand en de cultuur. Dit werk versterkt het idee dat kleuters beginnen te focussen op het gedrag van volwassenen, en niet alleen op hun eigen oppervlakkige handelingen. Het wijst op de oorsprong van de ontwikkeling, betreffende het belang van doelen bij het organiseren van imitatieprocessen bij oudere kinderen en volwassenen.
Dat betekent dat als een baby een volwassene ziet bewegen, de hersenen door spiegelneuronen, niet het onderscheid maakt tussen kijken en doen. Op die manier proberen de lichaamsbewegingen de bewegingen van de volwassenen na te doen en zo leert de baby. Dit betekent ook, dat als de baby zo doet, het de betekenis (doelen) van de beweging uitvogelt en ook weer leert. Wanneer we ouder worden, leren we om taal te gebruiken in plaats van handelingen. Dat is prima (liever praten dan slaan) maar op den duur vermindert de bemiddeling van taal, onze neiging om op een schitterende manier iets te leren op een diepe manier, door direct contact met de “wereld in actie”. Jammer hè? Daarom geeft de keiko ons een unieke manier om dit te herontdekken, en onze capaciteit te herstellen om onze omgeving aan te voelen en te leren door imitatie.”
Dit zijn diepe gedachten. Het stukje neurowetenschap (in populaire vorm, dit is geen exact-wetenschappelijk weblog!) bevestigt volledig de concrete ervaring van Kim Taylor. Het bewijst hoe het werkt.

Nu snap ik ook veel beter waarom ik zo graag naar judo en aikido kijk, en ook wel een beetje waarom ik soms een heleboel dingen blijk te snappen die ik zelf nooit heb gedaan en misschien ook nooit helemaal zelf zal kunnen. Mijn eigen lichaam en motoriek is namelijk soms/vaak waardeloos, maar ik kan wel observeren – dat is immers een deel van mijn ‘beroep’- en in mijn geest een hele techniek ‘nadoen’ en begrijpen. En daarmee heb ik de afgelopen jaren zoveel judo ‘getraind’ dat ik aan anderen dingen kan uitleggen die ze zelf nooit goed hebben bekeken. Hmmm… En zo kan ik dus ook aikido bekijken en intens genieten en verlangen, al zit ik lange tijd ‘op de bank’, en ondanks die paar lessen heel veel bewegingen in mijn geest volgen, voelen en de betekenis zoeken.

Het verklaart waarom ik ook kan schilderen (op doek). Ik heb nooit een cursus gevolgd, alleen maar in mijn kinderjaren mijn vader zien schilderen. Heel veel gezien, ook voor het stadium dat ik me veel kan 'herinneren'. Jaren later spiegelt dit nog zo sterk, dat ik een doek van mijn vader kan naschilderen en kleuren meng alsof ik dat al jaren heb gedaan. Mijn laatste werk is een kopie van een doek dat mijn vader maakte toen ik vier was!

Wél is het zo, dat wij door de taal in zekere zin verpest worden. We willen met ons verstand alles in begrippen vatten, en dat rationele activeert een deel van de hersenen, maarrr… een ander deel, dat van zien en voelen, in relatie tot nadoen en bewegen zónder begrippen en rationele overwegen, komt daardoor in de knel. Balans, balans…

Dat kinderen sneller kunnen imiteren (in taal, maar ook in judo bijvoorbeeld) heeft uiteraard ook te maken met hun ontwikkelingsstadium. Bij een kind is een judoles al snel: voordoen, nadoen, ippon. Bij volwassenen moet je uitleggen: stap naar voren, stap naar links met je linkerbeen, etc etc… taal in plaats van imitatie. Een volwassene 'snapt' een techniek dus anders dan een klein kind. Wat Waki deze week dan ook zegt: "Zonder verbale uitleg zou je immers niet weten wat er achter een techniek ligt. Je zou het misschien wel kunnen nadoen, maar verder? Zou je het dan snappen?" is exact zoals een volwassene redeneert. Het klopt en tegelijk is het niet het hele verhaal, want ook volwassenen gebruiken de spiegelneuronen. (Ik hoop op een interessant antwoord van Waki!)

Toch, mijns inziens slaat Kim Taylor ook de spijker zo op de kop! Zet je verstand uit bij mitori geiko! Alleen zien, ervaren, voelen, hou het puur. Het is methodisch: nadoen als een kind. Neurobiologisch zal daarmee corresponderen, dat exact die hersengebieden geactiveerd worden, waarmee die specifieke spiegelneuronen hun werk kunnen doen. Zonder gehinderd te worden door de ratio die alles in de war schopt – door andere hersengebieden er doorheen te activeren.

Mitori geiko is eigenlijk: hoogintelligent werken. Op een primair niveau begrijpen en aldus vaardig worden. Fantastisch!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten