zaterdag 25 juni 2011

Keiko

Judo als een spel?

Er zijn nogal wat mensen die judo beschouwen als een sport. In mijn vorige blog heb ik een paar dingen aangegeven over sport, het kunstmatig conflict en de harmonie als perfectie.

Deze keer gaat het over een ander aspect van judo. De training. Waarin verschilt judo-training van voetbaltraining? Veel sporten zouden we mogen omschrijven als een spel. Je speelt een potje voetbal. Je speelt tennis. Je speelt hockey. Alle balsporten hebben sowieso heel veel ‘spel’ in zich, het balletje gaat heen een weer tussen de spelers. Is judo een spel? ‘Spelen’ we judo? Is judo een ‘pyjama game’ zoals het laagdrempelige Engelse introductieboek het noemt?
Voor kinderen mag je dat misschien zo noemen. In groep 1 en 2 van de basisschool wordt het meeste onderricht ook speels verpakt. De eerste stapjes op de judomat zijn vaak een soort ‘speeljudo’, zoals ze dat bij ons noemen. Maar daarna? Goed, er zijn nog heel wat tieners die het liefste de hele dag zitten te ‘gamen’, wat wil zeggen dat het spelen nog behoorlijk lang kan doorgaan. Waarvan ook op de tatami akte. Maar het is wel goed om judo iets beter af te bakenen. Spel? Of wat anders?

Voor sommigen is judo een gevecht. Judo als ‘vechtsport’. Laten we daar snel mee klaar zijn, mijn vorige blogs spreken daar duidelijk genoeg over. Judoka streven, strijden, maar met hogere doelen. Het kan een gevecht zijn, met de negatieve kanten in jezelf, maar verder is het de zachtmoedige weg. Niet een lekker potje knokken.

Neil Ohlenkamp zei op 13 en 15 Augustus 2008 (judoforum):
“Judo is onderdeel van een opvoedingssysteem. Op school ben je niet aan het vechten of aan het spelen (tenminste, de meeste leraren hopen dat). Dus je studeert, je oefent, je leert, net als in judo. … Judo is dus niet een spel dat wordt gespeeld, het is een lichamelijke training om karakter te kweken en jezelf te verbeteren. Ik beoefen mijn judo en ik hoop het op een dag te snappen en in staat te zijn het toe te passen.”

Judo is scholing

Een judoka is altijd op weg naar perfectie, en zoals elke bûdô is judo een levensweg, waarbij we in onze trainingen slechts ‘oefenen’. Een goed woord voor judo-training is dan ook ‘be-oefenen’, in het Engels ‘practice’. Het Nederlandse ‘praktiseren’ is op zich een goed woord: “in de praktijk brengen”, maar aangezien dat woord meestal wordt verstaan in een wat engere betekenis van doen-of-niet-doen, bij bijvoorbeeld artsen, advocaten, gelovigen, of ‘praktiserende homo’s’, geloof ik niet dat het woord ‘judo praktiseren’ passend zou zijn vanwege de verwarring die het zou oproepen. Hoewel het qua woord precies is wat we bedoelen: de weg (dô) in de praktijk brengen… Trainen in de dojo is een soort ‘praktijkschool’.

Het Japans heeft uiteraard een beter begrippenapparaat om uit te drukken waarover het gaat. Het lichamelijke, repeterende trainen noemt het Japans vaak 練習 (renshuu), zoals het bijvoorbeeld wordt gebruikt bij pianospelen en drillen in militaire context, of 練習問題 (renshumondai) wat ‘huiswerkopgaven’ betekent. Renshu gaat puur over het mechanische, als het ware.
Bij het judo spreekt men liever over 稽古 (keiko) wat een diepere betekenis van oefening en training betekent. Kei is namelijk ‘stilstaan bij, vergelijken, overdenken’, terwijl het kanji 古 (ko) altijd in verband staat met het verleden, de traditie, vgl. het kata van de antieke vormen: Koshiki-no-Kata (古式の形). Het studeren van keiko is dan ook een bezigheid die niet alleen repeterende bezigheid is, maar een totaalpakket van educatie in zich draagt, en vooral een intellectuele en analytische benadering is. Leren in perspectief van verleden, heden en toekomst. Keiko is een trainingsmethode van de weg…

Al is het wél zo, dat het gebruik van bepaalde begrippen in Japan ook regionaal bepaald is. Cichorei Kano schreef mij op 4-11-11 daarover:
Etymologisch heeft de term 稽古 keiko te maken met het volgende. Kei is hetzelfde kanji als in het werkwoord kangaeru wat betekent: "overwegen, beschouwen". Op die manier betekent keiko "het overwegen van wat tevoren gedaan was” en van daaruit ‘oefening’, wat niets meer is dan "doorgaan met de dingen te beschouwen zoals je al deed". Merk wel op dat, zoals in je eigen taal, er regionale variaties zijn, en dat wat men normaal als Japans beschouwd, in feite het dialect van de streek rond Tôkyô is. Zo bezien is uitleg van een bepaald woord in het Japans misschien lexicografisch niet noodzakelijkerwijs correct, maar een regionaal gebruik. Ik herinner me dat in de tijd dat ik in Kyôto was, de term renshû meer gebruikelijk was in ons jûdô in plaats van keiko. Dat was echter niet zo in Tôkyô.
In het judo kennen we enkele begrippen die met dat woord ‘keiko’ samenhangen. In Japan doen ze midden in de winter een traditionele karaktertraining – in de sneeuw – de zogenaamde 寒稽古 / kangeiko. Een judopak is daar niet zomaar een kimono, maar een
稽古着 / keikogi, de kleding die gemaakt is voor de ‘dô’. Het Japanse merk Mizuno heeft daarom ook voor de alledaagse dojotraining het type ‘keiko’, een relatief licht pak. Ik had het graag gehad, ware het niet dat het in Nederland niet geleverd wordt en het van die vreselijke schouderstrepen heeft.

Serieuze oefening

Om reden van deze fijnzinnige betekenis, kies ik nooit voor woorden die iets van het diepere in judo teniet doen. Judo is opvoeding. Is fysiek, maar ook intellectueel en moreel. Een dojo is geen speelplaats, een zaal met tatami waar je zomaar een potje gaat voetballen. De ‘weg’ wordt serieus beoefend, met een speciaal trainingsuniform, in een doordachte training die in een geschikte ruimte wordt gedaan. Spelen doe je buiten, gamen achter je pc.

Mike Hanon zei op 15 Augustus 2008 (Judoforum):
“Het is niet alleen een taalkundige (semantische) kwestie. De insteek waarmee we iets doen, wordt vaak verraden door wat we doen en de naam die we er aan geven. In een pretpark hebben we pret (fun). Een speelplaats is om te spelen. Zolang we judo een spel noemen dat we spelen, zullen we judo beperken tot de engste betekenis en niet alleen voor degenen die het al beoefenen (practice), maar ook voor de buitenwacht die er niets van afweet. Doktoren spelen geen doktertje. Advocaten spelen geen rechtzaakje. Een spel (game) wordt gespeeld (played), maar judo is een budo en dus een ‘way of life’. Door judo te beoefenen ontwikkelen we karakter en judo is een werktuig dat ons in staat stelt die verandering op een zeer gestructureerde manier te doen. Jonge kinderen kunnen eventueel judo ‘spelen’. Volwassenen met enig intellect zullen judo beoefenen. Dit is natuurlijk een kwestie van opvoeding als zodanig en de kwaliteit van de sensei.”

1 opmerking:

  1. Ik heb eigenlijk niet de indruk dat op de moderne judoleraren opleiding judo nog gezien wordt als "Way of Life", maar meer als "sport".
    Stel dat dit ook zo is.
    Dan leveren we leraren af die straks onze kinderen judo moeten gaan leren. Wat blijft er dan nog over van judo als "Way of Life"? Kids gaan gewoon op maandag naar judo, op dinsdag naar muziekles, en op donderdag naar zwemles.
    Waarin is dan het judo nog anders dan het voetbal? Een zwartgallige blik, dat zie ik zelf ook wel. Maar is het niet gewoon de realiteit?

    BeantwoordenVerwijderen