zaterdag 23 januari 2010

De vier redenen van je verlies

Dit is een oude formule van de Samurai.
Het eerste is futaren, wat betekent: onvoldoende training. Dat is nogal duidelijk.
De tweede is mikuzure, wat betekent: zien en verkruimelen, en de derde is kikoji, wat betekent: horen en sidderen. Zien en verkruimelen betekent: verslagen worden bij de aanblik van de tegenstander, zoals zijn grootte en voorkomen. De derde betekent: bang zijn voor de reputatie van de tegenstander.. Ik zou een vierde reden voor een nederlaag willen toevoegen, en dat is: mu-keikaku, ofwel: geen planning habben.

Dit citaat komt van de flap van het boek dat Syd Hoare (8e dan) schreef: Judo Strategies. Ik zal uit dit zeer lezenswaardige boekje met 178 tips en nadenkertjes, bij gelegenheid wat vertaalde stukjes hier posten.

Wie het boek zelf wil kopen: http://www.fightingfilms.com/acatalog/GeneralInterestJudoBooks.html

dinsdag 5 januari 2010

Tom en Jerry

Over de nieuwe IJF-regels is al veel gezegd. De bedoeling is, dat de judoka door deze regels beter gaan judoën, meer staand/rechtop, en niet meer op allerlei technieken ‘beneden de band’ gaan vertrouwen. Daardoor wordt judo weer zuiverder. Is de bedoeling.

Wat er nu natuurlijk gebeurt, is dat heel veel judoka antwoorden gaan zoeken op de nieuwe regels. En wat denken we: dat iedereen nu gaat werken aan mooie technieken, het gebruiken van minder kracht? Natuurlijk niet! Judo is internationaal en dat betekent dat de invloeden uit alle landen straks toch gaan bepalen wat er op de wedstrijdmatten gaat gebeuren. En wat de coaches en strategen uitdenken met zijn allen.

Een strateeg aan het woord

De Ameriaanse topjudoka Rhadi Ferguson, (USA-Olympisch kampioen 2004) is nu coach en als ‘Dr.Ferguson’ actief als handelaar in clinics, boeken en dvd’s over wedstrijdjudo. Hij is één van de Amerikaanse strategen en zegt het heel duidelijk: “Je wint een toernooi niet met techniek.” Daarbij heb je ook nodig: kracht, conditie, tactiek en strategie. Hoe meer technieken je hebt, hoe slimmer je moet zijn, hoe meer tactiek en strategie je moet hebben. Daar zit wat in. Judo was al nooit een dom spelletje van gooien en winnen zonder je hersens te gebruiken – vandaar de intellectuele en morele opvoeding van dr.Kano! Daarnaast is het natuurlijk zo, dat als je te weinig kracht en/of conditie hebt, je dan ook minder strategische mogelijkheden hebt. Wat ook waar is, omdat je gewoon alleen de ‘Mark-Huizinga-ippon-bang’- strategie overhoudt als je een heel gevecht niet volhoudt. Waarbij uiteindelijk wel blijft staan, dat je je techniek altijd moet bijhouden en verbeteren. Zonder dat win je niet, maar met alleen dat, ook niet.

Hoe waar dit is, zien we in gemiddelde wedstrijden. Niet te slimme judoka, met een paar technieken in hun arsenaal. Nee, je wint niet op techniek. Althans: niet met veelzijdigheid…

Tactiek

Tactiek, zegt dr. Ferguson, kan zelfs een complete blauwdruk zijn van een hele wedstrijd, omdat elke judoka een dood punt heeft, waarbij hij na zoveel minuten onvoldoende kracht of conditie meer heeft – moe wordt dus – en dan toch moet kunnen overleven zonder te verliezen. Dat betekent dat sommigen die weten waar dat punt ligt, een wedstrijd zo proberen naar hun hand te zetten dat ze op dat moment een speciale techniek kunnen gebruiken om bijvoorbeeld even in newaza te komen, matte te krijgen en uit te blazen. Wat waren de 'oude' beengrepen dan handig!
Krachttraining is dan ook een element waar veel judoka op vertrouwen, omdat je sneller spierballen kweekt dan technieken aanleert. En conditie - hoe beter je het volhoudt zonder ademnood, hoe meer je voordeel kunt behalen.
Het proberen te winnen van een wedstrijd kan dus voor een technisch judoka frustrerend zijn, als de ander alleen of bijna alleen sterk is, maar dat is dus wél de werkelijkheid. Techniek en kracht/conditie moeten voor een moderne wedstrijdjudoka dus in balans zijn, anders verliezen ze op de tactiek van de ander. Of zelfs op brute kracht, want dat wint uiteindelijk altijd. Een olifant wint uiteindelijk van een leeuw, op domme kracht. Een kleerkast gooit een technische judoka gewoon over de mat, daar is geen counter tegen bestand...

Het wegstrepen van enkele technieken, zegt dr.Ferguson, verandert veel aan het wedstrijdjudo. Want veel judoka vertrouwen dus op enkele technieken, terwijl de rest berust op kracht, conditie – en de tactiek/strategie is gebaseerd op de combinatie daarvan met enkele technieken. Nieuwe, passende technieken, leer je niet in een paar jaar bij – op het topniveau althans, waar de judoka geen kinderen meer zijn. En als alles rechtopstaand judo moet zijn, krijg je dus ook geen adempauzes meer na 'drop and drag' worpen.

Bewegingen

Verder wordt bij de spier- en fitnesstraining een bepaald doel beoogd: de bewegingen die je met judo nodig hebt, goed uitvoeren. De gemiddelde judoka heeft zijn oefeningen en technieken gebaseerd op enerzijds ‘tilbewegingen’ en anderzijds ‘duw- en trekbewegingen’. Het eerste moet minder, het tweede wordt meer met de nieuwe regels. De ‘draaibeweging’ die in judo veel wordt gebruikt, neemt ook toe omdat de meeste duw- en trektechnieken daarmee samenhangen. Het fitnessprogramma van veel judoka echter, was/is gebaseerd op heel veel tillen. ‘Powerliften..’ Waar je dus véél minder aan hebt. En dus staat er heel wat op zijn kop wat de ‘tillers’ nauwelijks kunnen bijtrainen.

Het bij-effect van duw- en trektechnieken, is dat het geduw en getrek zal toenemen, het zogenaamde ‘gripfighting’ (met stijve armen). Wat de IJF juist niet wil. Het betekent echter ook, dat in het ‘nieuwe’ judo er veel meer op andere, eenzijdige kracht zal worden getraind: sterk zijn met het oog op duwen en trekken. Dit heeft echter een enorme invloed op de conditie. Want dat dode punt in een wedstrijd komt toch, en terwijl men daar vroeger even een beentje greep en zo het hart wat rust bracht, zal dat nu niet meer kunnen. Constante druk houden betekent: nog meer conditietraining.

Om te winnen?

Dr. Ferguson heeft gelijk, wat betreft de realiteit. Op één punt echter gaat hij echter mank. Dat is op het doel van shiai. Bij Ferguson en zovele anderen is dat enkel en alleen: ‘winnen’. En als beroepsjudoka betekent dat ook: veel geld. Judoka moeten dus boven alles kunnen winnen, succes hebben. Het is duidelijk dat coaches als Ferguson blijven doorgaan met een judo wat met de verkeerde doelen (winnen in plaats van opvoeden/leren) allerlei middelen aanwendt om met en ondanks de nieuwe regels door te gaan op hun weg van kracht-technieken. Het zal even duren, en dan hebben ze het weer bijgetraind. Waarbij dan paradoxaal genoeg de technische judoka gaat verliezen van een trainingsbeest die het gewoon makkelijk volhoudt om zonder straffen 4 minuten staande te blijven met duwen en trekken, en daarbij de technische judoka gijzelt en uitput, tot die laatste moe wordt en faalt, of gewoon tegen een straf aanloopt.

Tom en Jerry...

Wat winnen we dus? Zolang de judoka met coaches als Ferguson niet willen veranderen, winnen zij alles en verliest het judo opnieuw. Niet omdat de regelaanpassingen niet deugen, maar de doelstellingen van sommige spelers.

Dit wedstrijdjudo wordt steeds meer Tom en Jerry. Met dit verschil dat je om Tom en Jerry nog kon lachen.